Death Cab For Cutie verzoent heden en verleden in De Roma

door Mattias Goossens

Nog voor TikTok nummers viraal hielp gaan, hadden televisieseries al een muzikale gidsfunctie. Zo’n twintig jaar geleden was de soundtrack The O.C. bijvoorbeeld dé plek om nieuwe indiepopbands te leren kennen. Imogen Heap, Modest Mouse en vooral Death Cab For Cutie bereikten plots een gigantisch publiek. Zesde DCBC-album ‘Transatlanticism’ blaast dit jaar twintig kaarsjes uit en is daardoor deze tournee prominent aanwezig op de setlist, aangevuld met materiaal uit het goed onthaalde album ‘Asphalt meadows’ dat vorig jaar verscheen.

Met acht nieuwe nummers op de setlist gaf Death Cab For Cutie andermaal aan niet op nostalgie te willen teren. Van bij de start van ‘I don’t know how to survive’ viel ook het enthousiasme van de band op, dat aanvankelijk niet werd overgenomen door het bedeesde publiek. Zeker in het kort maar krachtige ‘Roman candles’ stuiterden de muzikanten in het rond, met Nick Harmer die helemaal losging op z’n basgitaar.

Het eerste herkenningsapplaus ontstond spontaan bij de eerste noten van ‘The new year’ uit het dit jaar twintig jaar oude ‘Transatlanticism’, waarin zanger/gitarist Ben Gibbard andermaal in het rond stuiterde. De energieke podiumpresence van een frontman op wie tijd geen vat lijkt te hebben, compenseerde de speelfoutjes, en in ‘Cath’ klonk de band gelukkig weer wat strakker. Het middenstuk van de show viel vervolgens wat stil met enkele eenvormige, trage songs uit de jongste platen. ‘I miss strangers’ kwam door de boodschap gedateerd over, in tegenstelling tot het als vintage DCFC-klinkende ‘Here to forever’.

Tussen catchy oudje ‘Crooked teeth’ en het door het publiek meegefluisterde ‘Randy McNally’ haalde Gibbard herinneringen op aan zijn eerste Belgische show, alsook de vorige passage in De Roma in 2019. Zonder veel poespas zette hij daarna solo ‘I will follow you into the dark’ in, dat aanvankelijk schoorvoetend werd meegezongen. Toen er een wedstrijdje “om ter luidst zingen” aan werd gekoppeld en Amsterdam de te kloppen tegenstander bleek te zijn, schoot de decibelmeter in Antwerpen wél de hoogte in. Die interactie bleef behouden tijdens de intro van ‘I will possess your heart’, waarbij enthousiast werd meegeklapt met de basgroove uit de intro. Daarna klom Gibbard zelf achter de piano voor een van de hoogtepunten uit de set.

Naar het einde toe haalden de nieuwe nummers opnieuw de vaart uit de set. ‘We looked like giants’ greep opnieuw terug naar het jubilerende ‘Transatlanticism’, net als het bijna atypische uptempo ‘The sound of settling’. Na nog meer nieuw werk en een aangekondigde bispauze was het uiteindelijk het titelnummer van die plaat die de show na zo’n twee uur afsloot op een voorspelbaar hoogtepunt, voorafgegaan door een bijzonder warm onthaald ‘Soul meets body’.