Dour Festival 2013 – 25 indrukken van de 25ste editie

door Thomas Konings

Wegens omstandigheden, een onbekende die aan de haal ging met ons materiaal, konden we geen dagelijks verslag uitbrengen van onze belevenissen op het Dour Festival. Niet getreurd echter, we vonden een computer en typten 25 indrukken neer van de voorbije vierdaagse.

Yeah Yeah Yeah(s)

Veel positiefs hoorden we niet over het optreden van Yeah Yeah Yeahs. Sommigen vonden dat frontvrouw Karen O haar zang nog lelijker was dan haar kleren, anderen ergerden zich eraan dat de band ‘Sacrilege’ opnieuw moest inzetten en de blonde zangeres daar nog mee moest lachen ook. Wij waren echter van mening dat de Amerikaanse band een show vol hits speelde die – zeker voor headliner te zijn – erg spontaan en energiek was. Van de eerste dag kan je overigens wel een heel verslag lezen op deze pagina.

Vertier van The Vaccines

Meer pretentieloze pret was er te beleven bij het optreden van The Vaccines. Met de makke Werchterpassage van vorig jaar nog vers in het geheugen, trokken we zonder veel verwachtingen naar The Last Arena, waar de Britten bovendien de lastige klus hadden de tweede dag te headlinen. Dat deden ze evenwel met verve. De band speelde strak en vurig, en liet in een grote vaart al haar hits passeren, met ‘Wrecking Bar (Ra Ra Ra)’, ‘If You Wanna’, ‘I Always Knew’ en het nieuwe ‘Melody Calling’ als hoogtepunten van de vlammende set. Het publiek ging, op enkele zuurpruimen na, volledig uit de bol. The Vaccines bewezen hier dat ze wel degelijk grote podia te baas kunnen.

Smashing Pumpkins niet op hun plek

Een andere grote naam die op de affiche stond, was The Smashing Pumpkins, zij het met alleen Billy Corgan nog uit de originele bezetting. We zullen maar meteen met de deur in huis vallen: deze groep hoort niet meer thuis op Dour. Daarvoor is de show veel te sterk gericht op het grote publiek (als er iets als commerciële visuals bestaat in de stadionrockwereld, dan hadden Billy en co ze bij), en daarvoor speelde de band ook veel te routineus. De groteske set met een overdaad aan gitaarsolo’s werd zonder enig gevoel afgehaspeld en wist enkel te overtuigen bij de echte klassiekers. Gelukkig was de hitte er nog, want van The Smashing Pumpkins kregen we het niet warm.

Zwakke optredens

In de categorie zwakke optredens vinden we ook die van Com Truise en BadBadNotGood terug. Die eerste zijn set was cheesy, ging gepaard met de geur van roze kaumgomballen en schurkte wel erg dicht tegen kitsch aan. BadBadNotGood kreeg ons enkel mee met covers en moet dus het probleem bij haar eigen nummers zoeken, die in theorie wel spannend zijn – het trio mixt hip-hop, jazz en electronica – maar in de praktijk niet goed uitpakken.

Pastiche van Young Rival

Er was er echter nog eentje die minder goed deed en als enige onder de noemer slecht in ons notitieboekje ging. Young Rival heet de band en ze was doorgeschoven naar het tijdstip waarop afzeggers Holograms geprogrammeerd stonden. “We zijn niet Helicopters of zoiets”, zei de zanger en ze waren vertrokken voor drie kwartier pastiche van alle bekende rockbands. We hoorden The Strokes, Queens Of The Stone Age en The White Stripes, maar dan in het beroerde jasje dat Young Rival zijn muziek aanmeet. Bovendien ontbrak het de band aan een samenhangend geluid en dus kunnen we slechts besluiten dat we met een stel copycats te maken hadden dat enkel succes nastreeft.

Communicatie over afzeggingen kan beter

Hoewel het festival over het algemeen prima georganiseerd was, waren er natuurlijk ook enkele zaken die beter konden. Zo bijvoorbeeld de communicatie over afzeggingen. Eerst hoorden we via-via pas een kwartier voor het optreden van Holograms dat de Zweden niet zouden optreden. Dat Klaxons gecanceld had, zagen we dan weer aan het Balthazar-doek dat achter het podium hing. Natuurlijk staat deze info allemaal wel op het internet, maar toch zou het niet slecht zijn, moest er een scherm zijn om zo’n nieuws op mee te delen.

Geen gratis drinkbaar water

Een ander minpuntje was de afwezigheid van gratis drinkbaar water. De meeste festivals bieden met dit weer zo’n dienst wel aan, maar op Dour kon enkel een grote fles water voor één bonnetje gekocht worden op de camping. Meenemen was enkel mogelijk zonder dop en op het terrein betaal je voor een klein flesje ook een bonnetje.

Hot hot hot

Ook in Dour was het dus verschrikkelijk warm. Onderstaande rolde elke morgen puffend naar adem om acht uur zijn tent uit en stelde vast dat er dan twee opties waren. Ofwel zocht je de schaduw van de buurman zijn tent op om daar een poging te doen tot slapen, ofwel trok je met al je spullen naar de weg richting festival, waar de bomen de zon tegenhielden. Grappig om te zien hoe de laatste dag de weg helemaal bezet werd door het Dour-publiek. Gelukkig leed de sfeer tijdens de meeste optredens niet onder de hoge temperaturen.

Kater Cashmere Cat zorgt voor het hipste feestje

Tijd om nog meer hoogtepunten op een rijtje te zetten. Bijvoorbeeld de hippe producer Cashmere Cat die de Boombox flink aan het dansen kreeg, nadat velen eerst nog even moesten uitzoeken of er een man, dan wel een vrouw achter de decks stond. De Noor viel vooral op door z’n hedendaagse platenkeuze, die veel hip-hop, trap en r&b omvatte. Daarmee scoorde hij bij het publiek en zorgde hij voor een van de grootse feestjes van deze Dour. Zeker bij zijn eigen hit ‘Mirror Maru’ en zijn remix van Miguels ‘Do You…’ ging het dak er helemaal af. We hadden eigenlijk gepland de hele show van Mark Lanegan te zien, maar dankzij deze kater werd het maar een, fel gesmaakt, half uurtje.

Warme nacht door Cyril Hahn

Later op de avond mochten ook Cyril Hahn en Rustie onder het Forma.T-curatorschap draaien. Hahn verleidde het publiek met z’n dromerige, poppy house en liet zo meteen horen waarom hij net als Disclosure getekend is bij PMR. De Zwitser maakte de nacht warmer dan ie al was met z’n tropische sound en toverde eens lach op ons gezicht met zonnige remixen van Holy Other, Jessie Ware en vooral Destiny’s Child.

Rustie’s rave

Veel minder subtiliteit was er daarna bij Rustie, die anderhalf uur loeiharde beats serveerde zoals we die ook in z’n laatste, geweldige single ‘Slasherr’ hoorden. Hip-hop in de stijl van Danny Brown en Kanye’s ‘Yeezus’, electronica die richting hardstyle gaat en, vanzelfsprekend, een grote hoeveelheid aan trap; wij worden daar eigenlijk wel wild van en lieten ons dan ook helemaal gaan. Toch was er ook een kanttekening te maken, namelijk dat anderhalf uur Rustie te lang en te vermoeiend is.

FlyLo maakt indruk met set en visuals

Meer opzwepende electronica was er bij Flying Lotus, die koos voor een set die aansloot bij z’n laatste hip-hop-geïnspireerde album ‘Until The Quiet Comes’ en zijn andere alter ego Captain Murphy, dat hij zelfs eventjes aan het publiek liet zien toen hij z’n micro pakte en zelf begon te rappen. FlyLo bracht de bomvolle tent in beweging met zijn live-optreden, maar maakte vooral indruk met prachtige visuals, misschien wel de mooiste die onderstaande ooit gezien heeft. De Amerikaan stond tussen twee beeldmuren die een soort van 3D-effect creëerden en waarin de producer af en toe verdween. Overigens ook leuk om te zien dat een grote meneer als Flying Lotus nog zichtbaar tevreden kan zijn door de respons die hij krijgt van het publiek.

Trend van dit jaar: TNGHT was overal

Ook Flying Lotus zorgde mee voor één van de meest opvallende trends van deze editie van het Dour Festival: de TNGHT-hype. Hoewel de producers vorig jaar zelf nog op het festival draaiden, is de kans groot dat hun muziek dit jaar nog meer door de boxen knalde. Dj Shadow, Rustie (drie keer), ze draaiden allemaal de trap van Lunice en HudMo, die toch al een jaar oud is.

Boombox is een succes

Hierboven merkte je het misschien al: de Boombox is een succes. Op dit nieuwe podium mochten hip-hoppers overdag het beste van zichzelf geven en werden ‘s avonds de hipste producers geprogrammeerd. Vrijdagavond was de tent in handen van Forma.T, zaterdag was Lefto de curator. Dat zorgde voor twee geslaagde avonden, waarop we sets hoorden van de meest vooruitdenkende en veelbelovende knoppendraaiers en beatbakkers.

Ontdekking van deze editie: Concrete Knives

Voor muzikale ontdekkingen moet je nog altijd op het Dour Festival zijn. De onze was Concrete Knives, een groep uit het land van Phoenix, die naast hun nationaliteit ook hun aanstekelijkheid en hitgevoeligheid met Thomas Mars en co gemeen hebben. Ondanks de piekende temperaturen, kreeg het zestal toch het verrassend grote publiek in dansmodus met hun zomerse muziek. Dat de Fransen nog geen hele set konden boeien, vergeven we ze met een glimlach. Binnenkort ook te zien op het Absolutely Free Festival.

Petite Noir barst van het talent

De klasse van Petite Noir was zaterdag misschien niet echt een verrassing, een aangename bevestiging van het talent dat we in zijn eerste singles hoorden, was het zeker wel. Iluga trad aan met een heuse band en speelde zelf gitaar, terwijl zijn zware stem de hele tent vulde. Wat we het meest waarderen in Petite Noirs muziek is de manier waarop hij een donkere new wave-sound weet te combineren met Zuid-Afrikaanse ritmes. Deze jongen kan het nog ver schoppen.

posterboys DIIV op dreef

Na Petite Noir was het de beurt aan een intrigerend DIIV om La Petite Maison Dans La Prairie kennis te laten maken met hun dreamy, typisch Amerikaanse rock. Moest de indiewereld een roddelpers hebben, dan stond zanger Zachary Cole Smith ongetwijfeld regelmatig op de cover. De man staat bekend om zijn straffe uitspraken, afzeg-gedrag en relatie met Sky Ferreira. Ook wordt hij regelmatig met Kurt Cobain vergeleken. Van dat alles was er echter niets te merken in Dour. Voor ons stond een vrij tot zeer stonede zanger die er wel zin in scheen te hebben. De songs werden psychedelischer en luider gespeeld dan op plaat en die aanpak werkte live duidelijk wel. We werden meegesleept in het fijne geluid en neurieden nog dagenlang ‘How Long Have You Known’. Het is ook uitkijken naar het tweede album, waarvan we al enkele nummers te horen kregen, die in het verlengde van debuut ‘Oshin’ lijken te liggen.

Gelijklopend programma van Marquee en La Petite Maison

Terwijl DIIV op het podium stond in La Petite Maison Dans La Prairie, speelde Suuns tegelijkertijd op het podium van de Marquee, geen unicum want het was wel vaker kiezen tussen die twee podia (Balthazar of Two Gallants?). Dour staat sowieso gelijk aan kiezen, maar als de optredens in de twee indietenten ook vaak gelijk lopen, gaan we toch wel een beetje klagen.

Blood Like Wine niet de afsluiter van het geweldige Balthazar-optreden

Opvallend moment op zondagavond: invallers Balthazar spelen ‘Blood Like Wine’ (ofte het Raise Your Glass-nummer) al in het midden van de set. Onze landgenoten eindigden met ‘Do Not Claim Them Anymore’ en hoewel de vorige afsluiter beter was, toont het de nieuwe schwung die de Kortrijkzanen gevonden lijken te hebben. Was de doortocht op Rock Werchter een beetje routineus, dan leek de band op de laatste dag van Dour nieuwe energie gevonden te hebben. Snedig en zelfverzekerd, Balthazar blijft live keer op keer de moeite, met deze show toch als een absoluut hoogtepunt.

Thee Oh Sees maken indruk

Naast Balthazar was het op zondag vooral Thee Oh Sees dat indruk maakte. De groep onder leiding van John Dwyer bracht een intens optreden dat melodieuze punk met een sixtiesgevoel op zijn best liet horen. De drummer, vooraan gepositioneerd op het podium, klopte steevast een strak ritme, waarover Dwyer dan een harde, vaak psychedelische gitaarriff minutenlang uitsmeerde. We stuiterden alle kanten uit en vonden zweten nooit eerder zo plezant.

Jacco Gardner en de kapotte basgitaar

Jacco Gardner kocht al z’n retro materiaal tweedehands op het internet en ondervond daar vrijdag de gevolgen van. De basgitaar begaf het en de groep stond enkele minuten met de handen in het haar. Jammer wel, want de Nederlandse knul en zijn gezelschap waren goed op dreef. Gardner speelde – in korte broek – zijn neo-psychedelische nummertjes zoals je dat van hem verwacht en straalde onder de middagzon met hits als ‘Clear The Air’. Spijtig van het vroege aanvangsuur.

The Horrors spelen de zon weg

Ondanks de brandende zon kregen The Horrors het voor mekaar om met hun kille sfeertje de hele zaal in te pakken. Faris en de zijnen speelden een psychedelische meeslepende set, die ons vanaf het begin meegezogen kreeg. De Britten waren op hun best wanneer ze epische gitaarmuren steentje per steentje opbouwden, maar brachten ook tijdens de minder grootse passages muziek om van te smullen. Onze persoonlijk favoriet was ‘Sea Within Sea’, maar eigenlijk vormde de hele set één lang gerekt hoogtepunt. Als je ze nu gemist hebt, volgt een tweede – niet te missen – kans op Leffingeleuren.

Zotte Zebra Katz

Naast Faris stonden er wel meer vreemde snuiters op het programma. Zo was het kruim van de bloeiende queer rap-scene aanwezig in de persoon van Zebra Katz en Mykki Blanco. Zebra Katz betrad het podium vergezeld van zangeres Njena Redd Foxx, die naast de vocale prestaties ook haar twerk- en gymnastiekkunsten liet zien. Zebra zelf droeg een lederen bivakmuts en een lederen bh. Die schoot hij al gauw uit, maar met zijn uitdagende dansmoves en een champagne shower had de rapper nog meer show in petto. Qua muziek stond de Amerikaan overigens hopeloos fout geprogrammeerd, zo vroeg in de grote Dance Hall, en kwamen de donkere, ijzingwekkende producties niet tot hun recht.

Mykki Blanco is de overtreffende trap qua performance

Nu werd Zebra Katz qua show nog wel overtroffen door Mykki Blanco, die eerst een andere rapper het podium opstuurde. Deze bracht een paar nummertjes en kondigde op zijn beurt de illustere Poor Child aan. Een gesluierd persoon wandelde het podium op in een gewaad dat het midden hield tussen een bruidsjurk en een nonnenkleed. Veel te warm natuurlijk en dus vloog het kostuum meteen uit en zagen we een man met borsten die met lichtjes in handen en mond danste op Cyril Hahns remix van ‘Say My Name’. Vervolgens kwam Mykki zelf het podium op in vrouwenlingerie en met pomponnetjes aan zijn tepels en vulde hij de resterende tijd met een paar van zijn culthits, die hij helaas niet vurig bracht naar onze mening, hoewel dat hij van de ene kant van het podium naar de andere stuiterde.

Georganiseerd dansen bij Dan Deacon

Tot slot was er nog die andere weirdo Dan Deacon, die naar goede gewoonte enkele groepsdansen door het publiek liet uitvoeren en eigenlijk zijn show nog niet gewijzigd had sinds zijn passage vorig jaar in De Kreun. Toch moeten we zeggen dat de Brooklyner op zijn best is wanneer hij het publiek zijn gang laat gaan en zijn drummers, twee machinaal kloppende mannen, aan het werk zet. Dat deed hij in het tweede deel van zijn optreden toen de hele USA-reeks gespeeld werd. Naast de gekke toestanden heeft Deacon immers ook enorm goede muziek.

Tot slot kunnen we besluiten dat Dour dit jaar een erg goed, vooral heel gevarieerd programma bood, dat amper zwakke punten had en vooral weer met één been in het heden stond en met het andere in de toekomst. We misten wel onvergetelijke vijfsterrenoptredens, maar verkiezen toch een sterke line-up in de breedte boven enkele uitschieters.

Lees ook
Vermist: de rugzak en laptop van onze Dour-reporter
Foto’s + verslag Dour festival dag 1, donderdag 18 juli 2013
Foto’s Dour festival dag 2, vrijdag 19 juli 2013
Foto’s Dour festival dag 3, zaterdag 20 juli 2013
Foto’s Dour festival dag 4, zondag 21 juli 2013

Dour Festival website