Best Kept Secret 2016 eindigt in schoonheid op dag 3

door Mattias Goossens

Op de laatste dag van deze Best Kept Secret schoot de temperatuur samen met het algemene drankverbruik de hoogte in. Alle lof voor de nachtploeg die het terrein wederom kraaknet had gekregen. Het strand was eveneens geëffend, zodat je bijna niet meer zag in wat voor modderpoel je de avond voordien had staan waden. Kregen we dan alsnog een gedroomde laatste dag? Tiffany trok naar Ryley Walker, Psychic Ills, Unknown Mortal Orchestra, Yeasayer en Ezra Furman; Mattias koos voor Explosions In The Sky, Vant, Beak>, Band Of Horses, Asgeir, Wilco en Fat White Family. André Joosse toverde de bijhorende foto’s uit zijn camera.

Explosions in the Sky

Er zijn ergere manieren om je zondag in te zetten dan een show van Explosions In The Sky. Eerder deze maand speelden ze tot tweemaal toe in de AB, en ook in Nederland trekken de Amerikanen verdacht veel volk. De Two staat vol: een heuse prestatie op de slotdag van een festival. De set is nagenoeg identiek aan hun clubshows, al werd er wel geknipt in het materiaal van het recente ‘The wilderness’. We weten ondertussen waar we ons aan kunnen verwachten, en dat doet nog steeds niet af aan de betoverende kracht van hun postrock.

Donderdagavond stond Ryley Walker nog samen met Destroyer op een Gents podium. Gisteren opende hij de Five met zijn kruisbestuiving van al wat er in Chicago leeft: folk, indierock, jazz, allemaal in dezelfde bars … Hij combineert die stromingen op doorbraakplaat ‘Primrose green’ met verve. Live stal vooral zijn doorleefde stem de show, samen met de muzikaliteit die de groep uitstraalde in uitgesponnen versies van de nummers.

Vant

Gretigheid was het substantief dat het best bij Vant paste. Hadden wij op voorhand nog onze bedenkingen bij deze aan britpop schatplichtige indierockers, dan charmeerden ze ons danig op het strand. Naast radiovriendelijke rockhitjes knipoogden ze evengoed naar de Ramones of Black Flag, en smokkelden ze zelfs wat maatschappijkritiek (immigratiecrisis, brexit) in hun song- en bindteksten. “Everything is wrong with this generation” schreeuwden ze om beurten in de microfoon – wij hebben er na deze passage weer eventjes vertrouwen in.

Psychic Ills heeft altijd al punky en ongrijpbaar geklonken. De nieuwe plaat ‘Inner journey out’ draagt nog steeds die ruis erover maar herbergt meer structuren. De gitaarlijnen klonken live ook helderder, maar het bleef allemaal een beetje vrijblijvend. We werden niet echt meegezogen in het gitaarspel. Misschien lag het aan het vroege aanvangsuur, maar wij zagen de band eerder al overtuigender.

Unknown Mortal Orchestra

De recentste plaat van Unknown Mortal Orchestra betekende met zijn iets meer elektronische vibe en slimme productie een gooi naar een groter publiek. De Two barstte dan ook bijna uit zijn voegen. Live vergaten ze echter niet hun echte instrumenten. Gitaarsolo’s en drumpartijen stalen bijna elke song, waarbij de band zich liet meevoeren in uitgebreide jamsessies. Die liedjes werden echter niet altijd even enthousiast onthaald als de recente hits ‘Can’t keep checkin’ my phone’ of het massaal meegezongen ‘Multi-love’. Hoe fijn het ook is om die laatste twee live te horen, is UMO toch eerder een albumband.

Ondertussen kon je jezelf in bloedhete Three-tent overgeven aan dreunende en duistere altrock à la Suuns. Nu ja, duister: zo zwart en dreigend hun muziek klonk, zo goedlachs waren Geoff Barrow en zijn Beak>. Het was een contrast dat de charme van de muzikanten te goed kwam, ten koste van de immersie die hun muziek vereist. We bleven nog tot het einde van het geweldige ‘Wulfstan II’, om daarna verkoeling te zoeken in het bos.

Yeasayer

In de Handelsbeurs zagen we vorige we het Gentse publiek ontploffen. We twijfelden geen seconde: volgende week zouden we weer in het publiek van Yeasayer staan. Mocht de band nog wat maaien in de nieuwe albumsongs, zou het gegarandeerd een greatest hits-passage worden.En zo geschiedde. Alsof ze onze gedachten lazen, vuurde Yeasayer de ene na de andere op gejuich ontvangen hit af. Energiek en met het publiek spelend, zagen we een geoliede machine aan het werk die ook nog eens z’n instrumenten uitstekend beheerste. Hadden we vorige week nog opmerkingen, dan verdampten die nu als gemorste drankjes in de zon.

Band of Horses

Dat we nog steeds naar Band Of Horses afzakken heeft meer te maken met de voorkennis dat we nog eens kunnen genieten van pareltjes uit ‘Everything all the time’ en ‘Cease to begin’, dan met de middelmatigere output die de band uit Seattle sindsdien uitbracht. Het jongste ‘Why are you ok?’ prikkelt echter wederom onze muzikale interesse dankzij eerste single ‘Casual party’ waarin alle typische elementen aanwezig zijn. Deze kudde paarden blijft een dankbare zondagmiddaggroep, al vrezen we dat opklimmen op de line-up ladder ondertussen tevergeefs is. Enkele fans die een uit de kluiten gewassen plastic paard hadden binnengesmokkeld toverden een brede grijns tevoorschijn bij zowel de band als het publiek, en zo was het aangenaam uitbollen in de namiddagzon.

Ásgeir

Wie nood had aan een siësta was bij Asgeir aan het juiste adres. De IJslander rolde zijn ingetogen nummers uit als een welgekomen picknickdekentje, al spitsten we toch even de oren toen we een naar de hand gezette versie van Nirvana’s ‘Heart shaped box’ hoorden voorbijkomen. Vervoering en verpozing gingen hand in hand.

Ezra Furman concurreerde vervolgens met Two Door Cinema Club, waardoor de blauwharige muzikant niet met een erg uitgebreid publiek te maken kreeg. De mensen die er wel waren, identificeerde hij meteen als gelijkgestemde zielen door te refereren naar het hoofdpodium met: “Turn that shit off!”. Beste bindteksten van het festival gaan dit jaar dan ook naar deze man die al eens graag lippenstift draagt. Ezra en The Boyfriends (zo noemt hij z’n band) gingen vervolgens aan een hoog tempo van start. Er passeerden vooral nummers uit zijn laatste plaat ‘Perpetual motion people’ die vol met 50’s rock ‘n’ roll en garage rock staat. Tijdens zijn liedjes die over Joods zijn, depressie en boosheid handelden, waren de saxofoon, orgelgeluidjes en rockpianoriffjes talrijk aanwezig, waardoor de tent goed aan het dansen ging. Wij hebben ons best geamuseerd met Ezra.

Wilco

We stelden ons afgelopen meermaals de vraag of de headliners wel pasten onder de vlag Best Kept Secret, met uitzondering van één groep: Wilco. Al een goeie twintig jaar worden ze geliefkoosd en geadoreerd door muziekliefhebbers, al hebben ze die bijval nooit kunnen verzilveren in mainstream succes. Geen meezinghitjes zoals Becks ‘Loser’, geen vlammenwerpers zoals Editors. De Two-tent stond allesbehalve stampvol zoals dat de eerste twee dagen het geval was, en het maakte dat het aantal mensen dat na drie nummers besefte in de verkeerde tent te staan deze keer al bij al goed meeviel. Jeff Tweedy liet het alleszins niet aan z’n hart komen. Hij strooide goedlachs met nieuwe ‘Star Wars’ nummers en ontving applaus wanneer publieksfavorieten vanop moderne klassieker Yankee hotel foxtrot)  werden ingezet. Als hij z’n akoestische gitaar inwisselde voor een elektrisch versterkt exemplaar mocht het er ook stevig aan toe gaan, zoals in een ontploffend ‘Art of almost’ en ‘Where do I begin’ dat uitmondde in een heuse drumsolo.Onvermijdelijke hoogtepunten waren ‘Via Chicago’ omwille van de verwarde blikken bij festivalgangers die niet zo vertrouwd zijn met Wilco’s oeuvre wanneer er plots een noise-onweer losbreekt, ‘Jesus, etc.’ omdat het een van de mooiste Beatlesliedjes is dat niet door The Beatles werd geschreven en ‘Impossible Germany’ omwille van die gitaarsolo van Nels Cline waar we nog altijd kippenvel van hebben. Een Wilco grand cru en een overtuigend hoogtepunt van deze slotdag.

Jamie XX blijft diep vanbinnen een club-dj, en omdat we vreesden dat z’n skills wat verloren zouden gaan op het gigantische strand verkozen wij de intieme Five als locatie voor ons afscheidsfeestje. Dat bleek een uitstekende keuze, want Fat White Family stilde onze honger naar stevige gitaren zoals geen foodtruck dat kon. Verkleedpartijtjes op het podium, moshpartijtjes in de voorste rijen én eindelijk de waarborg van onze verzameling bekers claimen: er was niet veel nodig om ons een laatste keer uitzinnig uit de bol te laten gaan. “Easily satisfied” waren we deze vierde editie van BKS niet (het festival concurreert ondertussen tenslotte met de gevestigde waarden), maar dankzij z’n inkleding en sfeer blijven we trouwe fans. Afspraak volgend jaar, van 16 tot 18 juni.

Volgende week trekken we wederom de grens over, want dan vallen we met plezier Down The Rabbit Hole.