Het grote vrijdagverslag van Pukkelpop: fluim, ladders, trillende huig en onuitstaanbare gitaarsolo’s

door Lowie Bradt

Op de eerste volwaardige dag van Pukkelpop liepen we van hot naar her om zo veel mogelijk van de meer dan deftige line-up af te schuimen. Hieronder lees je het resultaat. Foto’s door Joren Van Utterbeeck.

Lucien Fraipont betrad met een geheel nieuwe band het clubpodium van Pukkelpop. We kregen een hoop nieuwe, psychedelische Robbing Millions-songs in ingewikkelde maatsoorten met altijd uiterst creatieve, bij momenten fantastische gitaarintermezzo’s van de Brusselaar. De nummers zelf misten nog wat houvast om ons volledig te raken maar ze waren wel voorzichtig veelbelovend. “We’ll be back” zei Fraipont bij afloop van het optreden; wij zijn alvast benieuwd wat dit nieuwe hoofdstuk van Robbing Millions in de studio nog zal voortbrengen.

In vergelijking met MDC III is Nordmann, dat andere project waarbij Mattias De Craene z’n saxofoon beroert, de toegankelijkheid zelve. De nummers van MDC III songs noemen is de waarheid immers overdreven vereenvoudigen. Eerder zijn het langgerekte geluidslakens van tot in de oneindigheid geloopte saxofonen en tribale drums. Live mochten De Craene en zijn twee percussionisten ons badend in een roodoranje lichtshow in trance brengen. Ergens halverwege zagen we drie verdwaalde, feestzoekende festivalgangers licht verbouwereerd de zaal uit rennen. Wie op zoek was naar casual vertier zo vroeg op de festivaldag was er duidelijk aan voor de moeite, wie daarentegen bewust op MDC was afgestapt kreeg wat hij van tevoren had gehoopt: een intrigerende show die subtiele opbouw afwisselde met Sunn O)))-achtig gezoem dat ons in meditatiesferen bracht.

Met haar bejubelde debuut ‘Miss universe’ oogstte de 23-jarige Nilüfer Yanya al vergelijkingen met onder andere Mitski. Haar set op Pukkelpop aftrappen deed ze met ‘Monsters under the bed’ en dat helemaal alleen. Behalve haar gitaar had ze geen gezelschap, wat in eerste instantie niet stoorde. Haar knappe gitaarwerk in combinatie met sterke songs (‘Paradise’! ‘In your head’!) en vooral haar indrukwekkende stemgeluid wisten de leegte rondom haar op te vullen. Haar stem eiste het leeuwendeel van de aandacht op. Ze trippelde moeiteloos de toonladder op en af, liet haar stem beheerst overslaan en liet haar gewone spreekstem het soms overnemen. Helaas werd de leegte rondom haar almaar groter en begonnen we de onzichtbare band te missen. Er is maar zo veel wat iemand met een stem en een gitaar kan doen en Nilüfer Yanya deed het allemaal vlekkeloos, maar de volgende keer zien we toch liever wat meer volk op het podium. (Hanne)

Big Thief vereiste redelijk wat inspanning van de Pukkelpopbezoeker: de folkrockband maakt sowieso al geen muziek die op het eerste gehoor alles prijsgeeft en live was er ook nog eens een compleet gebrek aan compromissen en interactie. Niet dat lange bindteksten of show de prachtige nummers vanop ‘U.F.O.F.‘ goed zou doen, het is net het verlegene in Lenkers stem en performance dat de plaat zo speciaal maakt. Stiekem waren we dus wel blij dat Big Thief niet iedereen in zijn universum toeliet. Van de extra heerlijke gitaren op titeltrack ‘U.F.O.F.’ tot de zeer aanwezige maar altijd perfect spaarzame drums, over de intieme podiumindeling gaf de band ons live nog net dat tikkeltje extra om van pure pracht te kunnen spreken. Big Thief toonde ons dat gitaarmuziek zelfs anno 2019 niet revolutionair hoeft te zijn om onze gevoelige snaar te raken.

Elk met een vuilnisemmer in de hand kwamen Fulco en Lander op het podium, dat zoals altijd bij BeraadGeslagen midden in het publiek was neergeplant. Tijdens ‘Nedersteprock’ sloeg Lander een van zijn trommelvellen doormidden, waardoor Fulco even de kastanjes uit het vuur moest halen, maar het duo bleek gelukkig niet al te lang uit het lood geslagen. Zoals altijd regen de twee de klanken, melodieën en ritmes in een georganiseerde chaos aaneen. Onze mening over de show wordt het beste samengevat door twee figuren in het publiek. De ene, man met de salopette, was aan het dansen als een Duracelkonijn op MDMA en deed op de duur geen moeite meer zijn afzakkende schouderriemen weer op te trekken. Man met de salopette, uitgelaten, danste als een marionet onder de kundige handen van BeraadGeslagen. Het andere aspect werd belichaamd door de man met het halfopen hemd en de halfopen mond. Vol bewondering staarde hij naar de vaardigheid van de muzikanten, op de zotste momenten lachte hij gelukzalig. Technisch vernuft in combinatie met hypnotiserende opzwependheid dus, het duo heeft er haast een patent op. Met “en nu gaan we ons radioliedje spelen” zetten ze ‘Isabellade’ in, waar Fulco voor de gelegenheid Charlotte Adigéry’s vocals overnam. Vorig jaar vergeleken we hen nog met twee professoren die op zoek waren naar het levenselixir. Of ze het intussen gevonden hebben, weten we niet, maar één ding staat vast: ze hebben het brouwsel in ieder geval niet nodig om onsterfelijk te worden. (Hanne)

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

#pukkelpop #brihang

Een bericht gedeeld door Nathalie (@talieke) op

Brihang heeft geen zwaar verleden zoals Zwangere Guy om in zijn muziek op terug te vallen, noch beschikt hij over de radiogevoelige refreinen van Roméo Elvis . De kracht van de West-Vlaamse rapper zit in zijn gevoel voor taal, in betoverende woordspelingen en in z’n luchtige en doordachte beats. Op Pukkelpop gaf hij ons een primeur: op 16 oktober volgt er een nieuwe Brihangplaat, die ‘Casco’ zal heten. Toegegeven, we dwaalden iets te vaak af tijdens die nieuwe nummers dan ons lief was; ze leken iets minder dan vroeger doorspekt van intelligente taalspelletjes en konden zo moeilijk een glimlach op ons gezicht toveren. Al kan dat gerust aan ons liggen. Met ‘Balanceren’, toepasselijk gebracht vanop een ladder te midden het publiek en afsluiter ‘Steentje’, met de Knokkenaar schijnbaar vastgemetseld in een op het podium geslopen, jawel, steen schudde hij ons gelukkig finaal nog wakker.

Yves Tumor had voor de gelegenheid zijn band bij. Openen deden ze met ‘Honesty’ en ‘Licking an orchid’. Meteen viel de prominente aanwezigheid van de gitarist op: met zijn verschijning leek hij rechtstreeks uit de glamrockperiode te stappen en dan mochten theatrale gitaarsolo’s uiteraard niet ontbreken. Yves’ stem raakte er amper boven en alles verzoop in een onaangenaam kabaal waar enkel die verdomde gitaar zich onderscheidde. Het elektronische element, dat wel aanwezig is op zijn plaat ‘Safe in the hands of love’, was nergens te bespeuren en het mag dan ook niet verbazen dat de Castello aan een danig tempo leegstroomde. We geven de weglopers geen ongelijk. (Hanne)

Niet veel bands komen zo gemakkelijk weg met politiek als Idles. Zanger Joe Talbot fluimde en schopte in het rond en counterde die agressie met liefdevolle boodschappen over de Europese Unie en dankwoorden aan de Pukkelpop-security, wat in het publiek leidde tot een moshpit der verdraagzaamheid. “My blood brother is an immigrant, a beautiful immigrant“, schreeuwden de aanwezigen mee; het is eens wat anders dan de vunzige songs die je soms op de camping hoort passeren. Idles bleven gisteren de vaandeldragers van de knuffelpunk.

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

#idles #postpunk #rockmusic #punkmusic #alternativerock #concert #pukkelpop #pkp19

Een bericht gedeeld door Bas Barbier (@basbarbier) op

Het trio The Comet Is Coming nam in de Castello dan weer grensvervaging voor zijn rekening. Jazz dekt bij lange na de lading niet, pure electronica is het evenmin. De fusie tussen de twee wordt door niemand beter gedaan dan door The Comet. De synth speelde een ambigue rol: enerzijds kon die meebeuken met de basdrum, anderzijds kon die mee hoogtes verkennen met de saxofoonmelodieën. De show was het toonbeeld van beheerst eclecticisme en het geluidsequivalent van flitsende videoclips waar een epilepsiewaarschuwing aan voorafgaat. De intro van ‘Unity’, opgedragen aan een overleden vriend, ging door merg en been, terwijl we ons door ‘Final eclipse’ dan weer in de Kompass waanden in plaats van op Pukkelpop. Die zware beats boden het perfecte moment om onze noodgedwongen, vroegtijdig exit te maken en ons naar de Dance Hall te begeven voor Jon Hopkins. Over een overgang gesproken.  (Hanne)

Lees onze uitgebreide review van The National hier.

Van Jon Hopkins konden we nog een dikke graan meepikken. Bij aankomst belandden we midden in een ambient-intermezzo met noorderlichtachtige visuals die deden denken aan de hoes van zijn debuut ‘Opalescent’. Hoe toepasselijk. Dan begon hij aan een opbouw te sleutelen, pas na enkele minuten werd de verlossing de tent in geknald. Dansen deden we, alleen bleven we vruchteloos speuren naar een flinter vernieuwing of verrassing. Hopkins kan zowel ambient als de dansvloer aan, maar wie hem al eens live zag, had zonder twijfel last van een déjà vu. De willekeurige visuals waren er weer bij, net als de stoïcijnse lichtzwaarddanseressen. Ook minutenlange electronicaconstructies die steevast eindigen in gelijkaardige beats beginnen ooit te vervelen, hoe goed ze ook zijn uitgevoerd. (Hanne)

 

Dit bericht bekijken op Instagram

 

#jamesblake #singersongwriter #electronicmusic #popmusic #soulmusic #experimentalmusic #hiphop #funkmusic #concert #pukkelpop #pkp19

Een bericht gedeeld door Bas Barbier (@basbarbier) op

James Blake mocht de Dance Hall afsluiten en begon zijn set met een indrukwekkend paar van oudere albums: ‘Life round here’ en ‘Timeless’. Met ‘Mile high’ speelde hij het eerste nummer van zijn laatste plaat, waar enkele samenwerkingen met trapartiesten op staan. Zo ook deze, waar Travis Scott en Metro Boomin hun bijdrage aan leverden. De trapbeats rolden als donderslagen de tent in, we voelden ons huigje trillen als de klepel van een klinkende kerkklok. Blake zat achter zijn piano als een meedogenloze dondergod terwijl zijn band mokerslagen met de hamer bleef uitdelen. Na het hartverscheurende ‘Where’s the catch’ kwam ‘Voyeur’ als een verrassing: de basdrum dreunde onverbiddelijk en even leek het alsof we nog bij Jon Hopkins stonden. Met ‘Retrograde’ en ‘Don’t miss it’ had hij een ingetogen einde klaar. ‘Don’t miss it’ stal een stukje van onze ziel en we vergaven hem prompt dat ‘Barefoot in the park’ niet aan bod gekomen was. (Hanne)

Foto’s door Joren Van Utterbeeck.