Best Kept Secret 2016 kent uitzonderlijk goeie start dankzij o.a. Beach House en Preoccupations

door Thomas Konings

Ondanks het voorspelde weer, viel de regenval op de eerste dag Best Kept Secret best goed mee. Al begon de dag niet als gepland. De vele files beletten ons om te dansen bij Bombino, de Toeareg-gitarist uit Niger waarvan Dan Auerbach (The Black Keys) en Dave Longstreth (Dirty Projectors) zich al over de productie ontfermden, of mee te schreeuwen met Beach Slang. Gelukkig had de dag nog veel meer moois in petto.

Minor Victories

Helemaal duidelijk was het niet waarom het publiek talrijk afzakte naar de TWO voor het optreden van Minor Victories. Had het te maken met de gewoonte om tussen podium 1 en 2 te huppen? Speelde misschien het weer een rol? Of warenhet dan toch de ronkende namen van de bandleden die de opkomst veroorzaken? Hoe dan ook maakten de Nederlanders meteen alle clichés waar door er lustig op los te kletsen waardoor de supergroep achterin de zaal zelfs amper verstaanbaar werd. Hoewel bandleden uit Slowdive en Mogwai al eerder de TWO wisten te verstommen (respectievelijk met een fantastische en een veel te luide show), konden ze vrijdag schijnbaar niets inbrengen tegen de pratende meute. Af en toe kwam er eens een post-rockgitaartje priemen, maar dat kon zeker en vast niet volstaan om ons een hele set lang bij de stage te houden.

DIIV

DIIV kwam nog maar net van het podium van de Botanique gerold en daar stonden ze al op de ONE van Best Kept Secret. Geen sinecure want door het drugsgebruik van (voornamelijk) frontman Zachary Cole Smith – geen geheim – cancelt de band nogal wat shows. Ook niet zo geheim is dat de band met ‘Oshin’ in 2012 een heel spannend debuut afleverde waarvan ‘Doused’ live nog steeds het hoogtepunt betekent. ‘Is the is are’ topte de plaat niet, maar was wel (veel) meer van de herkenbare mood en het specifieke gitaargeluid dat de band afleverde. We hadden het niet verwacht, maar die sound bleef in het midden van de dag, op het grootste openluchtpodium enorm goed overeind. Het vijftal was zichtbaar onder de indruk van wat ze zelf hun biggest crowd ever noemden. Dat resulteerde in rare bindteksten en een verontschuldiging voor zichzelf van Cole Smith.

Last-minute werd Liss opgetrommeld om Petite Meller te vervangen: goeie zet want na bookingen op onder meer Eurosonic en Pukkelpop, en met een platencontract bij XL Recordings belooft deze band alvast de nieuwe grote hype te worden. Bij groepen met zo’n achtergrond is het echter altijd oppassen, vaak houdt de buzz vooral gebakken lucht in of wordt de act in kwestie gedwongen om zich commercieel aan te passen (zie Låpsley). In het geval van Liss dreigt de muziek net zoals bij Jungle uit soulvolle invloeden een veel te klinische sound te puren. Voorlopig wist de sterke frontman op Best Kept Secret dat risico af te wenden, met een geluid dat z’n droge karakter net als een pluspunt kon uitspelen. We hoorden de retrogitaartjes van Blood Orange en Michael Jackson in een tegendraadse maar luchtige manier schurken tegen de nasale vocals van Søren Holm. Dat leek allemaal vrij ongedwongen te gebeuren, hoewel de set waarschijnlijk net heel ingenieus ineen stak. Daarnaast werd de zang met net genoeg emotie aangevuld en kreeg de instrumentatie een dansbare inkleuring. Dat zorgde er alles tezamen voor dat Liss de grote THREE met gemak naar z’n hand zette en het publiek de jongens ook beloonde met een staande ovatie.

Christine & The Queens

Wie een glimps van Christine and the Queens wilde opvangen, moest daarvoor de regenbuien boven de main stage trotseren. Hoewel zonneschijn vermoedelijk de set toch beter had gedaan, creëerde het weer wel een soort gemeenschapsgevoel waar Héloïse Létissier met haar muziek naar op zoek gaat. Haar gendergerelateerde muziek vertaalde zich naar unisexoutfits op het podium en boodschappen voor alle Saint Claudes van de wereld, terwijl het concert zo ineen gestoken werd om ook mensen die minder vertrouwd waren met de artieste haar werk (of de Franse taal) in de show te betrekken. We hoorden flarden Prince, Tame Impala en Kanye West voorbijkomen om het uurtje muziek wat glijmiddel te geven, terwijl dansintermezzo’s met stevige beats de flow van het optreden moesten bewaren. Uiteindelijk maakte dat de performance enerzijds wel leuker, maar overstemde ze er anderzijds misschien wel haar eigen songs mee. Die hadden het vaak moeilijker om recht te blijven op het grote podium omdat ze daarvoor misschien gewoon wel te subtiel of te fragiel zijn. Aan Christine zelf lag het alvast niet, die leefde zich met karakterkoppen, prettig ingestudeerde dansjes (hoera ook voor de dansers!) en haar bizarre maar heerlijk schaamteloze zelf uit zoals elke popster dat eigenlijk zou moeten doen.

Nu de THREE helemaal overdekt is krijg je daar het gevoel dat je in een donkere concertzaal terecht bent gekomen. Daar kon Empress Of alleen maar van profiteren bij het brengen van haar broeierige electro-pop. Naast de jongens van Liss zagen we dat Lorely Rodriguez en haar minibandje de songs wat meer cachet met een organisch geluid wisten te geven. Op papier was dat ideaal om de sound extra draagkracht te geven, in de praktijk bleek de muziek niet altijd ver genoeg te kunnen reiken. Misschien had het ook al een oplossing geweest om wat meer decibels in de derde tent toe te laten. Verder had de band-formule alleen maar voordelen: hier en daar (vooral tijdens ‘Need myself’) kwamen Empress haar Hondurese roots naar boven met een tropische sound, terwijl verder het concert kon opbouwen naar een meer clubgerichte vibe, met ook langere songs en kortere pauzes. De ultieme apotheose kwam er dan uiteindelijk in de vorm van genadeloze combo ‘How do you do it’ – ‘Kitty kat’: de eerste extatisch en bedwelmend, de tweede uitgelaten en messcherp. Bovendien toonde de muzikante zich een rasecht podiumbeest, die een innovatieve sound aan de nodige uitstraling wist te koppelen. Ook niet onbelangrijk en waarschijnlijk een succesrecept voor een carrière met veel potentieel.

Beach House

Als ze niet in het donker kunnen spelen, dan komt Beach House vaak gewoon helemaal niet. De mood van het grootste hedendaagse dreampopduo smeekt om de nacht. De nachtnacht kregen ze misschien niet, wel een donkere tent en het vallen van de avond. Nummers uit ‘Teen Dream’ en ‘Bloom’ nummers werden ontvangen als greatest hits (hoewel ze grote hits ‘Lazuli’ en ‘Norway’ niet speelden), maar ook de songs van de back 2 back-platen ‘Depression cherry’ en ‘Thank your lucky stars’ klonken voor het publiek al als oude bekenden. Het spel van Victoria Legrand en Alex Scally slaagt er toch maar elke keer in op een publiek te bezweren en dit keer klonken ze zowaar nog epischer en ging Legrand zelfs aan het headbangen.

Beck

Zonder een Beck-expert in het Indiestyleteam probeerden we toch zijn headlinerslot van commentaar te voorzien. Met zijn controversiële Grammy Award voor beste album in 2014 onder de arm, een ferme catalogus aan nummers, een recente radiohit getiteld ‘Dreams’ en een spliksplinternieuwe atypische single getiteld ‘Wow’ waren we erg benieuwd wat Beck zou brengen. We kregen niet de indiefolkie of akoestische singer-songwriter te zien, maar wel de enige rockster die er op het Best Kept-terrein te bespeuren was. Op een professionele manier bracht hij met z’n vierkoppige band een hitset. Energiek vuurden ze topsong na topsong af (zelfs ‘Loser’ passeerde zonder morren), nauwkeurig geselecteerd uit het ruime oeuvre van Beck. Hier viel weinig slechts over te zeggen.

Preoccupations

Preoccupations hebben hun schijnbaar eindeloze tournee de afgelopen maanden heel eventjes onderbroken om een nieuwe plaat in te blikken. Nu gaan ze gewoon verder met overdreven veel optreden en dat bracht de groep gisteren op de FIVE van Best Kept Secret, waar de meest unruly bands en artiesten van het festival neergezet worden. Op plaat mag fka Viet Cong immers misschien wel vrij conventionele indierock brengen, op het podium laten de jongens zich veel minder begrenzen. Het duurde in de Beekse Bergen wel eventjes voor we die spirit en de opgebouwde tourervaring aan het werk zagen: na ‘Continental shelf’ miste urgentie in een nieuw nummer (verwacht je op het album aan meer synths) en een industriëlere maar richtingzoekende liveversie van ‘Anxiety’. Vanaf ‘Silhouettes’ vond het viertal z’n beste vorm: alle franjes werden overboord gegooid en ingeruild voor een extra rauwe en kleurloze performance die in al z’n brutaliteit het meest donkere en ongeremde in de groep naar boven haalde, zij het wel gekanaliseerd in welgemikte stoten. Toch hoorden we het nog nooit zo apocalyptisch galmen bij de Canadezen, het klonk alsof de wereld hen nog een stuk zwartgalliger heeft gemaakt sinds de release van ‘Viet Cong’. Twee opmerkingen daarbij: ten eerste voelde het nieuwe materiaal dat we nog voor de kiezen kregen duister, maar toonde het ook een nieuwe complexiteit – we zijn benieuwd hoe dat op plaat gaat uitpakken, maar afgaande op gisteren vermoeden we goed. Ten tweede vertaalde die uitgepuurde sound zich in een buitengewoon genadeloze renditie van ‘Death’, klaar om opgenomen te worden in de geschiedenisboeken van de rockmuziek. Langer gerekt dan ooit tevoren, met vernietigende drums en een snelle, intens einde toonde het waar Preoccupations live voor staan: de meest compromisloze gitaarmuziek van het moment binnen de indie-scene.

Over Slow Magic kunnen we kort zijn: het is erg hoe een act die beats met Afrikaanse trommels combineerde en vroeger heel veel charme had, geëvolueerd is naar platte edm. Een trommelversieremix van ‘All the small things’ moest triestig genoeg het hoogtepunt voorstellen.

Dat was het voor de eerste dag. Ook vandaag vertoeft ons team op de wei, het verslag daarvan lees je hier morgen. Check het volledige fotoverslag van de eerste dag, gemaakt door André Joosse, hier. Bovenstaande review werd geschreven door Tiffany Devos (Beach House, Beck, DIIV en Slow Magic) en Thomas Konings (Preoccupations, Empress Of, Christine and the Queens, Liss, Minor Victories).