Schipperen tussen intimiteit en uitbundigheid met Eefje de Visser in de AB

door Geerhard Verbeelen

Eefje de Visser is in ons land geen onbekende meer. Haar laatste langspeler ‘Nachtlicht’ werd hier goed onthaald en kreeg geheel terecht een mooi plaatsje in onze lijst met beste albums van het jaar. Het was uitkijken of ze deze uitstekende plaat kon vertalen naar een voortreffelijke live-performance. We troffen de artieste aan op een van de laatste concerten van haar tournee in Brussel.

Het voorprogramma werd verzorgd door Samowar. De Antwerpse stond helemaal alleen op het grote podium van de AB. Een beetje aarzelend begon ze aan haar set, maar ze groeide met de minuut. Ze stak haar begeleiding live in loops en het repetitieve zorgde voor een boeiende sfeerschepping. Met glitchy beats kregen we een exotisch klankentapijt voorgeschoteld, waarbij de jonge vrouw haar mooie stem door de zaal liet schallen op een (soms te) experimentele achtergrond. Samowar bleek een charmante opener te zijn, geheel in de nieuwe, elektronische stijl van de hoofdact.

eefje de visser

Want wie kwam om zich in slaap te laten wiegen door de zeemzoete stem van Eefje de Visser was eraan voor de moeite. Blakend van het zelfvertrouwen betrad ze furieus het podium. Van het fragiele meisje met de gitaar was geen sprake meer: voor ons stond een volwaardige frontvrouw. Haar bindteksten waren schaars, maar dat deerde niet. De muziek sprak voor zich.

Eefje de Visser live is tegenwoordig meer dan enkel deze ravissante artieste. Ook al is haar stem een instrument op zichzelf, de toevoeging van een volwaardige groep muzikanten zorgde toch voor een welgekomen portie diepgang aan haar optreden. De begeleiding was niet nodeloos complex en het was net die eenvoud waarin Eefjes engelenstem het best tot haar recht kon komen.
Het verschil met de muziek op haar platen was dus opmerkelijk en daar malen we niet om. Live werden de krachtige stukken extatisch, de emoties heftiger en de stiltes oorverdovender.

“Oh als we maar wel weten waar naartoe”, zong ze tijdens ‘Naartoe’. De inwoonster van Gent wist verdomd goed waar ze heen wou. Al vanaf de eerste noten zoog het vijftal ons in een energiek begin naar hen toe. De set was geweldig gevarieerd, met een aangename wisselwerking tussen oude en nieuwe nummers. Het oudere werk als ‘Nee joh’ en ‘Trein’ werd weliswaar vervormd tot moderne, elektronische versies, waardoor er sprake was van een consistent geheel. Toch speelde de Nederlandse graag met contrasten. Zo zit er al een duidelijke tegenstelling vervat in de titel van haar laatste plaat ‘Nachtlicht’. De vage toestand tussen licht en donker was precies de sfeer die dit optreden omarmde.

In nummers als ‘Mee’ en ‘Jong’ trakteerde Eefje ons op een ingetogen opgewondenheid. Sierlijk kronkelend bewoog ze haar Nederlandstalige poëzie doorheen de dromerige atmosfeer. De Ancienne Belgique werd omgetoverd tot een balzaal van sensualiteit. Het ene moment resulteerde dat in een duister minimalisme, terwijl elders in de set dansbare losbandigheid de bovenhand nam. Het merendeel van de show bestond uit in beats gedrenkte nummers waarbij trefzekere slagen op de drums en glijdende synths het geheel omhoog stuwden tot een enthousiaste hartstochtelijkheid. Stilstaan was geen optie meer, pienter opgebouwd tot aan de climax mondde zo bijvoorbeeld ‘Staan’ uit in een stevige raveparty. Welgekozen rustpunten als het melancholische ‘Er is’ boden soelaas na de uitgelatenheid. Hoewel de titel het niet deed vermoeden, duwde ‘Wakker’ ons paradoxaal genoeg nog dieper in de droomwereld die de band creëerde.

De band leek enorm goed op elkaar ingespeeld te zijn. Gooi daar nog eens de nodige dosis gedrevenheid bij en je kreeg een optreden dat ongetwijfeld een meerwaarde was aan het beluisteren van haar platen. De beat van afsluiter en publiekslieveling ‘Scheef’ imiteerde zo onze lichtjes geagiteerde hartslag van het moment. Voldaan zochten we het nachtlicht op, traag boven water komend uit de zee van verwondering die Eefje de Visser schiep.

Foto van Imke Van Steenkiste