Verslag Bill Callahan + Alasdair Roberts in de AB op 11.02: eigenzinnige meester

door Wouter Ollevier

Bill Callahan heeft al een artistieke carrière van meer dan twintig jaar op zijn conto staan. Onder de schuilnaam Smog bracht hij 13 langspelers uit, maar sinds 2007 speelt en toert de man onder zijn eigen naam en bracht hij met ‘Apocalypse’ in 2011 een album uit dat  een plaats in de geschiedenisboeken verdient. Ook ‘Dream River’ uit 2013 is een ware parel. Dat Callahan de AB aandeed was dan ook het signaal voor heel wat muzikale fijnproevers om naar Brussel af te zakken, met een afgeladen volle zaal tot gevolg die voornamelijk – laten we het cliché omarmen – uit een typisch Radio1-publiek bestond, al tekenden ook heel wat jonge twintigers present.

Voor het de beurt was aan Callahan mocht Alasdair Roberts zijn kans gaan in de toen al aardig volgelopen AB. De Schotse folkie, die toch ook al sinds 2001 muziek maakt, bracht een reeks melancholische ballads waarvan vooral ‘Song I Wrote In December’ opviel, een nummer waarbij de knipoog naar zijn reeds lang overleden landgenoot en dichter Robert Burns (‘Song I Wrote In September’) duidelijk was. Zoals hij zelf ook zei: sommige dingen veranderen niet, en al zeker gevoelens niet.

Wachten was het echter vooral op Bill Callahan. Er hing duidelijk elektriciteit in de lucht. Toen de Amerikaan het podium betrad en met ‘The Sing’ en ‘Javelin Unlanding’ zonder een woord te spreken twee grandioze nummers van op zijn meest recente werkstuk bracht, was meteen duidelijk dat het een goede avond zou worden. Callahan grapte cynisch dat hij zich van zijn vorige passage in AB in 2000 geen seconde meer herinnerde en bracht met ‘Spring’ een indrukwekkend eerste hoogtepunt. Ook ‘America’, met de mondharmonica van de frontman en Matt Kenzies freewheelende gitaarspel ontegensprekelijk schatplichtig aan Neil Young, was een moment van robuuste schoonheid. Maar vooral ‘Drover’, een hit van op ‘Apocalypse’, werd door het publiek erg warm onthaald.

Dreamriver

Het van Percy Mayfield geleende ‘Please Send Me Someone To Love’ greep hij aan als een moment om zijn onberispelijke band te eren: gitarist, bassist en percussionist, stuk voor stuk virtuozen die tijdens een erg lange versie van deze klassieker hun kunde etaleerden. ‘Dress Sesy At My Funeral’ transformeerde de AB vervolgens even tot een erg bevreemdende plek: zelden gaan afstandelijkheid en diepe emoties zo frêle hand in hand. In ‘Seagull’ en ‘Winter Road’ klonken de melodieën nu weer eens erg folky en toegankelijk om even later als het ware contramelodisch aan te tonen waar Callahan vandaan komt. Want hoewel zijn songs vandaag een stuk toegankelijker zijn, dragen ze nog steeds het experimentele spoor van reeds vervlogen tijden.

De reprise na bijna twee uur bestond uit het ijzig koude, maar bijzonder mooie ‘Rock Bottom Riser’, dat nog dateert uit de Smog-periode. Bill Callahan ontbond met veel machtsvertoon en kunde zijn duivels, mompelde het publiek nog een halfslachtige “thanks” toe en dreef het ietwat verweesd maar vooral voldaan naar de exit.

De Ancienne Belgique programmeert binnenkort ook nog onder meer St.Vincent (17.02), Intergalactic Lovers (22.02) en Cate Le Bon (27.02). Tickets en info zijn te vinden op de website van de AB.

Facebook Bill Callahan