Mala en Kode9 laten de bassen ratelen in de VK

door Daan Leber

Dubstep zit al enkele jaren in een soort verdomhoekje door de acceptatie van de Skrillex’en van deze wereld . Toch blijven de pioniers graag geziene gasten in het podium- en festivalcircuit. De VK wist uit te pakken met een wel enorm sterke double bill. Aan de ene kant had je Mala, door zijn eigen werk (zowel solo als samen met Coki onder het alias Digital Mystikz) en als oprichter van het Deep Medi-label, persoonlijk verantwoordelijk voor een enorme hoeveelheid aan classics. Aan de andere kant kwam ook Kode9 naar Brussel afgezakt. Zijn albums met The Spaceape zijn uiteraard ook dubstep-klassiekers, maar de meeste impact maakt hij toch in zijn hoedanigheid als Hyperdub-CEO. Hierdoor is hij niet alleen verantwoordelijk voor het laten ontbolsteren van Burial, maar bracht hij ook footwork en gqom naar Europa.

De Brusselse producer Beatsforbeaches mag dan wel interessante eigen producties hebben, in de VK opteerde hij voor een set die vooral bestond uit mellow dubstep, wat een goeie keuze bleek te zijn om de zaal langzaam klaar te stomen voor grote namen Mala en Kode9. In zijn selectie had ieder nummer wel een eigen aandachttrekkend accent, gaande van een vleugje grime of wat reggae, tot 8-bit sounds of een soulvolle vocals.

Bunzer0, een veteraan in de Belgische scene, gooide het meteen over een andere boeg. Via tribal-percussie en Oriëntaalse geluiden die de rand met pastiche opzochten, vuurde de bijna-vijftiger energieke en hardere dubstep af. Dat de man bakken vol ervaring heeft, was wel duidelijk. Met goed gedoseerde, en dus uiterst efficiënte tracks die wel wat brostep-elementen in zich hadden, voelde hij aan waar het publiek naar toe wou. Gelukkig werd er niet voor de overkill gegaan. Het hoogtepunt van de set viel richting het einde. De drietrapsraket van ‘Systematic error’ (Sleeper & Youngsta), “digi-reggae” en Coki’s ‘All of a sudden’ wist op een verfijnende manier de vlam in de pijp te laten slaan.

Met Latijns-Amerikaanse gitaarakkoorden begon Mala beatloos aan zijn headlinerset. Heel lang duurde dit echter niet, want het tweede nummer was enorm bombastisch en orkestraal (zeker door een sample uit ‘The good, the bad and the ugly’). Subtiel was het niet meteen, effectief daarentegen wel. Van ruwe “elektronische” dubstep schakelde hij via de gebroken stijl van Commodo, een producer die de laatste jaren hoge ogen gooit in het wereldje, naar meer diepe en naturelle dubstep. Dat betekende echter niet dat er geen duidelijke pieken aanwezig waren. Een remix van Max Romeo’s ‘Chase the devil’ liet de menigte uiteraard uit hun dak gaan, maar vooral het vervolg wist indruk te maken.

Na ongeveer een uur demonstreerde Mala de fysieke kracht van dubstep. Een intense wall of bass liet letterlijk je borstkas schudden, zeker wanneer hij nog dieper in zijn platentas dook, om op te duiken met tracks die zich vooral richtten op het low end-spectrum. Een enkel moment werd voorzichtig een uitstapje gemaakt naar meer uk bass-sounds, maar al snel keerde de dj terug naar strikte dubstep. Het laatste halfuur was een zegeronde voor Mala. Via Aardvark’s ‘Monkey see’ ging het naar grime, om terug te keren naar zijn eigen ‘Changes’ en, als ultiem hoogtepunt, de Kahn en Neek remix van grime-klassieker ‘Topper top’. Mala bespeelde het hele spectrum van dubstep, gaande van de diepere old school, naar ruigere, licht-brosteppy selecties. Maar wat vooral deed smaken naar meer, waren de zeldzame beatloze nummers. Op een andere plaats en tijdstip zou die “cratedigger-kant” van de aangespoelde Antwerpenaar zeker tot zijn recht komen en tot een meer onvoorspelbare set kunnen leiden.

Na het eindsalvo van Mala kon Kode9 bijna niet anders dan doorgaan op de grime-sfeer. Toch wist hij vrij snel uit dat keurslijf te springen, via schijnbaar moeiteloze genre- en tempowissels. In de eerste 20 minuten passeerde onder andere instrumentale hiphop, de drill-rap van CB en ‘Summer dreams’ van Skream. Een eerste opstoot van energie, en een goeie voorspeller van de mood van het vervolg van de set, werd bereikt met razendsnelle singeli. Desondanks besloot Kode9 toch nog even te vertragen, waardoor het vervolg een heel stuk lomer (en minder spannend) klonk dan waarschijnlijk de bedoeling was. Dat euvel werd echter vakkundig rechtgezet door opzwepende bass en gqom aan elkaar te koppelen.

Toch leek het alsof Steven Goodman zichzelf wou saboteren. De sterk geautotunede trap viel volledig mis. Waar we normaal gezien een blind vertrouwen hebben in de Hyperdub labelbaas, kwam hier toch een klein deukje in. Halverwege kwam echter een nodige “reset” aan de hand van Special Request. De frenetieke breakbeats waren het auditieve teken dat de sluizen opengezet waren. De tweede helft van de set bestond voornamelijk uit footwork en ghetto bass, zowel in de conventionele zin, maar ook met een fel gesmaakte passage van Jlin. Uiteraard is de brug met jungle dan makkelijk gemaakt, en kregen we nog meer amen breaks voorgeschoteld. Naar het einde toe creëerde Kode9 wat meer ruimte voor meer spielerei, zoals een DJ Paypal remix van Drake, een streepje gabba, een singeli mashup van Wiley en Sean Paul of het teasen van ‘Midnight request line’ terwijl de footwork voortdenderde. En uiteraard kon ook Burial niet ontbreken, ‘Claustro’ was een passende afsluiter van een gevarieerde set, waarbij Kode9 moeiteloos (op een kort stukje na) Londen, Chicago, Kampala en Durban aan elkaar verbond.

Onder andere Sofiana Saidi & Mazalda en Adrien Sherwood komen in de komende weken naar de VK, meer info en tickets vind je op de website van de zaal.