Booty Rave 2016: voornamelijk rave, maar ook wat harige booty

door Daan Leber

Door een spannende, voornamelijk elektronische line-up en de belofte van gratis drank, slaagde de organisatie van Booty Rave erin om uw dienaar naar de andere kant van het land te laten reizen. Met dank aan een misschien net iets te vriendelijke buurtbewoner waren we netjes op tijd voor Hiele. Op plaat zijn vergelijkingen met Aphex Twin makkelijk te leggen, maar live waren overeenkomsten met DJ Paypal veel meer voor de hand liggend. We werden getrakteerd op een spervuur van drumsalvo’s, met daarover onconventionele lagen elektronica. Hoewel footwork niet echt doorbreekt in onze contreien, lustte het publiek wel pap van de set van Hiele.

Volledig bezweet zetten we vervolgens koers naar het hoofdpodium. Waar een deel van ons zich neervlijde op geïmproviseerde bedden (heb ik al gezegd dat de omkadering zeer de moeite was?), besloten wij licht te verdrinken in de geluiden van Avondlicht. Dankzij steun van een drummer, stak er extra volume in de muziek van de producer. De combinatie van die spaarzame beats met een lang uitgesponnen opbouw van de songs, deed vaak denken aan Nicolas Jaar. Net als de Chileen, kon je Avondlicht moeilijk in een hokje steken. Als dat dan toch moest, dekte “post-house” waarschijnlijk het best de lading.

Nu we weer op krachten gekomen waren, werd het weer tijd om de benen te strekken op de dansvloer. In de grote tent speelden Panama en Let’s Play House, twee Booty Rave residents. Zij lieten het prefix “post” volledig achterwege, en mikten volledig op straightforward house. Op zich hoorden we niet meteen erg uitdagende of memorabele sets, maar de dj’s waren wel verantwoordelijk voor een constante groove om de nacht te begeleiden.

Als afsluiter van de vrijdagavond stond Lawrence Le Doux op het kleinere openluchtpodium geprogrammeerd. De bebaarde Brusselaar durfde wel afwijken van een standaard 4 to the floor-ritme door te opteren voor songs waarin de beat niet steeds de hoofdrol innam. Gelukkig viel die nooit helemaal weg, waardoor permanent kon gedanst worden, maar er ook plaats werd gemaakt voor nummers die een tikkeltje trager tempo hadden. Na deze rustigere act, werd het meer dan tijd om ons bedje op te zoeken.

Op zaterdag startte het festival al in de middag, maar persoonlijk keek ik vooral uit naar het (voor)avondprogramma. Avondlicht stond gisteren al op het podium, en nu betrad ook zijn collega Oaktree het hoofdpodium met in zijn zog vier extra muzikanten. Waar zijn muziek op plaat eerder aan de duistere kant is, zorgden harp, viool en een achtergrondzangeres ervoor dat het optreden een soort melancholisch gevoel teweegbracht. Enerzijds was het heerlijk om meegesleurd te worden in de duistere beats, anderzijds werd de muziek door alle live-elementen eerder troostend van toon. Het enige minpuntje was het vroege speeluur, en het daarbij horende gebrek aan duisternis dat bij Oaktree wel een pluspunt zou geweest zijn.

Waar de eerste nacht voornamelijk gefocust werd op house, ging het op zaterdag er harder aan toe. Wij zagen er achtereenvolgens Oliver Alex en Amelie Lens. Die eerste opende onze feestnacht met rauwe industriële techno. De dj liet zich vooral inspireren door machines en dat was duidelijk te merken in muzikale keuze. Alsof gewone industrial nog niet hard genoeg dreunt, deed de dj er nog een schepje bovenop met droge kicks, en af en toe snerpende details. Als Oliver Alex mocht slaan, dan mocht Amelie Lens erna zalven. De artieste schiet de laatste maanden naar bekendheid. Deze zomer stond ze wel elk weekend op een a-list-festival te draaien, en ook Booty Rave liet ze met gemak uit haar hand eten. Haar draaistijl legde de focus meer op minimal techno, waardoor de set toch verteerbaarder was dan die van haar voorganger. Gelukkig bleek dit geen excuus te zijn om, excusez le mot, “plebtechno” te draaien. Haar optreden bevatte veel momenten waarop de muzikale kant van het technospectrum de ruimte kreeg om te ademen.

Na een bezoekje aan de photobooth, waarbij zo goed als iedereen van het mannelijke geslacht de ergens begrijpelijke behoefte had om op zijn minst een stuk bil te laten vereeuwigen, bleven we in de buurt hangen voor Mensch, erger je niet. Onder meer Bobby Ewing (Discobar Galaxie) is fan van het duo, en dat gaf in combinatie met de artiestennaam veelbelovende signalen voor een dj-set vol met weinig elitaire, maar verdomd funky plaatjes. Funk, disco, r&b en weet ik veel nog wat allemaal passeerden de revue, met als persoonlijk hoogtepunt Vanilla Ice.

Booty Rave bleek dus voornamelijk Rave, gekruid met wat harige Booty. Hoe de organisatie erin slaagt om winst te maken blijft nog steeds een enigma, want niet alleen was alle drank in de prijs van het ticket inbegrepen, maar bovendien werd er ook absoluut niet bespaard op de inrichting van het terrein of de keuze van de artiesten. Het enige minpunt van het weekend was dat verdomd lelijk Kempisch accent dat overal te horen was.