Scratch The Surface verzamelt de gekste Belgische gitaren op eerste editie

door Milena Maenhaut

De eerste editie van Scratch The Surface, een gloednieuw showcasefestival in de Antwerpse Kavka, stond garant voor meer dan twaalf uur Belgisch gitaargeweld. Aangezien bijna alle bands opgevist werden uit de garage-, punk- en noise-wereld, moesten de artiesten hun best doen om op te vallen. De grens tussen podium en publiek werd daarbij volledig van de kaart geveegd.

In vergelijking met wat zou volgen, bracht opener en vi.be-winnaar Poppel vrij brave rock met zonnige garage- en postpunk-invloeden. Zo deed de band uit Turnhout ons bij momenten aan Newmoon denken en bewees de groep ook zonder prominente zang sterk te staan. Poppel betrok als eerste het nog beperkte publiek door ons aan het namenrondje te onderwerpen. The Waltz begon nadien echter wat harder aan de decibelmeter te schudden. Met synth-laagjes gaven ze een slimme extra dimensie aan het klassieke grunge-geweld. Het vijftal speelde zonder probleem het daglicht uit de Cafe Stage. Bovendien hoorde ook Studio Brussel The Waltz schreeuwen in ‘Ferocious’ – de groep sleepte onlangs een selectie voor De Nieuwe Lichting 2018 in de wacht.

Wat groeit er aan die Limburgse fruitbomen? Voor de urgentiefactor van de postpunkers van Fornet was het podium te klein. De drum moest meermaals opnieuw vastgezet worden en de muzikanten sprongen elkaar bijna van de planken. Met een stem die het timbre van Shht benaderde en de eigenheid van provinciegenoten Whispering Sons, wervelde Fornet met opzwepende riffjes door de set. Een hoogtepunt vormde ‘Erase (I’m alive)’. Fornet maakte het Belgische postpunk-landschap een pak groter, nu nog hopen dat ze daar eindelijk erkenning voor krijgen.

Voor wie een aanstekelijke uitlaatklep zocht, was de meest gekoesterde ontdekking gisteren Capibara. De slackers boden een melancholisch alternatief voor al het gedreun met gevarieerde en zorgeloze gitaarriedels. Knap opgebouwde introotjes en opzwepend gitaargetover gaven het nummer ‘Summer slacks’ een hitpotentieel én een Red Hot Chili Peppers-jasje. Van hetzelfde walletje aten de reeds gevestigde heren van The Geraldines. Net als Fornet rockten ze elkaar van het podium. Met een stem die klonk alsof die nu eens al het leed van de wereld draagt en dan weer op adrenaline teerde, combineerden de heren in hun reliëfrijke set een luide punk-factor met hartverscheurende indie. In ‘Fluff’ werd de weemoed aangevuld met heerlijke gitaarwervelingen, en ‘Liar’ deed de urgentiemeter weer in het rood gaan.

De veteranen van Mountain Bike klonken in eerste instantie net iets te polijst om uit de gekke affiche te springen. Geleidelijk aan gaven ze echter meer vonken in ‘I lost my hopes – in paradise’, dat magistraal uitgesponnen werd. Mountain Bike toonde zich bovendien meester in de louter instrumentale stukjes. Dat garage echter beter is met een hoek minder bewees Moar. Met een grijns van de kat uit ‘Alice in wonderland’ op het gezicht brachten de epileptische klopgeesten rommelende en vuile garagerock.

Ietwat zachtere en dromerige sferen vonden we bij Slow Crush. Hoewel de stem van de frontvrouw onze trommelvliezen streelde, dreunden de bassen er meedogenloos doorheen. Dat de band niet van diversiteit blaakte, werd gecompenseerd door het draagvlak dat de stem vormde voor de prangende percussie. Helaas dreigden de vocals af en toe in dat draagvlak te verdwijnen. Ook Josefien Deloof gaf onze oordopjes een pauze. Josefien behaalde dezelfde avond nog de tweede plaats op Westtalent en schrijft naar eigen zeggen “rustige liedjes over liefde enzo”. Helemaal alleen op de grote Main Stage had haar bejubelde stem genoeg draagkracht voor een volledige backband. Beheerst betoverde ze het publiek met een half uurtje akoestische verademing. Daarnaast deinsde ze niet terug om het simpel gitaargetokkel af te wisselen met een meer opzwepende variant.

dirk.’s springere frontman leek een stemvervormer ingeslikt te hebben als kind. Spelend met vocale uitschieters à la Equal Idiots, voegde hij een onverschillige attitude aan de band toe. Daarnaast balanceerden de Humo’s Rock Rally-finalisten handig tussen gitaarstormen en prominente teksten. In het rijtje van opmerkelijke podiumpresence en vuilheid pastte ook Electric)noise(Machine. De rockers legden de grens tussen planken en publiek aan banden met hun volwassen noise. “Ik wil jullie gewelddadiger zien”, aldus de frontman, waarna hij van dichtbij ging kijken of er überhaupt nog iets in de oren van het publiek zat. De vorkvormige gitaar prikte je knieën los en de microfoon vloog in het rond.

Als Electric)noise(Machine de grens met het publiek tergde, werd die volledig over boord gekieperd door Cocaine Piss. Waar die eerstgenoemde de micro de lucht in jongleerde, wond Cocaine Piss’ koningin van de onderwereld de draad om zich heen. Frontvrouw Aurélie Poppins had vrienden mee en die gingen tijdens de set op haar gaan liggen, waarna ze ongestoord ‘Toxic bullshit’ verderzette. Gewapend met kniebescherming en sportkledij sprong ze als een op tilt geslagen opwindpop door het publiek. Na een korte set ging Cocaine Piss’ orkaan even snel terug liggen als die begon. Ook It It Anita ging uit van het ‘alles moet kapot’ – principe met feedback-experimenten en sterke instrumentale onweren. De drummer had een zwembroek aangetrokken om al dat transpireren te slim af te zijn. Zo sprong hij van het podium om tot twee keer toe met het hele drumstel naar de andere kant van de zaal te verhuizen. Op die manier verzekerde It It Anita zich (onnodig) dat ook de achterste rij alles gehoord had.

Specialleke van de dag: Shht ???? #kavka #scratchthesurface #shht

Een bericht gedeeld door Lisa (@lisavnmry) op

Aan wie vond dat het wtf-gehalte van de avond een plafond bereikt had en wie dacht geen energie meer te hebben, gaf Shht ongelijk. Als er dan nog conventies overeind bleven staan, gaf het vijftal die een schop onder de kont met vliegende bezemstelen en vuurwerkstokjes. Ook het publiek mocht meedoen en kreeg dan al eens een enthousiaste veegborstel -met sympathieke verontschuldigingen achteraf- op het hoofd. Dat alles speelde Shht voor mekaar zonder het muzikale naar de zijlijn te schuiven. De frontman kon dan wel driftig “I can’t control myself” zingen, hij toonde zich tevens koning van de stemvervormer. Ondanks al het geklim op de monitoren, behield hij de controle in een uitstekend samenspel met de bandleden. Dat kan alleen Shht. Zo vormden de Gentenaars de uitgelezen afsluiter van een dag gitaargedonder. Met een line-up die zelfs de artiesten indrukwekkend vonden, heeft België er een nieuw festival om te koesteren bij.