Sasami kampt met keuzestress in de Botanique

door Pieter D'Hooghe

‘Rock’s Next Big Thing’ was de lovende omschrijving die The Fader bovenhaalde toen ze vorig jaar de nieuwe single van Sasami mochten releasen. “Amerika over Amerikanen”, denk ik dan maar toen ik de artieste enkele maanden geleden zelf aan het werk zag op Sonic City, overviel mij toch meteen ook een gevoel van… Grootsheid. Potentieel. Daadkracht. Met slechts drie gereleaste songs als aanvalsmiddel deed Sasami Ashworth al mijn verdedigingen sneuvelen.

Het verhoogde de verwachtingen voor het optreden in de Witloofbar – zo’n zaal waar er wel eens een legendarisch concert plaatsvindt van iets dat later enorm groot wordt – alleen maar. Ik was zelfs wat nerveus want ik verkoop de jonge Amerikaanse sinds november als ‘de vrouw die indierock gaat redden’ en ik hou er echt niet van als ik foute inschattingen maak. Zenuwen waren er bij Ashworth zelf niét bij. “What’s up, asslickers?” waren haar eerste woorden en daarmee was de toon ook meteen gezet. Dat ‘asslicking’ was trouwens iets wat doorheen haar set nog veel terug zou keren in de bindteksten. “It’s the twenty-first century, for God’s sake. Try it once!” of “Everybody close your eyes so you can’t see what the person next to you answer when I ask if you all like asslicking!”. De onzinnigheden van de jonge Amerikaanse zijn een deel van wie ze is. Geen rolletje of fake confidence ofzo. Nee, Sasami Ashworth is een flapuit die geen twee keer nadenkt over wat ze zegt. Fantastische eigenschap, al kreeg ze het stijve publiek in Brussel iets moeilijker mee. Belgen: immer gereserveerd.

Gelukkig was er nog muziek ook. Als alumnus van Eastman School of Music (2012), ex-lid van Cherry Glazerr, contributing artist bij Vagabon, Curtis Harding en Wild Nothing en producer van oa SOKO heeft de Amerikaanse haar waarde al wel bewezen maar er zijn al grotere namen door de mand gevallen wanneer ze solo gingen. Niet zo bij Sasami, lijkt mij, al is enige voorzichtigheid nog geboden. Het statement dat ik eerder maakte (redster van de indierock) moet ik na haar passage in de Botanique een beetje bijstellen. Het optreden was over de hele lijn goed en wanneer ze zichzelf na een zweverig ‘Not the time’ een B+ toekende, kunnen we daar mee leven.

Er waren echter ook momenten waarop ze verzakte in het ‘emotionele-softrock-luister-naar-mijn-sobstory’ truukje en dat is waar het schoentje wringt. Sasami kán een belangrijke rol gaan spelen in indierock de komende jaren maar dan moet ze een keuze maken. Ze kan gaan voor de softrock aanpak en terecht komen in het rijtje Soccer Mommy, Snail Mail en aanverwanten. Geen slecht volk om bij te zitten, maar een iets te uitgebreide groep om uit te springen. Ik hou van hen allemaal maar ik vergeet hun naam als ik er een maand niet naar geluisterd heb. Ze kan ook kiezen om – zoals ze gisteren enkele keren deed en daarmee mijn adrenalinelevels danig deed stijgen – het hardere werk te omarmen. Speel met die feedback, schreeuw frustraties in het rond, ga liggen op het podium terwijl je een solo uit je vingers tovert én blijf vooral bluntly honest in bindteksten. Het lijkt mij de betere richting om uit te gaan want ik geloof dat ze dat niveau een heel optreden kan aanhouden. Het zou zonde zijn mocht haar talent eeuwig onderkend blijven als ‘dertien in een dozijn’.

Op zich weinig klachten over het optreden gisteren. Vijfenveertig minuten was een goede lengte, de harde uithalen zinderen nog altijd een beetje na en de momenten waarop het wat inzakte zijn vergeten. Vrijdag (8 maart) komt haar debuutplaat uit en daar hield Ashworth naar eigen zeggen ‘emotional stretchmarks’ aan over. Die zullen het ongetwijfeld waard zijn, al hoor ik haar volgende keer misschien liever vertellen hoeveel blauwe plekken ze overgehouden heeft aan het maakproces van de opvolger.

‘SASAMI’ verschijnt op 8 maart via Domino Records (V2 België).

In Botanique kun je nog naar Meg Mac (16.03), Barns Courtney (26.03), Ex:re (06.04) gaan. Een volledig overzicht vind je op de website van de zaal.