De nieuwe garde moet het niet afleggen tegen de indielegendes op dag 1 van Best Kept Secret

door Eva Gutscoven

Het festivalseizoen werd gisteren officieel op gang getrapt met het openen van de deuren onder de roestige Best Kept Secret-letters. Wij genoten vooral van de broeierige moshpits die ontstonden onder goedkeurend oog van onder meer Shht, Priests en Shame. Zwaartepunt van de avond was echter Bon Iver (lees: moshpits in het emotionele gedeelte van je brein), die voor nog meer reflecties op het meer van de Beekse Bergen leek te zorgen. Het verslag van dat optreden vind je hier. Foto’s door Michelle Geerardyn en Lotte Torsin.

Wanneer er mysterieuze bassen en de woorden ‘Jesus’, ‘Jesus’, ‘Jesus’…uit de boxen kwamen, wist je dat er een stortvloed aan onheilspellende dingen op je te wachten stond. Enter Shht. Met een “uno, dos, tres, quatro” zetten de bandleden zich in positie: in synchrone tred marcheerden ze – ieder ter plaatse – als een leger dat naar een weerbarstige oorlog trok. Die strijd startten ze met ‘Soup’, geruis en geschreeuw (inclusief woorden die een willekeurige gelukkige in het publiek mocht uitspuwen). De FIVE was al te klein voor alles goed en wel begonnen was. Met het volgende nummer ‘Morning coffee’ toonde Shht hoe verdomd aanstekelijk het is om de woorden ‘morning’ en ‘evening’ te herhalen. Frontman Michiel brak net niet de lichtarmatuur af bij het beklimmen van de dakstructuur – microfoon nog tussen de kaken geklemd – terwijl het publiek werd klaargestoomd om ook de rest van de tent af te breken. Ok, het was niet al gewelddadigheid dat de klok sloeg: Shht zorgde voor een magisch moment toen iedereen van de band, enkel gewapend met de eigen stem, tezamen ‘Talk about’ zong, geleidelijk ondersteund door handengeklap. Mocht het nog niet gebeurd zijn, kunnen we bevestigen dat de FIVE een onvergetelijke zweetdoop kreeg. (Eva)

Shht

Ondertussen zorgde Faye Webster in de FIVE voor een dromerig en bloemrijk begin van Best Kept Secret. We hadden wel één ergernis: wie was er vergeten Websters microfoon aan te zetten? Tientallen seconden verder was het probleem echter van de baan en kon de rit naar dromenland beginnen. Tijdens ‘The right side of my neck’ waanden we ons op wolkjes en in ‘Room temperature’ deed Webster ons nog hoger zweven. Na ‘Jonny’, haar persoonlijke favoriet, en afsluiter ‘Is it too much to ask’ stuurde ze ons helemaal opgeladen de avond in. (Annelies)

Faye Webster

Rook en donkerte werd de tent in geblazen totdat Miya Folick de rest van de FIVE het zwijgen oplegde met alleen haar stem. Enkele minuten later kwamen ook de andere muzikanten op, maar wij konden enkel en alleen naar de dramatisch gebarende Folick kijken. Soms deed ze ons zelfs een beetje denken aan Florence Welsh – de hoge noten haalde ze alvast. Met het nummer ‘Stock image’ bezorgde ze ons instant kippenvel, een ongezond verschijnsel in een warme tent. Daarna verloren we echter onze ontluikende verwondering en kwamen we tot het besef dat hard zingen en gitaargedruis elkaar niet noodzakelijk versterken. Folick toonde dat ze kan rocken, maar we misten een zekere frisheid. Na een tijdje kwam ze daar wel terug bij in de buurt met ‘Thingamajig’. Spoken word-gewijs bracht ze nog een mooie boodschap mee: wij beslissen wat we doen met ons leven en wij zijn echt wel goed genoeg. Wij zochten niettemin naar nog meer betovering. (Eva)

Miya Folick

De lijst met indielegendes op dag één van Best Kept Secret was best lang en de eerste naam die erop prijkte was Primal Scream (ONE). Bobby Gillespies stem was dan wel niet meer wat die ooit was, de frontman liet tijdens zijn show wel zien dat hij de reputatie van legende waard is en speciaal hiervoor had hij zijn beste (roze) pak aangetrokken. Op ‘Kowalski’ deed Gillespie een poging tot schreeuwen, maar meer scream zat er tijdens dit optreden niet in. Dan maar het publiek laten meezingen, moet hij gedacht hebben, waarna hij zijn microfoon pakte en het merendeel van ‘Loaded’ liet zingen door Best Kept Secret. Primal Scream hoorde dat het goed was en trakteerde ons niet op één, maar twee afsluiters: ‘Country girl’ en ‘Rocks’. (Annelies)

Primal Scream

Niet veel later zette Cate le Bon (FIVE) haar show in met ballade ‘Miami’, waarbij ze haar stem met de saxofoon verweefde tot een melodisch samenspel. Ze speelde voornamelijk songs van haar laatste album, waarbij we de hoekige en nerveuze elementen van le Bons muziek ook meteen visueel tot uiting zagen komen: zo klapte ze haar hand repetitief op haar hoofd tijdens het nummer ‘The light’, en danste ze met robotarmen tijdens ‘Mother’s mother’s magazine’. Af en toe proefden we een beetje punk toen we in een soort van trance kwamen door het repetitieve ritme, dat onverstoorbaar in stand werd gehouden door de drumster en toetsenist. Wij waren niet enkel onder de indruk van de opbouw van de liedjes, maar ook van de afbouw: hoe één voor één de elementen schijnbaar organisch weg vielen totdat er enkel nog aandacht werd gegeven aan één instrument: machtig. Alsof je in een storm zat en eerst het bonken op de deur stopte, daarna het waaien en ten slotte de regen. (Eva)

Cate Le Bon

Nog een legende van de dag was Stereolab (TWO). Deze vijfkoppige band kwam onlangs terug uit tien jaar pauze, maar dat was er niet aan te merken. Veel moeite hadden ze niet nodig om de tent te overtuigen met hun indierock. ‘French disko’ zorgde voor het eerste hoogtepunt, ‘Miss modular’ voor een tweede en na ‘Metronomic underground’ raakten we de tel kwijt. Eén ding is voor ons wel zeker: Stereolab is terug en iedereen mag het weten. (Annelies)

Stereolab

De derde en voor ons laatste indielegende op de eerste dag van Best Kept Secret was Spiritualized (ONE). De band achter Jason Pierce bracht als binnenkopper ‘Come together’ uit zijn legendarische album ‘Ladies and gentlemen we are floating in space’. Toch mocht het daarna meteen duidelijk zijn dat de band met hun nieuwste plaat ‘And nothing hurt’ een andere richting in was geslagen, namelijk die van rust en kalmte. ‘I’m your man’, ‘Let’s dance’ en ‘A perfect miracle’ bewezen zich als perfecte soundtrack bij de eerste zonsondergang van dit festival. (Annelies)

Spiritualized

Met rondspringende zweetlijven in onze gedachten, liepen we weer richting de FIVE voor Priests. De schelle stem van frontvrouw Katie Alice Greer maakte haar zinnen onverstaanbaar en de gitaarriffs deden hun werk zoals dat hoort bij een postpunkband. Echter, de vertraagde ritmes hielden het publiek eerder passief ter plaatse. Enkel toen drumster Daniele Daniele en Greer van plaats wisselden, veranderde de sfeer. De drumster deed dat door eerst even de man die “show me your boobs” riep aan de schandpaal te nagelen (“Let’s all point at him and laugh”), daarna ook door de rest van de aanwezigen aan de grond te nagelen met het heerlijke ‘Jesus’ son’. De man naast mij bleek vooral fan van de bassiste die rustig haar ding stond te doen, terwijl de rest van de band over het podium kronkelde en sprong. Wij zagen een goed werkende kernreactor aan het werk: veel energie, maar voorlopig nog geen ontploffing. (Eva)

Priests

DJ Koze (TWO) had de aartsmoeilijke taak om alle weke zieltjes te winnen die net ‘Skinny love’ op de mainstage hadden meegefluisterd. Veel gaf hij daar duidelijk niet om, want na een korte intro ging de beuk er ongenadig in. Zijn populaire, licht funky housetracks waren mijlenver verwijderd van de minimale techno waarmee hij van wel stak. Gaandeweg sijpelde het licht in de set, met wat extra conga’s en melodische synth-lijnen, terwijl elke beatdrop mocht rekenen op euforisch applaus. Van onder zijn discobal en van tussen zijn palmbomen hakte DJ Koze de bikkelharde beats erin met een botte machete, Best Kept Secret reageerde gewillig en liet zich terecht meeslepen in de kolkende massa. (Zeno)


DJ Koze

Wie niet kopje onder ging in de set van DJ Koze, zat met volle spanning te wachten op de jongens van Shame in de FIVE. We waren nog maar een vijftal nummers ver of frontman Charlie Steen maakte al de bedenking dat dit aan het uitgroeien was tot één van de beste concerten die ze ooit gespeeld hebben – “… and we’re not the group to lie about that”, voegde hij er nog aan toe. Mogelijk had het iets te maken met een publiek dat reeds werd opgezweept bij de eerste tonen van de Vengaboys waarmee Shame het podium betrad, het feit dat Steen al na het eerste nummer zijn cowboyhoed verloren was of gewoon door dat alle nummers – wij hoorden onder meer ‘Concrete’ – zeer licht ontvlambaar waren. (Eva)


Shame