King Gizzard & The Lizard Wizard toont al z’n kleuren in de Vooruit

door Mattias Goossens

De Australische garagerock-sensatie King Gizzard & The Lizard Wizard stond gisteren voor de tweede keer op een half jaar tijd in ons land. In juni gaven ze nog een verschroeiende show in De Kreun, en een paar dagen later stonden ze op Best Kept Secret. Tussen al dat touren door vond het zevental de tijd om maar liefst vijf albums op een jaar uit te brengen. En dus is een show van The Gizz nooit zomaar een herhalingsoefening: een half jaar later zijn er plots drie albums extra om in je setlist te moffelen.

Opener van dienst was Mild High Club, een bevriende Amerikaanse band die tevens meewerkte aan ‘Sketches of Brunswick East’, de jazzy derde uit het vijfdelige reeksje van vorig jaar. In plaats van de spionkop al vroeg op te fokken, bedaarden ze de gemoederen met gezapige gitaarfantasietjes. In het slechtste geval klonk dat als onverschillige indommeldeuntjes, in het beste geval werd er een scheut surfrock toegevoegd. Nog leuk: die afsluitende cover van Roy Ayers’ ‘Everybody loves the sunshine’. We besparen je de weerpraatjes.

Met het dreigende ‘Hells bells’ van AC/DC als opkomstmuziek deed King Gizzard uitschijnen dat dit wel eens de allesverzengende rockshow zou kunnen worden waar de trouwe Gizz-fans al een half op jaar zaten te wachten. Een misleidende openingszet, zo bleek achteraf. ‘Rattlesnake’ deed de voorste rijen dan wel gewillig opveren en zorgde voor een vroege crowdsurfer, het verdere verloop van de show was lang niet zo hitsig als toen in De Kreun. Enerzijds was er de uitgebreide setlist met nummers vanop alle vijf de albums die King Gizzard vorig jaar uitbracht, waardoor er meer rustpunten in de set slopen. Anderzijds maakt zo’n uitgebreide discografie dat niet iedereen die een kaartje koopt elk detail van alle platen kent. De singles (‘Sleep drifter’, ‘The lord of lightning’, ‘Crumbling castle’) bleken de voornaamste herkenningspunten, en het openingstrio van ‘Nonagon infinity’ was voor velen het moment om helemaal los te gaan.

Desondanks zaten er al vroeg in de set enkele hoogtepunten. In de openingsnummers speelde de microtonal banana van frontman Stu Mackenzie (een gele, microtonaal gestemde gitaar) een hoofdrol. Zowel nummers uit de naar de gitaar vernoemde plaat als enkele microtonale nummers uit recentste plaat ‘Gumboot soup’ (‘Greenhouse heat death’ en ‘All is known’) passeerden de revue. Vooral dat laatste nummer bleek live een oplawaai van jewelste. Ook het op plaat gemoedelijke ‘Sleep drifter’ mocht in de Vooruit venijnig uithalen.

Het was een gewaagde keuze om het derde deel van ‘Murder of the universe’ live te brengen. Daarin speelt Han-Tyumi de hoofdrol, een verwarde cyborg die ervan droomt om ooit eens goed te kunnen overgeven – een eigenschap waar de gemiddelde Gentenaar in uitblinkt. Het mondde uit in een hardrock-epos waarin Black Sabbath nooit veraf was en waarin opzwepende dubbele drums afgewisseld werden met dwarsfluit-intermezzo’s. Als er één ding is dat de Australiërs nog meer typeert dan hun productiviteit, dan is het wel de veelzijdigheid van hun creaties. Dat werd in de Vooruit ten volle uitgespeeld.

Zodra de riff van ‘The lord of lightning’ ontketend werd, barstte de boel voor het podium pas echt los. Even werd in de outro geknipoogd naar ‘Cellophane’, maar dat bleek wederom een schijnbeweging. Wel kregen we alle hoeken van ‘Crumbling castle’ te zien. Opnieuw gejuich toen een uur ver in de set ‘Robot stop’ werd ingezet, samen met ‘Big fat wasp’ en ‘Gamma knife’ goed voor de wildste draaikolk in het publiek. Net toen de zaal haar kookpunt bereikte, greep King Gizzard terug naar ‘Quarters’, een collectie van vier nummers van elk tien minuten en tien seconden lang. Zowel ‘The river’ als ‘God is in the rhythm’ werden daaruit geplukt, en met de robotstem van Han-Tyumi over de outro kreeg dat afscheid wel een heel groot Pink Floyd-gehalte.

Na anderhalf uur lang gedaantewisselingen schoten de lichten onverbiddelijk aan, en de gehoopte toegift bleef jammer genoeg uit. Wie kwam om zichzelf te verliezen in een zee van dampende lijven droop waarschijnlijk lichtjes teleurgesteld af. Wie echter vooral wou ontdekken wie die gekke Australiërs met hun vijf albums uit 2017 juist zijn, zag alle vragen beantwoord.