Bruggenbouwers: Howling en Son Lux op Pukkelpop 2015

door Jens Van Lathem

Enkele jaren geleden beschreef onze recensent Son Lux als een bruggenbouwer, en die simpele maar o zo doeltreffende zinsnede komt elke keer weer piepen als we naar de band luisteren. Dat de man zeker en vast een soort architect is, niet alleen om verschillende stijlen bij mekaar te brengen maar ook om een song als een huis op te bouwen en de symbolische betekenis aan het publiek te laten, bevestigde dan weer ons recente interview. Het toeval wil dat de groep in de late Pukkelpopnamiddag net na andere bruggenbouwers en mysterieuze sfeermakers geprogrammeerd stond: Howling, het project van singer-songwriter RY X en elektronica-tovenaar Frank Wiedemann, bekend van Âme.

Howling

Die laatste band kwam op onder monnikengezang en gerinkel van diverse percussie-instrumenten, maar had die duistere sfeerzetting eigenlijk niet nodig om haar punt te maken. Een minuut eerder was namelijk een dreun ingezet die quasi een heel optreden lang door merg en been zou gaan. Howling gebruikte die zware, maar niet zwaarwichtige, electro als uitvalsbasis om de zielen warm te maken voor pakkende momenten. Een klein uur lang kregen we geen Electronic Dance Music maar Emotional Dance Music, met op tijd en stond een tik op een percussie-element die zo ontzettend symbolisch en ritueel overkwam dat wij het gevoel kregen iets essentieel te hebben gemist, een insider onder de gelovigen op en voor het podium.

Howling

Priester, al paste vanwege de dansmoves eerder de benaming sjamaan, van dienst was uiteraard RY zelve. Hij poogde, over repetitieve beats en verrassend gerinkel, met zijn langgerekte melodieën steeds een laatste duwtje aan de muziek te geven. Daarvoor kwam hij echter te afwezig over, alsof hij zichzelf al naar een transcendent niveau had gebracht en vergeten was ons mee te nemen of de hand te reiken. Dat viel nog meer op wanneer de electro subtieler werd en de aandacht zich nog meer op X vestigde. Het was, geloven we, de bedoeling om, murw geslagen door die nog steeds aanhoudende dreun, het publiek in een ultieme poging tot zich te nemen. Dat draaide echter uit op een zwaktebod, vooral door het ontbreken van degelijk songmateriaal en alweer een schijnbaar gebrek aan inlevingsvermogen van de man zelf. Dan maar de passie van een ander geloof gaan stelen, moet de band gedacht hebben. Een instrumentale cover van ‘Everything in its right place’ beroerde eindelijk de gemoederen.

son lux

Dan ontpopte Ryan Lott van Son Lux zich wel tot een bescheiden volksmenner. Een drafje over het podium en de armen omhoogslaan bleek genoeg om zich te binden met het publiek, en dan moest de muziek nog beginnen. Openen deed de band met ‘Change is everything’, waarin de tekst “This moment changes everything” ons een ervaring beloofde die ons leven van richting zou doen veranderen.

Al moest je de wijsheden wel zelf gaan zoeken. Het trio concentreerde zich op korte stoten energie waarmee vooral drummer Chang zich kon profileren als een efficiënte machine, maar ook zanger Lott en gitarist Bhatia leken die eerste tien minuten enkel staccato te spelen en hun vingers nooit langer dan enkele seconden op een noot te laten rusten. Het was dan ook moeilijk een geheel te vinden in het kattennest aan oerknallen en blikseminslagen, al leverde wel zo goed als elke stoot een goedkeurend applaus en gejoel op. Enkel het scenario van ‘Easy’ bleek het perfecte canvas waarin de leden mekaar vonden en hun bezigheden zodanig doeltreffend combineerden dat er sprake kon zijn van enige verheffing.

Daarna versplinterden de muzikanten, met enkel Ian Chang die zijn hakkelende stijl tot op het einde bleef volhouden en in zijn percussiewerk een prettige tweezijdigheid tussen organische ene elektronische elementen tentoonstelde. Ryan Lott richtte zich op de pathos met soundscapes en langgerekte melodieën en Rafiq Bhatia ontpopte zich tot een soort antagonist die vooral aan Lott het nodige tegengewicht bood. Opnieuw was het zoeken naar waar dat dunne samenspel meer opleverde dan de som der delen. Dat bood wel het voordeel van de logica, met songs die je net als de groep zelf makkelijk kon deconstrueren. Al dan niet met behulp van je favoriete speelstijl bouwde je makkelijk je eigen wereld in de Club. Maar een luisteraar heeft leiding nodig, liefst nog van een zachte hand, en dus bleef het voor de echte magie wachten tot de groep zelf opnieuw de goddelijke vingertoppen naar mekaar reikten. Twee keer lukte dat: op ‘Your day will come’ en ultieme prijsbeest ‘Lost it to trying’.

Foto’s van Howling door Agathe Danon