Oklou brengt in de Botanique liefdesnummers met een dystopisch kantje

door Ewout Pollaris

Met Oklou en Simili Gum trakteerde de Botanique ons op een avond vol avant-garde uit Parijs. Al was het Oklou die uiteindelijk met alle pluimen ging lopen na een tegenvallende performance van haar vriend Simili Gum. De parisienne toonde zich als een echte avant-garde popster. Ze toonde geen enkele angst om haar nummers kracht bij te zetten met haar elektrische gitaar en beats. Tegelijkertijd kon ze het publiek bekoren met tedere nummers die ze akoestisch durfde brengen.

Simili Gum, een goede vriend van Oklou, kreeg de eer om de avond op gang te trappen. Zijn eerste nummers waren redelijk langzaam en waren gebouwd op akoestische instrumenten. Naarmate de set vorderde durfde hij steeds meer en meer zijn beats los te gooien. “Ik heb deze nummers geschreven toen ik diep zat”, gaf hij toe waarop hij vrolijke nummers beloofde. In deze nummers durfde hij helaas zijn stem niet volledig te gebruiken, waardoor het een klein beetje naar hiphop neigde door het snellere tempo, zeker omdat hij veelvuldig gebruik maakte van triolen in zijn verses. De mix tussen pop en hiphop was in dit geval helaas geen geslaagd experiment.

Vervolgens mocht Oklou het podium betreden. De Parisienne kwam in Brussel haar nieuwe album ‘Galore’ voorstellen. Het album was opvallend akoestisch in tegenstelling tot zijn voorganger die voornamelijk uit post-club beats bestond. Een reden zou de klassieke opleiding die de artieste genoot en waar ze nog steeds veel inspiratie uit haalt. Openen deed ze dan ook met het titelnummer van de plaat. De intro had veel weg van klassieke muziek, waarmee ze meteen haar passie hier voor duidelijk maakte. Hier durfde ze wel haar volledig stembereik te gebruiken. Meer nog: haar stem was steeds loepzuiver en waarlijk mooi.

Vervolgens dook ze achter haar toetsen en zette ze haar set verder met ‘Fall’, waarmee ze – met enkele kuchjes – de link met het nieuwe seizoen aankaartte. Daarna liet ze op ‘Unearth’ voor de eerste keer haar typische beats los op het publiek, iets wat met luid enthousiasme werd onthaald.

Ook op ‘Nightime’ onderstreepte ze haar liefde voor klassieke muziek. Ze zette het nummer op haar eentje in met behulp van een piano en werd begeleid door elektrische gitaar. Ook op ‘Astorios’ en ‘What’s good’ bleef ze achter haar toetsen zitten. Die laatste was overigens een nieuw nummer, teken dat er een nieuw project op komst is? “I’m still kind of lost / don’t know how to trust”, besloot ze het romantisch nummer op drastische wijze.

Na deze leuke frisse wind stond de zangeres op van haar klavier en zette ze ‘God’s Chariots’ in, een mysterieus nummer dat extra tot zijn recht kwam met erg spannende visuals. Ze bouwde het nummer prachtig op tot een climax waar de beats eindelijk boven de synths durfden gaan. Het was duidelijk een publiekslieveling, samen met ‘Girl on my throne’. Hetzelfde verhaal kwam ook terug op ‘Entertnmnt’, nog een nummer dat niet op ‘Galore’ stond en bovendien geproduceerd is in samenwerking met Mura Masa.

Op dat moment besloot ze dat het tijd was voor een rustmoment. Ze ging er bij zitten en bracht enkele tedere nummers met behulp van haar gitaar (in harmonie met de gitarist die haar vergezelde). Ze sloot het rustige deel af met ‘Being Harsh’, een cover van A.G. Cook. Op dit nummer liet ze de akoestische gitaar volledig zege vieren. Door dit rustige deel en de langzame opbouw in de opening van de set wist ze te doen wat op haar recente langspeler minder lukte: een synergie vinden tussen de rustige nummers met klassieke invloed en nummers met hevige beats.

Na dit deel had de zangeres nog een waar slotoffensief in petto. Op ‘Another night’ nam ze ook zelf haar gitaar erbij, wat het nummer extra pit gaf. “You can wait another night / It’s okay to waist your time“, prevelde de zangeres. Eindigen deed ze met het uiterst droevige ‘I didn’t give up on you’. “Don’t forget all the springs to come”, smeekte ze waardoor het nummer al snel een erg droevig liefdesnummer werd. Liefdessongs met een dystopisch kantje bleken uiteindelijk een constante te zijn in haar set. Voortdurend loste ze teksten die de romantiek doorprikten: “What if we weren’t scared of being alone“.

Voor haar encore verscheen de zangeres wat zenuwachtig terug op het podium. Ze gaf toe dat ze hier niet zo goed op was voorbereid en wist ook niet in welke toonaard het nummer stond. Een kleine domper op een fantastisch concert. “This is how I’m getting back to my real life“, besloot ze. Dat is wat wij ook uiteindelijk deden.

In Botanique kun je binnenkort verder Slow Crush (20.10), Nihiloxica (22.10) en Claire Laffut (23.10) aan het werk zien. Een volledig overzicht en tickets vind je via de website van de zaal.