Julien Bakers onversneden leed ontwapent en ontroert in de Botanique

door Mats Antonissen

Gisterenavond bracht de Amerikaanse singer-songwriter Julien Baker in de Botanique een mix van het zopas verschenen ‘Turn out the lights’ en debuutplaat ‘Sprained ankle’ uit 2015. Gedefinieerd door de rauwe emoties die ze met haar sober gitaarspel en naakte teksten teweegbrengt, trok ze een publiek aan dat wist wat het mocht verwachten. En inderdaad, gedurende een uur slaagde Baker er moeiteloos in het publiek met verstomming te slaan en bijna nooit niet te ontroeren.

In alles wat de 22-jarige zangeres al uitbracht, flirt ze met de pathetiek. En dat was ook live niet anders. Er werd gezongen met het hart op de tong en dat uitte zich bijvoorbeeld in ‘Appointments’, opener van de avond. Zo zong ze: “Maybe it’s all gonna turn out all right / And I know that it’s not, but I have to believe that it is”. Als droge flard tekst op je scherm is dat erg sentimenteel. Maar hoe ze dat brengt, als mantra’s van wat haar nog overschiet van hoop – bitter weinig zo lijkt het – en met uithalende stem, maken haar muziek zo prachtig paradoxaal breekbaar en krachtig.

Misschien is het zo dat hoe harder de wonde voor haar gaapt, hoe luider ze haar stem verheft. Onder andere tijdens absoluut hoogtepunt ‘Turn out the lights’ leek die parallelliteit aanwezig. Over een muur van melodisch gitaarlawaai bracht ze al schreeuwzingend het refrein “But when I turn out the lights / There’s no one left / Between myself and me” uit. Het was de emotionele pletwals van de avond, en de concurrentie was niet mals.

Voor alle duidelijkheid: het werd geen avondje trauma’s opsommen en wonden likken. Tussen al het leed door was er ook plek voor – weliswaar ietwat terughoudend – optimisme. De stortvloed aan emoties die ze een uur lang tentoonspreidde stemde misschien niet gelukkig of hoopvol, hoe en het feit dat ze ze naar de buitenwereld vertolkte, wel. Ook een zinnetje als “Lift my voice that I was made” (‘Rejoice’, nog een hoogtepunt), dat daad bij woord voegde, voorkwam dat het zelfmedelijden de spuigaten uitliep. Baker is geen mak lammetje en vecht, met haar muziek onder de arm, terug.

Haar muzikale invloed zien we niet meteen grotere proporties aannemen, ook niet na gisterenavond. Daarvoor is ze te weinig vernieuwend en heel erg genregebonden. Niettegenstaande dat ze blaakt van de durf en veerkracht die zonder meer ontzagwekkend zijn. Dooddoeners slash simplificaties als ‘therapeutisch’ of ‘helend’ niet in de mond te willen nemen, maar katharsis was gisterenavond, voor artiest en publiek, nooit ver weg.