Down The Rabbit Hole houdt het beste voor het eind op dag drie

door Simon Hendrickx

Dag drie, de laatste dag van Down The Rabbit Hole, was er opnieuw één die matig startte en oorverdovend eindigde – maakten we de vergelijking met een dieselmotor al? Grote internationale namen kwamen langs in Beuningen en deelden hun muziek met ons. Sommige al iets beter dan de anderen. Eigen foto’s door Simon Hendrickx.

We kregen een lichte déjà vu toen Parcels z’n optreden aanving op hetzelfde podium waar we een dag eerder Maribou State aan het werk zagen. We vermeldden toen al dat de markt voor elektronische alternatieve muziek enorm verzadigd is en dat bands creatief uit de hoek moeten komen om zich te onderscheiden van wat de concurrentie brengt. Dat was bij het Australische vijftal ook lichtjes het geval, hoewel zij wel al subtiel die vereiste extra touch vertoonden. We hoorden momenten van ingeniositeit, bijvoorbeeld wanneer de band ogenschijnlijk de muziek van Jungle combineerde met die van Daft Punk. Een op het eerste oog vreemde combinatie, maar het wérkte. Ook het publiek kon de Australische groep appreciëren, want ook nu weer stond een volle tent om kwart voor één ‘s middags het beste van zichzelf te geven, terwijl buiten de zon haar weg door de wolken baande. Het lijkt wel een trucje van het festival om dit soort bands vroeg in te plannen, om de sfeer te zetten met opgewekte, dansbare muziek. Ons hoor je niet klagen.

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

#parcels #loveit #nr12 #abides #downtherabbithole #greatness

Een bericht gedeeld door Ruben van Doorn (@instaoase) op

De luchtige en opgewekte sfeer die Parcels zo fijntjes voor de rest van de dag uittekende, werd bruut uitgewist door LP op het hoofdpodium. Als een concert goed is, dan roepen we het van de daken. Als een concert slecht is, moeten we hetzelfde doen: dit was een optreden waarbij de glimlach die Parcels tevoorschijn getoverd had, veranderde in een grimas. Luid, afstotelijk en zéér Amerikaans. Iemand moet LP toegefluisterd hebben dat luid gelijk staat aan beter, een raad die de zangeres helaas duidelijk niet naast zich had neergelegd. De nummers van de Amerikaanse kwamen niet binnen en de bindteksten evenmin. Keer op keer blijven vermelden dat we ‘the best audience in the world’ zijn, is een leeg, betekenisloos hoopje woorden waarvan onze nekharen rechtop gaan staan. Blijven roepen dat ze van ons houdt, komt na een tijdje ook niet meer gemeend over. Trop is te veel, en LP’s concert was té lang, té luid en té oninteressant.

Na dat afgrijselijke uur konden we gelukkig onze oren gaan helen bij David August, die ons in Teddy Widder een uur schitterende elektronische muziek voorschotelde. In het programma werd zijn muziek als filmisch omschreven, en dat was niet gelogen. Het eerste wat in ons opkwam toen August z’n set inzette, was de soundtrack van Clint Mansell voor de met neon overgoten prent ‘The neon demon’. Dat filmische aspect werd gecombineerd met een oor voor muzikaal detail, wat ons dan weer deed denken aan Jon Hopkins – Hopkins als grootmeester, August als zijn leerling. We werden overstelpt door een golf van muzikale stijlen en emoties, die van tijd tot tijd zeer luid kon zijn. In tegenstelling tot LP, waar haar luidheid ons van het podium verdreef, werkte de aanzwellende klanken van David August net aanlokkelijk. De Duitse muzikant wist bovendien structuur in de chaos te brengen. LP was luid om luid te zijn, August was luid met een doel.

Het leek zondag wel continu op en neer gaan van Hotot naar Teddy Widder. Na David August stond Khruangbin de gitaren warm te maken op het grootse podium van Down The Rabbit Hole. We winden er geen doekjes om: er werd kuis gitaarspel afgeleverd, maar daar bleef het ook bij. De Amerikaanse band hield een veilige afstand van het publiek en elke interactie werd zo kort en bondig mogelijk gehouden. Even goede vrienden als je als artiest de muziek voorop wil plaatsen, maar het publiek wil ook wat menselijkheid zien. We zagen eerder op het festival bij Kamasi Washington al dat het mogelijk was om muziek én publiek centraal te plaatsen. De stoïcijnse houding van de band zorgde voor lichte irritatie waardoor het knappe gitaarspel niet zijn volle potentieel kon bereiken.

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

Khruangbin . . . . #dtrh19 #downtherabbithole #music #art #festival #love #peace #summer #goodvibes #khruangbin #live #fantastic #band

Een bericht gedeeld door Duco Kapitein (@ducokapitein) op

Terug naar Teddy Widder waar globaal flamenco-fenomeen Rosalía haar Spaanse furie aan het samenballen was om op het publiek los te laten. 25 jaar en al zoveel swaggerattitude en talent, het zou illegaal moeten zijn. De artieste opende met het broze ‘Pienso en tu mirá’, waarna het publiek meestapte in een razendsnelle stroom flamencopop. Even later vroeg Rosalía om het muisstil te maken voor een Spaanse traditional, een vertederend nummer dat prompt het hart van elke aanwezige brak. Rosalía gaf het publiek wat het wilde: meezingers uit haar laatste album ‘El mal querer‘, de minder bekende doch even genietbare songs van debuut ‘Los Angeles’ en meer recente heavy hitters als ‘Con altura’ en ‘Aute cuture’. De lichtgevende kubus centraal op het podium, de twee backup-zangeressen en het live handgeklap verhieven het concert bovendien ver boven de doorsnee festivalshow. Rosalía gaf haar muziek een duidelijke identiteit mee: hoe sterk en “borst vooruit” de zangeres ook wil zijn, haar menselijkheid is nooit ver weg – wat we erg aan haar appreciëren. Haar dankbaarheid was oprecht en maakte van het uurtje dat ze met ons deelde een dat zich diep onder onze huid nestelde. Rosalía loste alle verwachtingen in, en gaf zelfs nog een tikkeltje meer.

Eindigen deden we bij Janelle Monáe, en net als bij Grace Jones op dag één werd het beste voor het einde gehouden. Monáe pakte immers uit met een show die ons naar adem deed happen: vanaf de eerste seconde was de Amerikaanse zangeres, actrice en activist niet te stoppen en volgde er een rollercoaster langs haar drie albums, met aandacht voor wereldproblematieken, minderheden en de nood aan acceptatie. Monáe gebruikt die zaken niet als marketingstunt, ze doet niet aan queer baiting, ze poogt niet interessant te zijn omdat dat haar mooi staat. Neen, she talks the talk and walks the walk. “You are welcome in my house” verkondigde ze aan alle minderheden in het publiek. Hotot werd voor een dik uur een plek van warmte, aanvaarding en gelijkheid, met de artiest als moederkloek die toeziet op haar jonge telgen. We wisten het al eerder dat Monáe, Cindi Mayweather, de ArchAndroid of welk alter-ego dan ook, ‘het’ bezit – het totaalpakket van een magistrale stem, oog voor detail, weten hoe een show tot in de puntjes uit te werken, en tóch haar menselijkheid en voeling met haar fans niet uit het oog te verliezen. Ze danste er lustig op los, maar miste geen noot, allemaal bewijzen van de superster die ze is.

Zoals we eerder naar Grace Jones verwezen als een vrouw zonder vrees, geldt hetzelfde voor Janelle Monáe. Op tig vlakken nam ze een risico. De hele discografie passeerde de revue terwijl enkel haar laatste werk, ‘Dirty computer’, echt doorbrak bij het grote publiek. Toch trakteerde ze ons op ‘Tightrope’ en ‘Come alive’ (The Archandroid’) en ‘Q.U.E.E.N.’, ‘Electric lady’ en ‘Primetime’. Dat laatste nummer werd eveneens volledig gewijd aan wijlen Prince met bijpassende paarse verlichting: Monáe is een artiest met haar blik op de toekomst, maar die niet vergeet af en toe even om te kijken naar waar ze vandaan komt. Andere risico’s waren bijvoorbeeld haar duidelijke misnoegdheid over de Amerikaans president Donald Trump, die ze uitte door “Impeach Donald Trump” zonder gêne door de boxen te laten weergalmen.

Monáe had het publiek in haar handen, van ‘Pynk’ naar ‘Yoga’ via ‘Make me feel’ over ‘Screwed’ naar ‘I got the juice’. Voor die laatste nodigde ze enkele festivalgangers uit op het podium om te tonen of ze wel degelijk the juice bezaten. De liefde voor haar fans, haar ‘dirty computers’, maakte Monáe nog eens concreet door aan het einde van de show het podium te verlaten en zich bij het publiek te voegen, dat ze aanmaande te gaan zitten en stil te zijn – omdat ze over tijd ging en de organisatie anders haar microfoon zou afsluiten.

Janelle Monáe leefde lang in de schaduw van grote namen, maakte muziek voor een nichepubliek, ging schuil achter haar alter ego’s. Die tijd is voorbij, Monáe staat er. Mét haar eigen identiteit, klaar om zich bij die grote namen te vervoegen, om een plek op het hoofdpodium op te eisen. Down The Rabbit Hole had groot gelijk om haar excellentie voor het eind te bewaren. 5/5, staande ovaties, confetti-kanonnen, medailles: deze zangeres verdient alle lof die ze krijgen kan.