Verslag Eels in Openluchttheater Rivierenhof, 21.07.2014: wonderlijk, glorieus

door Tom Peeters

Dat hier geen verslag staat van Daughters of Davis, het voorprogramma van Eels, heeft zo zijn redenen. Onze tram kwam vast te zitten achter een defecte bus van De Lijn op de Turnhoutsebaan. Waarna we moesten overstappen op een bus met een o zo vriendelijke nurk van een chauffeur – proficiat, meneer, hier is uw werknemer-van-de-maand-beker! – die z’n job uitvoerde alsof hij het festivalterrein van Tomorrowland van afval moest ontdoen met een tandenprikker.

Normaal zijn dat genoeg ergernissen om onze kortgelonte zelve te laten ontsteken in een cholerieke scheldtirade om ‘Jeff Hoeyberghs’ tegen te zeggen. Dat we ons dit keer konden bedwingen, hebben we te danken aan de gedachte aan één man: Mark Oliver Everett, bezieler annex frontman van Eels.  Want, zo bedachten we, hoe onnozel is het wel om ons op te winden over zulke wissewasjes, wetende welke waslijst aan malchance die man al te beurt viel. Zijn verhaal is genoegzaam bekend – lees er z’n uitstekende ‘Things The Grandchildren Should Know’ maar op na. Kort samengevat: als het leven van Everett een wijvenfilm op Vitaya was, je zou ‘m afzetten wegens té onrealistisch. En toch slaagt hij erin om z’n leven telkens weer op de rails/(r)eels te krijgen. Hulde!

“Alles is mogelijk in het leven. Kijk maar eens aan, hoe een loser als ik mag spelen in een prachtige locatie als deze voor prachtige mensen als jullie”, gooit Everett – baard proper bijgeknipt, netjes in een grijs pak – een bloemetje richting Openluchttheater Rivierenhof. De man heeft natuurlijk gelijk, dat blijft een toplocatie voor concerten op zwoele valavonden waarop de lucht zwanger is van zomeronweer. Maar het is toch vooral Eels zelve die er voor zorgt dat onze ongezellige grimlach van even eerder verandert in een stralender exemplaar. Door met rake tragikomische tekstflarden te strooien bijvoorbeeld, zoals “She locked herself in the bathroom again / So I am pissing in the yard” (uit: ‘A Line in the Dirt’). Wel een geluk dat het niet vroor toen hij dat nummer schreef, pissen in de pombak had net iets minder poëtisch geweest.

Toen we Eels voor het laatst zagen, vorig jaar op Pukkelpop, besloten Mark Oliver Everett en de zijnen het vooral op een stevig rocken te zetten. Album ‘Wonderful, Glorious’ uit 2013 leende zich daar dan ook uitstekend toe. Het nieuwe ‘The Cautionary Tales of Mark Oliver Everett’ is net iets subtieler en dat uit zich in de nieuwe liveset. De gitaren van Pukkelpop hebben plaats geruimd voor trompet, staande bas (bespeeld door ‘staande Al’, aldus Everett), belletjes en een orgeltje dat Everett omschrijft als ‘the sad machine’. Het geluid dat al zulks meebrengt is ingetogener maar tegelijkertijd rijker. Kortom: beeldschoon. Zelf noemt Everett het ‘uneasy listening’.

Zever natuurlijk. De nummers gaan erin bij het publiek als gin-tonics bij Eva Pauwels. Eels brengt veel nieuwe nummers, maar plukt ook gretig uit de rest van z’n uitgebreide oeuvre. En er mag wel eens aangestipt worden hoe rijk gevuld dat ondertussen is. Elf platen op achttien jaar tijd: voor een loser is Everett een ongelooflijk harde werker. Op anderhalf uur brengt hij een nummer of 25. Op die manier kan hij gemakkelijk elke dag van de week een andere set spelen, zonder dat de kwaliteit daaronder moet lijden. En toch, het zijn vooral de iets oudere klassiekers die op het grootste herkenningsapplaus mogen rekenen. Het hartverscheurende ‘It’s a Motherfucker’ bijvoorbeeld, of het gretig meegekweelde ornithologenlijflied ‘Birds’.

Everett is uitstekend bij stem en goedgeluimd. Zo trakteert hij het publiek op een groepsknuffel zoals we er al geen meer gezien hebben sinds die keer dat we op het onzalige idee kwamen om ‘Interracial College Orgy IV’ te bekijken. In toegift ‘The Look You Give That Guy’ – herkenbaar voor iedereen die ooit verliefd was op een onbereikbare vlam – klinken de prachtige vocale harmonieën van Everett en z’n vier bandmaten als engelengezang. Waarna Everett de avond afsluit zoals hij ‘m begon: aan de piano. Dit keer met een bloedmooie cover van Elvis Presleys ‘I Can’t Help Falling In Love’. Wij kunnen daar ook niet aan doen, Mark. Topkerel! Topavond!

Openluchttheater Rivierenhof programmeert in de komende weken nog onder meer Poliça (03.08), Girls In Hawaii (09.08) en Blondie (01.09). Klik hier voor info, tickets en de volledige kalender.

Website Eels