Op de laatste dag van Dour scheen de zon nog steeds ongenadig hard, werden irritaties op de voeten blaren, en viel het vele stof in de lucht zwaar op de longen. Toch hield dit ons niet tegen om nog eenmaal de wei te bezoeken.
Stikstof kreeg niet het makkelijkste slot toegewezen: een broeierige zondagmiddag, ver voorbij het kookpunt in een tent vol vermoeide Dourgangers. De kunst bestaat erin om op zo’n momenten de situatie in eigen handen te nemen en sterk van leer te trekken. Laat dat nu net een van de gaven zijn waarover het viertal uit de hoofdstad beschikt. Dankzij de gebalanceerde diversiteit in de set toonde Stikstof dat het niet enkel wil teren op de doortastende dynamiek van tracks als ‘FRONTAL’ of ‘ALAMBETANT’, maar evenveel aandacht schenkt aan de wat prikkelendere nummers uit de eerste twee albums van het collectief. Daar houdt het niet op: de hyperrelevante maatschappijkritiek en sneren richting blauw zijn een constante doorheen de set. Ook de persoonlijke vrijheid van de rappers apart krijgt live de nodige nadruk: ZG en het beklijvende ‘DEF’, Jazz met het wervelende ‘GELE BLOKKEN’, en Astro die met ‘RESONANTIE’ een broodnodige vernieuwing doorheen ons hiphoplandschap inblies. Mag ook niet onvermeld blijven: de frisse, nieuwerwetse visuals die het concept nog meer draagkracht geven. Persoonlijk hoogtepunt: het verschroeiende ‘OVERLAST’, dat geen spaander heel liet van de Boombox. Het lenteoffensief dat Stikstof in maart inzette toen de derde plaat verscheen, kent voorlopig nog geen rustpunt – en dat mag voor ons nog een tijdje duren. (Johan)
Yung Lean was zijn verrassende zelf in de Boombox bij valavond. De nuchter ogende Zweed liet niets aan het toeval over en zette een sterke set neer die in alle opzichten stukken volwassener klonk dan bijvoorbeeld zijn passage in de VK enkele jaren geleden. De jonge rapper opteerde duidelijk voor een hybride set die zijn volledige discografie overspande: Lean switchte moeiteloos tussen de rauwe trap van ‘Warlord’ en de meeslepende, teergevoelige tracks uit ‘Stranger’. Håstad marcheerde gezwind over het podium, straalde een bescheiden zelfzekerheid uit en stelde zich opvallend dankbaar op. Dat vertaalde zich ook in een resem tracks uit Leans beginfase, zoals ‘Hurt’ of ‘Ginseng strip 2002’, om zijn trouwe fanbase tevreden stellen. Hierdoor dreigde de set wel een tikkeltje te eclectisch te worden, maar dat deerde het publiek niet. De songs uit recentste worp ‘Stranger’ maakten van de show een absolute voltreffer: ‘Metallic intuition’ klonk even dramatisch als avontuurlijk, showafsluiters ‘Agony’ en ‘Yellowman’ toonden Lean van zijn zachtste, maar vooral breekbaarste en meest getalenteerde kant. Al bij al een interessante en sterke passage die naar meer smaakt. (Johan)
Tussen alle hiphop was er gelukkig nog een plaats voor wat stevigere gitaren in La Caverne waar in de vroege avond Oh Sees ons meenam op hun muzikale trip. Deze Amerikaanse garagerockers vielen meteen met de deur in huis en sleurden aan hun gitaren, de twee drums kwamen als een wilde cavalerie op gang en de zang katapulteerde tussen boosheid en vrolijke oeh-oeh-aah-aah’s. John Dwyer en co. speelden foutloos en gingen te keer als een windhoos, rustig beginnen en zo veel opnemen onderweg om vervolgens La Caverne volledig in hun greep verwaaid en bezweet achter te laten. De set werd uitzonderlijk strak gespeeld en surfde mee op de psychedelische sfeer van Dour met hier en daar wat blues en desertinvloeden die onder al het stof dat de festivalweide verspreidde toch nog wat extra betekenis kreeg. (Naomi)
Aan de enorme stofwolk te zien, was de Elektropedia volledig gevuld voor een van de dj’s van het moment uit eigen land. Ondanks de verschroeiende zon, bracht Amelie Lens een set vol donkere techno. Haar muziekkeuze bleek uitermate geschikt voor de grootte van het podium, met grote drops en harde kicks. Dit alles maakte haar optreden wel toegankelijk, zonder in te boeten aan kwaliteit. Toch bleef ik ietwat op mijn honger zitten. Net door die “big room”-techno, werd het publiek niet echt uitgedaagd. De nodige edge ontbrak, maar verder bracht ze een puike set, zonder meer. (Daan)
De Boombox was té klein voor Lomepal en dat mag je zowel figuurlijk als letterlijk interpreteren. Het was de allereerste keer deze dertigste editie van Dour dat het volk niet allemaal binnenkon in deze hiphoptent. Fans schoven aan tot en met buiten om toch maar een glimp op te vangen van deze Franse rapper én terecht. Het was alleen jammer dat de bas te hard stond, in combinatie met dat iedereen elk woord meezong, was het soms moeilijk om door al het omgevingslawaai nog iets van het originele optreden te verstaan. Toch kunnen we concluderen dat Lomepal probleemloos alle verzen eruit spit met een longcapaciteit waar zwemmers jaloers op mogen zijn. Wat het plaatje compleet maakt is dat hij een fantastische présence heeft, oneindig sympathiek overkomt op het podium en onvermoeibaar in het rond springt. Live klonk alles wat rauwer dan op album en die hardheid had voor ons net dat tikkeltje meer. Wij hopen dat Lomepal snel nog eens eens passeert in een Belgische zaal. (Naomi)