Caballero & JeanJass zijn in bloedvorm in de Botanique

door Geerhard Verbeelen

Op het eclectische programma van Les Nuits was er vanzelfsprekend ook plaats voor hiphop. Dat er momenteel een erg levendige scene heerst in de hoofdstad speelde allicht ook een rol. De Botanique koos voor talent uit de buurt en presenteerde Isha en Caballero & JeanJass.

Isha kreeg de eer om de Orangerie in de juiste stemming te brengen, al kon hij die verwachtingen niet helemaal invullen. Tijdens een inspiratieloos optreden deed hij nog wel zijn best om er wat van te maken, maar kon hij nooit overtuigen. De rapper was nog maar net begonnen toen bleek dat zijn dj niet op hem afgestemd was, waardoor het lied volledig de mist inging en zelfs opnieuw moest opgestart worden. Het zorgde ervoor dat Isha steeds argwanend achter zich keek tijdens de rest van zijn show. Verder konden nietszeggende nummers met pompende bassen als ‘Son of a bitch’ of ‘Putain’ niet echt iets zinvols bijbrengen. Ze bewezen eerder dat het niet voor iedereen weggelegd is om een geweldig hard hiphopnummer te maken dat ook nog eens goed in de oren klinkt. In dat opzicht was de Franstalige rapper de ideale opwarmer. Het verschil met de vurige stormram die zou volgen, kon niet groter zijn.

Gelukkig waren Caballero & JeanJass in bloedvorm. Openingsnummer ‘La base’ zette meteen de toon. De twee rappers bleken een erg komisch duo. Samen met hun dj betraden ze het podium volledig in het wit gekleed, inclusief zweetband op het hoofd. Recht uit een foute nineties videoclip geplukt. Als getraind acteurs gesticuleerden en dansten ze vrolijk over het podium. De corpulente Caballero – zijn eigen woorden, niet de onze – en de ietwat tengere JeanJass zetten een volledige act neer en vulden elkaar perfect aan. Ze bleken de koningen der kameleons. Tijdens de show, die meer dan uur in beslag nam, ondergingen ze verschillende gedaanteverwisselingen. Van supercoole rappers met keiharde bangers tot gevoelige jongens die zongen over jazzy beats. Zo dienden nummers als ‘Yessaï’ als welgekomen adempauzes tussen het springen en blazen door.

Want het was inderdaad vooral keihard dansen geblazen. Titels van nummers als ‘SVP’ en ‘Merci beaucoup’ klonken vriendelijk, maar nodigden toch vooral uit tot waanzinnige taferelen. Tijdens het in trappy beats gedrenkte ‘El gordo guapo’ excelleerde Caballero en gaf hij inkijk in zijn Spaanse roots. Uiteindelijk bleek de oplettende JeanJass de held van de avond. Hij spotte een onwel geworden meisje in het publiek en liet de kolkende show stilleggen om haar veiligheid te garanderen. “Kan gebeuren tijdens zulke shows, je hebt een stevig beschermingslaagje nodig”, grapte de halve Spanjaard op zijn beurt, terwijl hij over zijn bolle buik wreef.

‘On est haut’ kwam vrij vroeg in de set en bezorgde de halve zaal een delirium. “On est high, on est haut“, maar vooral: on est chaud. L’orangerie barstte uit zijn voegen. De opvallend jeugdige aanwezigen grepen elke kans om een moshpit te starten met beide handen. Het gevolg was een stomende en zwetende massa. Na zoveel bezieling en vitaliteit verdwenen de hiphoppers even van het podium om tot rust te komen. Het zo goed als volledig Franstalige publiek zette plots in koor “waar is dat feestje?” in. Aan onze kant van de taalgrens volledig gedateerd, maar kijk meneer, l’union fait la forçe. De hiphoppers kwamen weer te voorschijn en gingen nog harder dan voordien. Caba deze keer in marcelleke,  Jean in een kleurrijk hemd. Waar is dat verkleedfeestje? Hier is dat verkleedfeestje.

Het viel op dat elk nummer een uitzinnig en opzwepend spektakel opleverde. De setlist was doordacht en de twee bleken over een uitstekende catalogus te beschikken. Hun eerste album ‘Double hélice’ zorgde voor de herkenningspunten en hun gloednieuw album ‘Double hélice 2’ viel erg in de smaak. Live bleek de combinatie van beide een goed geoliede machine.

Toch moest het hoogtepunt nog komen. Ergens viel het wel te verwachten, maar toen het moment zelf daar was, waren we toch meer dan aangenaam verrast. Niemand minder dan man of the moment Roméo Elvis kwam van achter de coulissen om mee te rappen op ‘Vrai ou faux’. Het begint een gewoonte te worden op Brusselse hiphopshows, maar de energie wordt er niet minder op. Het anthem ‘Bruxelles arrive’ vertegenwoordigde nogmaals het heersende gevoel bij de aanwezige jeugd en gaf hen het gevoel deel uit te maken van een bijzonder geheel. Want Brusselse hiphop leeft. “Mets du respect sur mon nom“, waren de laatste woorden die de mannen op het podium uitbrachten. Wij hebben in ieder geval eindeloos respect voor de onuitputtelijke energie die het duo tentoonspreidde.