Massive Attack slaat en zalft in Paleis 12, 10 februari 2016

door Jonas Van Laere

Kortweg Massive, zo heette de band tijdelijk bij de release van ‘Unfinished sympathy’ om controverse ten tijde van de Golfoorlog uit de weg te gaan. Gewoonweg massive is de samenvatting van het geheel dat het publiek mochten savoureren bij hun passage in Paleis 12. Terug van nooit echt helemaal weg geweest.

Op 10 februari 2016 speelden Massive Attack en Young Fathers in Paleis 12 te Brussel. Xavier Marquis ging op pad om foto’s te maken, Jonas Van Laere schreef een verslag.

Het is geen toeval dat Young Fathers de debatten opent op deze tour. Het Schotse trio, fiere bezitters van een Mercury Prize voor hun album ‘DEAD’, omzwachtelt een duidelijk politiek geladen boodschap met een optimistische, popgerichte sound. De drievuldigheid percussie, soul en hip-hop krijgt extra slagkracht door de harmonische driestemmigheid waarbij zelfs de grootsheid van deze concerthal nooit een spelbreker dreigt te worden. De dynamiek waarbij zware electrobassen en licht pompende beats afgewisseld worden met de unieke combinatie van stemtimbres en fysieke overgave mist zijn effect niet. Ok, deze heren komen wellicht nog tien maal beter tot hun recht in een groezelige zaal met lage plafonds en heet stomende lijven. Ze slagen er toch maar mooi in om hun positief politiek engagement over te brengen op het ondertussen enthousiaste publiek.

Wie Massive Attack ooit live aan het werk zag, weet dat de lat immer hoog ligt. De recensies van vorige Belgische passages de laatste tien jaar liegen er niet om. Vernuftig, herkenbaar en toch onvoorspelbaar. De triphoppers kennen niet alleen het klappen van de zweep, ze zijn de zweep die teder maar genadeloos slaat en zalft. Enkele observaties die hiervoor de basis leggen:

Vaststelling 1: Overdaad schaadt, oog voor detail doet excelleren

Massive Attack slaagt er telkenmale in grootsheid secuur te verpakken en extra kracht toe te voegen. Zo kreeg ‘Safe from harm’ een overweldigend einde mee zonder de kern van het nummer oneer aan te doen. Het geheel is meer dan de som der delen zegt men, maar daarvoor moeten de delen ook niet meer willen zijn dan de som. En net daarin excelleert de band. Geen egotripperij bij de gastzangers, wel een prominente plaats in dienst van het totaalpakket. Muzikanten die hun ondergeschikte rol met veel branie en verve invullen en slechts zeer sporadisch en kortstondig op het voorplan mogen treden. De uitmuntende gitaarsolo tijdens ‘Angel’ verhief het nummer zonder het te overheersen.

Ondanks de wat valse start met te felle en flitsende beelden tijdens de eerste nummers, waardoor blijven kijken een opgave was, waren de visuals en lichteffecten bescheiden doch uiterst effectief. Ja er kwamen lasers aan te pas, ledschermen die draaiden en kolonnen aan de zijkant die voor extra sfeer moesten zorgen, maar ook zij dienden voortdurend het geheel. Tijdens ‘Unfinished sympathy’ stond Deborah Miller enkel te baden in wit licht, de muziek had namelijk geen nood aan meer opsmuk. Terwijl Martina Topley-Bird omringd werd door een gouden gloed gedurende ‘Paradise circus’, warm en broos rond het haardvuur.

Vaststelling 2: Een oude vos verliest zijn streken niet

Politiek stelling nemen zonder daarbij op het preekgestoelte te gaan staan is weinigen gegeven. Nooit werd het publiek meegezogen in een persoonlijk betoog, niettegenstaande dat iedereen met een duidelijk beeld van de gedreven standpunten van de band naar huis ging. De visuals bij Massive Attack dienen sinds mensenheugenis meer dan de spektakelwaarde. ‘United snakes’ – de titel spreekt reeds voor zich – werd opgesmukt met razende beelden van nationale vlaggen en logo’s van grootbanken en multinationals. De specifiek aangehaalde landen en merken verbaasden geenszins. ‘Girl I love you’ werd doorspekt met cijfermateriaal over de vluchtelingencrisis, referend naar het toenemend egoïsme en NIMBY-gegeven in het Westen. Wist u namelijk dat Groot-Brittanië tot nu toe slechts 8000 officiële Syrische vluchtelingen opvangt en Turkijke het doet met meer dan 1,8 miljoen? Schrijnende beelden flitsten voorbij en bleven steeds even op het netvlies branden.

Telkenmale is het frappant om doorheen de jaren tijdens ‘Inertia creeps’ faits divers van de dag (“Ik ben Jill en ik krijg wat ik wil”, “Gillis is de mol”, “Witte kist en gouden auto tijdens begrafenis Eddy Wally”) te zien afwisselen met harde koppen over oorlog en politieke malaise. Deze heren schoppen nog steeds met plezier tegen menige scheen maar verkiezen subtiliteit boven frontale aanval en brengen tijdens nieuwkomer ‘Take it there’ voor de verandering ook verbindende boodschappen. Het mocht zeker wat minder politiek geladen, al maalt de pacifist in ons er niet om. Niettegenstaande we nog steeds licht agressief werden van het beschonken schorriemorrie dat een concert als ideale omgeving ziet voor demonstratief ambetant gedrag, zijnde koffiekletserij, uitzinnig gemuil en navenant overdreven danspartijen waarbij ledematen meer plaats innemen dan goed is voor de nabije medemens. 

Vaststelling 3: Eigenzinnig, consequent en vernieuwend

Vijf nummers uit het hun iets mindere ‘Heligoland’, een bisronde waarin drie gloednieuwe songs zaten en eindigen met het traag passieve ‘Splitting the atom’. Geen keuze voor instant succes dus. ‘Karmacoma’ en ‘Butterfly Caught’ ontbraken als hits in een set die even eigenwijs als fijnzinnig in elkaar zat. Young Fathers keerden met glans terug in de bisronde om met ‘Voodoo in my blood’ en ‘He needs me’ hun ware potentieel op het podium te toveren (dringend ook een echte band aanschaffen, dudes). De toevoeging van meer hip-hop en soul gaven een nieuwe dimensie aan het al multidemsionale oeuvre van Robert Del Naja en Daddy G. Waaruit we enkel het beste kunnen verhopen voor een tweede ep en een lp die nog dit jaar zouden gereleased worden. Want ook de toevoeging van Azekels hoge en zachte stem aan het arsenaal gaststemmen kon bekoren.

Daarnaast is standvastigheid troef want aan het concept en de aanpak is na al die jaren weinig veranderd. Gastzangers die ondertussen als vast meubilair mogen aanschouwd worden, visuals waarbij de kerngedachte enkel een update krijgt en muzikale omkadering waarbij geen detail over het hoofd wordt gezien. U kan voor of tegen deze behoudensgezindheid zijn, zijn effect mist ze voorlopig nog niet.

Vaststelling 4: Variatie, afwisseling en diversiteit

De aanvang met ‘Battle box 001’ en ‘United snakes’ was pompend, bombastisch, krachtig en epileptisch, waarna de blauwe gloed tijdens ‘Risingson’ relatieve rust ademde. De gemoedelijke triphop van ‘Psyche’, het ruimtelijke van stevig middenrif voorziend ‘Future proof’ tot de hip-hop tijdens ‘Voodoo in my blood’, kreeg telkens een bijpassend kleurjasje aangemeten. Een extra injectie aan krachtdadigheid filmisch en precies ingezet alsof een kleurconsulente er zich mee gemoeid had. Additionele stemmen kwamen af en aan, waardoor het publiek telkenmale in een andere gevoel ondergedompeld werd. Massive Attack kiest bewust voor de variatie en is daarmee ook niet afhankelijk. Al moet elk element precies op zijn plaats vallen en ligt hierdoor de lat voor elke radar heel hoog. Het is een berekend risico om te roteren, want indien je erin slaagt om niet in te boeten aan kwaliteit blijf je als band en als publiek fris, alert en begeesterd. Verandering van spijs doet eten, nietwaar?

Besluit: mits het wegwerken van enkele kleine schoonheidsfoutjes wierp Massive Attack zich op als ideale headliner voor een weidebedekkend muziekgebeuren ergens in augustus.