Alles kan en mag met King Hannah, Yussef Dayes en Charlotte Adigéry & Bolis Pupul op dag 1 van Pukkelpop

door Yannick Verhasselt

Op vrijdag was er een enorme veelheid aan genres op de wei van Pukkelpop. Het gaat van Nederlandse pop naar grime naar singer-songwriter en de fine fleur van de jazz en terug. Daarnaast kon je ook nog eens gaan hakken of gaan headbangen. Een overzicht van ons parcours met uitblinkers King Hannah, Yussef Dayes, Charlotte Adigéry & Bolis Pupul en KOKOROKO vind je hieronder. Een verslag van gisteren lees je hier net zoals de recensies van James Blake en Tamino. Foto’s door Jan Van den Bulck.

Goldband gaat de wereld redden met hun openingsnummer ‘De wereld’. Zanger Boaz Kok sprong daarbij met het ene been over het podium en rolt met het andere mee op een soort rolstoel-step-voor-één-been na zijn ongeval tijdens het optreden op Rock Werchter. ‘Ja ja nee nee’ had een bijhorend dansje, zo zagen ze eruit als een boysband met een serieuze hoek af. De weide is verrassend wakker en enthousiast, zo net het middaguur voorbij. Het feestje aan de mainstage werd op gang getrokken met ‘De langste nacht’. Pukkelpop veranderde even in een soort Tien Om Te Zien met een delicate versie van ‘Witte was’ waar volop mee gekweeld werd.

Dan volgde een een echte soapplottwist van jewelste tijdens ‘Noodgeval’: het gebroken been van zanger Boaz Kok bleek niet echt gebroken en werkt gewoon zoals het moet! Het stepje was helemaal nep! Bij ‘Kinderwens’ – iets rustiger en ingetogener – verslapt de aandacht van het publiek initieel een beetje, onterecht. De rave werd helemaal ingezet met ‘Mijn stad’. De set van Goldband vloog voorbij en afsluiter is ‘Witte was’ werd hernomen. Deze keer met een zware bas in plaats van de ballade-versie eerder in de set. Goldband heeft goud in handen met zijn eclectische pop gecombineerd met banale en alledaagse teksten. (Jonas)

Goldband

Net zoals enkele artiesten gisteren koos ook S10 voor een setlist die makkelijk verteerbaar en meezingbaar was. ‘Laat me los’, ‘Maria’ en ‘Dans mij naar huis’ passeerden allemaal de revue in een snikhete Dance Hall. Ze kreeg dan ook ‘maar’ 40 minuten cadeau van de organisatie. Toch was die spanningsboog lang genoeg om alles wat de Nederlandse in haar mars heeft te kunnen ten toon spreiden. Bovendien zijn haar nummers stuk voor stuk nummers die het je traanklieren moeilijk maken – en niet onder een dikke laag ironie (hallo, Goldband) zijn bedeeld.

Al is haar liefde voor verschroeiende beats nooit écht veraf, getuige het slot in een nummer als ‘Adem je in’ of ‘Als niemand op mij wacht’. Als toetje bracht ze uiteraard haar Eurovisiesongnummer ‘De diepte’ mee. Toch was het vooral Froukje die even op kwam draven om samen ‘Zonder gezicht’ met ‘r te doen dat het luidst werd onthaald door het publiek. België is bij deze dus volledig ingewijd om, net zoals Merol, Eefje De Visser, Goldband en uiteraard Froukje, (ook allen op deze affiche) massaal te vallen voor S10. (Yannick)

Je zou het al bijna vergeten dat Sam De Nef ooit nog als frontman fungeerde van De Nieuwe Lichting-winnaar Danny Blue & The Old Socks. Als een volleerd troubadour bracht hij hoofdzakelijk nieuwe nummers van zijn nieuwe plaat die binnenkort uit komt en waarin het scherm voor zo’n veertig minuten mee werd verlicht. Na het eerste nummer, dat hij solo bracht, toonde hij ook trots z’n pas gekregen eerste vinyl van de plaat. Voor ‘Passerby’s ghost’ vervoegde z’n band hem op hem podium – inclusief Catherine Smet (Bluai) die met hem op het nummer in duet ging.

Hoewel vele nummers nog niet gekend zijn door het publiek, iets waar De Nef zich bewust van is, stelt hij ze vol trots voor aan het publiek. We krijgen een interessante mengeling van emotieve folk met hier en daar een streep jazz in verwerkt dankzij Pieter-Jan Decraene die onder meer saxofoon verzorgt. In het slot verrast De Nef overigens door een cover te brengen van Leonard Cohen’s ‘Suzanne’. Het nummer krijgt een indrukwekkende uitvoering waarbij De Nef de ziel uit z’n lijf schreeuwt. (Yannick)

Merol

Het was Merol haar grootste show tot nu toe en haar eerste keer Pukkelpop. Ze stond er dan ook een klein beetje verwonderd bij te glunderen op het podium van de Marquee. Binnenkomer ‘Manic pixie dream girl’ kreeg meteen ook een instrumentale outro van Britney Spears’ viooltjes uit ‘Toxic’. De songs van Merel Baldé hebben als rode draad vaak liefde, seks en relaties. De Nederlandse maakt er steevast een punt van om daar ook een boodschap aan te koppelen. Met de slogan “Pukkelpop, laat je likken” pleitte ze ervoor om de genotskloof tussen man en vrouw te dichten. Uiteraard volgde na die mededeling het nummer ‘Hou je bek en bef me’ en daarna ‘Foefsafari’. Recht voor de raap, is het minste dat we kunnen zeggen.

‘Huilen om niets’ bouwde even een rustmoment in na ‘Vol’. Bij ‘Bendronkenlaatmee’ dook Merol het publiek in om een grote groepsknuffel te orkestreren aan de linkerkant van de zaal. Bij ‘Pastel’ maakte ze gebruik van het moment om seksisme en neerbuigendheid in de muziekindustrie aan te kaarten. Kortom, een zangeres met een heldere, duidelijke en lofwaardige boodschap. Al mag de muziek zelf soms iets minder braaf zijn. (Jonas)

Wie een mierzoete mix van indie en folk had verwacht zoals deze op pareltjes als ‘House of sugar‘ of ‘Rocket‘ staan gecatalogiseerd, kwam even bedrogen uit. Nochtans bracht Alex G, vooral in het eerste halfuur, een geslepen set voor de dag. Zo passeerden ‘Hope’, hitje ‘Runner’ en ‘Miracle’ vrij vroeg in de set. Echter kabbelde het daarna allemaal maar wat voor zonder echt te enthousiasmeren of te emotioneren. De man gooide zich prompt achter z’n pianostel waarna hij als een waar punker een screamo af stak en z’n drummer de sticks van z’n lijf speelde.

Wanneer hij niet als een bezetene te keer ging achter z’n keyboards, dan ijsbeerde hij wat in het rond terwijl hij zonder veel gevoel z’n teksten afstak. Veel meer dan een “Thank you very much” kregen we tussen nummers door ook niet echt. Jammer, want de man is een liedjessmit die op iedere plaat wel gemakkelijk de weg vindt naar je gevoelige snaar. Hier dus niet, maar een bedroevend boeltje indierock dat alle kanten heen stuiterde behalve richting je hartstreek. (Yannick)

De bassen rolden en bounceten over het gras wanneer grimegrootheid Skepta het podium betrad. De visuals bij ‘Redrum’ waren mooi afgestemd op de muziek. Erna ging het er iets melodischer aan toe “for the ladies”  op ‘Energy’. En daarna volgde er nog eentje voor de vrouwelijke bezoekers, aldus Skepta, met ‘Papi Chulo’. Hij deed nog een shoutout naar BBK (ofte het grimecollectief Boy Better Know). Plots schoot iedereen op de wei wakker wanneer ‘Praise the lord’ ingezet werd, de hit die samen met A$AP Rocky werd opgenomen maar nu enkel op de backing track te horen was. Daarna schalden de tonen van ‘No security’ door de speakers met een schepje dubstepinvloeden. Grimeklassieker ‘Man’ wordt opgedragen aan de Family, the gang, gelijkaardig aan wat ‘Stikstof’ op donderdag in de Dancehall deed. Ook Skepta weet: ‘Familie boven alles’.

Mahalia

Ze is geen katje om zonder handschoenen aan te nemen, althans als je haar slecht behandeld dan zou het wel eens kunnen dat ze een nummer over je schrijft. Getuige onder andere haar ex-lief op haar twintigste (‘Whatever Simon says’) en de ex van haar lief. (‘Letter to your ex’) Desondanks willen de nummers van Mahalia vooral positieve gevoelens in de schijnwerpers zetten en dit telkens gebracht met een kamerbrede glimlach. Zo gaat ‘In the club’ bijvoorbeeld over hoe ze na al die jaren als tiener éindelijk van zich af beet en een soort you can’t sit with us-moment beleefde. Bovenal viel haar charme en bijkomende publieksinteractie tijdens het concert op. Zo bracht ze speciaal voor een fan het zeemzoete ‘Seventeen’. (Yannick)

The Haunted Youth werd als een held onthaald in de Club. Het feit dat frontman Joachim Liebens van Hasselt afkomstig is zal daarbij ook wel helpen. De sfeervolle opbouw – mede door de keyboardkunsten van Hanne Smets – en donkere persoonlijke tekst leek in eerste instantie niet meteen weggelegd voor een groot publiek en toch wint The Haunted Youth alsmaar meer zieltjes. Live werkte het ook wonderwel en dat kwam waarschijnlijk omdat de nummers erg kundig geschreven zijn. Ondanks het feit dat de dromerige en toch dreigende shoegaze-pop niet meteen radiovriendelijk lijkt. Op 15 november 2022 staat de album release show van hun debuut gepland in de AB. Wil je daarbij zijn? Wacht dan niet te lang om tickets te kopen. (Jonas)

The Haunted Youth

Dat Hannah Merrick een deftig ineengestoken en dappere vrouw is willen we goed geloven. Dat benadrukte King Hannah nog eens nadrukkelijk in hun eerste nummer ‘A Well-made woman’ vanop het recente ‘I’m not sorry, I was just being me’. Ook de kwelende gitaarsolo’s van Craig Whittle openden hun rekening voor de avond. ‘State trooper’ schilderde de sfeer van in een rokerige kroeg langs een highway van dertien in een dozijn in the Verenigde Staten. In ‘Hell no’ werden zachte partijen afgewisseld met gitaaruitspattingen en een heerlijke klimax. Zo donker als King Hannah het maakte was het vandaag nog niet geweest. Er waren geen bindteksten tot op het einde, wél net voor afsluiter ‘It’s me and you, kid’ omdat ze “met een erg strakke timing speelden”. Dat bleek helemaal niet zo erg. Integendeel, zo waren we helemaal ondergedompeld in het universum van King Hannah. 

King Hannah

Een imposante drumkit stond te wachten in het midden van het podium van de Castello tot het bemand werd door drumwonder Yussef Dayes. Een warme sax en synths heetten ons welkom en na een korte intro werden we getrakteerd op een en al virtuositeit. Chille Intermezzo’s en afzonderlijke solopartijen van de drum, bas en saxofoon wisselden elkaar af. Door de minimale verlichting kreeg Castello de intieme sfeer van een kleine jazzclub. Dat het niet altijd om ter snelst en hardst moet bewees de saxofonist met enkele fluisterzachte subtiele tonen. De warme glijdende synth tonen schiepen een zwoele sfeer die perfect past bij hete zomernachten.

Dayes kwartet creëert een geheel eigen hittegolf die je moet meemaken. Dayes en co. doen het er allemaal zo verdomd makkelijk uitzien. Naar het einde van de set toe beukt Dayes er nog eens stevig op los, zo ook op ‘Welcome to the hills’. De band ging ook nog even lekker over hun tijdslimiet, maar dat deerde helemaal niemand. Moeilijk om niet onder de indruk te zijn van zoveel vakmanschap. (Jonas)

Wie zich niet aan Slipknot wou wagen of even aan de regen wou ontsnappen kon terecht in de Club voor de mix van jazz en afrobeats van Kokoroko. Net als Yussef Dayes noemt deze jazzsensatie Londen hun thuis. Ze gingen viraal met hun nummer ‘Abusey junction’ vanop de compilatie ‘We out here’. De zevenkoppige band stond garant voor een energieke sound waar je vrolijk van werd. Het podium van de club puilde uit met de zeven muzikanten. En dat zorgde voor een rijke sound waar van alles tegelijk gebeurt en je telkens wel een nieuw detail kan ontdekken.

Ze kwamen hun nieuwe plaat voorstellen getiteld ‘Could we be more’, jammer dat het tijdens de keyboard solo erg rumoerig was in de Club. Voor ‘Those good times’ verslapte de aandacht van het publiek een beetje. Het kabbelde, ondanks de mooie muziek, wat voort. ‘Something’s going on’ pikte de funky en zwoele draad weer op en bracht terug een beetje leven in de brouwerij. Afsluiter ‘We give thanks’ had zonnige afrobeatgitaren in petto en zette de zaal ultiem nog even aan het dansen. (Jonas)

Een goede dosis ironie is op Pukkelpop nooit écht veraf, naast het terrein niet en soms ook muzikaal niet. Wie rond middernacht even de benen wilde losgooien op y2k-pop en bassline waar enkele Britse drinkebroers met Bradford-accent overheen rapten, kon hun energie kwijt in de Lift bij Bad Boy Chiller Crew. Het fenomeen dat al enkele jaren aan het timmeren is aan een carrière maar tijdens de coronapandemie in de UK écht doorbrak, waagde gisteren ook hun kans in Kiewit. Het ziet er uit als een uit de hand gelopen trouwfeest-djset gebracht door enkele Britse New Kids, toch werkt de gekke combinatie wonderwel. De Boys rapten (en kapten af en toe eens een Maes doorheen hun keelgaten) als een lieve lust. Moeilijkdoenerij qua tekst is het alleszins niet, feest tot je benen niet meer kunnen des te meer. (Yannick)

Charlotte Adigéry en Bolis Pupul begroetten ons vrolijk en muzikaal. Adigéry had een prachtige outfit aan die doet denken aan een soort vliegende eekhoorn, en dat bedoel ik uiteraard op de beste manier mogelijk. Na de begroeting volgde ‘1,618’, een nummer daterend van 2017 op haar zelfgetitelde ep. De invloed van de Dewaele-broers is dan ook niet te miskennen op het geluid van Adigéry & Pupul. Ze lieten er geen gras over groeien en pompen door met ‘Blenda’, dat op een crimineel dansbare manier racisme aankaart op een humoristische manier. De beats van Pupul gaan luid en hard, zoals ze bedoeld zijn, en komen op deze manier nog beter tot hun recht dan op plaat.

Ook zonder tussenpauze springen we naar ‘High lights’, een track over, jawel, pruiken. Daarmee breidt het dansfeest zich verder uit over de Club. De lichtshow op ‘Paténipat’ waarbij je de bassen in je ribbenkast voelde was letterlijk oogverblindend. We kregen nog ‘Ich mwen’, lachtherapie met Adigéry met ‘Haha’ en ‘It hit me’. Waarna Charlotte genietend in die heerlijke Gentse tongval “Goeie vibe hier” het publiek mee aanschouwde. Om af te sluiten ‘Mantra’,  ‘Ceci. N’est pas un cliché’ en nog een laatste keer de benen losgooien op ‘Thank you’ waar de ironie met klodders vanaf droop. Jullie bedankt, Charlotte en Bolis, voor het al dansend clichés te doorbreken. (Jonas)