Harry Styles tastte in het Sportpaleis met zijn charisma tot bij de allergrootsten

door Yannick Verhasselt

Het Sportpaleis zag er zelden zo kleurrijk en opgetut uit als gisterenavond. Wie ‘Harry’s house’ wil betreden, moet immers voldoen aan de dress code. Op Pinterest vind je tegenwoordig tal van moodboards met betrekking tot de muziek en vooral esthetiek van Styles – alsof het een eigen niche is, zoals punk in de jaren zeventig. Maar, spoiler, iedereen werd gewoon toegelaten om te zijn wie ze zijn, zo benadrukte Styles na een tweetal nummers. Het creëerde een soort safe space waar emoties op een louterende manier de vrije loop mochten gaan en je naar huis werd gestuurd met open mond door het overweldigende showmanship van de man. Een avond waarbij je weet dat ie de geschiedenisboeken in zal gaan.

Nu Harry Styles het Europese vasteland doorkruist, zit Wolf Alice ook mee op de tourbus van de Brit. De voorprogramma’s voor de Love On Tour zijn bijzonder uiteenlopend en sluiten vaak minder aan bij de poprock van Styles. Zo verkasten onder meer Koffee, Arlo Parks en Jenny Lewis al eerder van stadionshow naar stadionshow. De intentie blijft echter dezelfde; bands exposure geven en fans kennis laten maken in de hoop dat het aanslaat. Gisteravond viel die rol aan Wolf Alice die het voornamelijk bij nummers uit hun laatste plaat ‘Blue weekend’ hielden. Hoewel het geluid niet altijd prima overkwam en de stem van Ellie Rowsell hier en daar werd beschimpt (zoals tijdens het melodramatische ‘How can I make it OK?’), bleef de balans tussen de tederheid en ziedende rock prima bewaard.

Toen Harry Styles, zoals een popster het wil, een kwartiertje te laat kwam, was er geen ziel die het een moer kon schelen. Fans werden met een vrij uiteenlopende playlist klaargestoomd voor de show van hun leven. Toch bleef vooral Queen’s ‘Bohemian rhapsody’ me bij. Tijdens de show deed Styles namelijk verschillende malen denken aan die ene scène uit de gelijknamige film waar je als buitenstaander ervaart hoe zo’n concert in de jaren tachtig er moet hebben uitgezien van een icoon als Mercury. Styles dartelde van links naar rechts, stormde z’n rode loper af en haalde wanneer nodig een fistpump boven om z’n band nog harder tekeer te laten gaan. Hij verpersoonlijkte gisteravond zo’n uitzonderlijk charisma over op z’n publiek waarmee hij even aan de allergrootsten tastte.

De waanzin werd als een heuse rollercoaster, die crescendo ging, opgebouwd. In de eerste helft van de show werd voornamelijk stilgestaan bij ‘s mans nieuwste plaat. ‘Golden’, waar Styles gitaar voor z’n rekening nam, en het stuitende ‘Adore you’ fungeerden als buskruit – iets wat nauwelijks nodig was, want het publiek leek al van meet af aan in lichterlaaie te staan. Toch bleken de nummers die meer richting funk neigen en minder naar de kersenpitjespoprock vanop ‘Fine line’ minder vuurwerk in zich te hebben dan gehoopt. ‘Daylight’ werd dan weer anders gebracht waarbij de laatste lenderukken van het nummer echt gruwelijk goed weerklonken in het Sportpaleis. De gitaren rolden heerlijk over het publiek heen terwijl een in psychedelica vervormde dansende Styles op het grote scherm werd ingeblikt.

Iets na het uur vond Styles het welletjes en na wat gedol met het publiek kondigde hij het komende segment aan als “the disco medley“. Via een herwerkte ‘Canyon moon’ dat op plaat met akoestische gitaren wordt begeleidt, ging het richting ‘Treat people with kindness’. Het absolute hoogtepunt viel vier minuten later met ‘What makes you beautiful’. De met gitaren beladen herwerkte versie van het One Direction-nummer liet het Sportpaleis op z’n grondvesten daveren en zag Styles transcenderen op het podium.

De rest van z’n hits spaarde de Brit op tot de bisronde. Hiermee gooide hij schijnbaar ook de waarde van ‘de encore’ de vuilbak in. Al was het gemis van ‘Medicine’ in de setlist wél voelbaar doorheen het publiek, die het nummer na ‘Watermelon sugar’ luidkeels scandeerden. Hoewel ‘Matilda’ eerder op de avond al de zaal in een prachtige regenboog van verlichte mobieltjes deed opflakkeren, was het ‘Sign of the times’ die zieltjes deed breken. Dat lonesome, emotief moment zo laat in de show werd al snel doorgespoeld met een indrukwekkend ‘Watermelon sugar’.

Nu al hét nummer van het jaar, ‘As it was’, maakte het feest helemaal compleet. Die oh-zo herkenbare pianomelodie zet iets in beweging dat je nauwelijks kunt beschrijven. Wanneer je het nummer in een dronken bui op een festivalweide uit de speakers van je buren hoort schallen, kun je al moeilijk stilzitten. Live was het nummer een openbaring, een loutering. Het ritme dat je heupen als de hond van Pavlov aan het dansen zet en je hoofd maniakaal doet meeknikken, is iets wat weinig nummers gegeven is. Afsluiten deed Styles overigens via de grote poort met ‘Kiwi’, dat voor een allerlaatste keer de gitaren van z’n band heerlijk deed grollen terwijl hij evenwel alles even losliet en wild om zich heen struinde.

In het Sportpaleis kun je na de zomer evenwel Arcade Fire (12.09), Kendrick Lamar (28.10) en Bon Iver (3.11) aan het werk zien. Een volledig overzicht met alle concerten vind je op de website van de zaal.