Verslag Les Nuits Secrètes, Aulnoye-Aymeries, 3, 4 en 5 augustus 2012

door Sven Volckerijck

In Aulnoye-Aymeries, vlak over de Franse grens, vond het voorbije weekend ‘Les Nuits Secrètes’ plaats, een festival met 2 podia (één gratis hoofdpodium en een betalend podium in ‘Le Jardin’), en heel wat leuke randanimatie, zoals het ‘Parcours Secret’ waarbij je naar een onbekende, bijzondere locatie gebracht wordt voor een verrassingsoptreden.

Sinyaya Kohza opende vrijdag weliswaar bijzonder zwak, maar zondag hoorden we in hun set alsnog leuke synthpop. De opener op het andere podium, The Mamys And The Papys, speelde ook twee dagen. Dit koor van bejaarde dames en heren leek een kruising van Young@Heart en Benidorm Bastards, met onder meer leuke covers van ‘Feelgood Inc’ (Gorillaz) en ‘Antisocial’ (een Franse metalhit van Trust, later gecoverd door Anthrax). De houdbaarheidsdatum van deze gimmick bleek echter bij tweede beluistering toch beperkt.

Het Ierse trio The Minutes had het weer niet mee (een plensbui joeg heel wat volk weg), maar dat lieten ze zich niet aan het hart komen en ze brachten stevige rock, met soms een vleugje Stooges en vooral veel gelijkenissen met Kula Shaker, Stereophonics en Kasabian. Na de grote finale ging de drummer op zijn drumstel staan om zijn drumsticks het publiek in te gooien, dat soort attitude toonden ze.

Hun jongste plaat is ontstaan uit de samenwerking met de Burkinese muzikanten Awa Démé en Mamadou Diabaté Kibié en beiden speelden ook mee met Zita Swoon Group. Niet alleen levert de kruisbestuiving prachtige muziek op (en een serieuze stijlwending voor Zita Swoon), het is live ook bijzonder krachtig ambiancevoer. De danspassen van zangeres Awa Démé en de vreugde van de muzikanten, die eruitzien als kinderen in een snoepwinkel, werkt uitermate aanstekelijk. Het publiek wordt meegenomen op een exotische trip. Superconcert!

Muzikaal valt er niets af te dingen op de prestaties van Baxter Dury en zijn groep. Hij start met Brits flegma en cool, al verandert dat gaandeweg naar een wat arrogante houding. Dat hij vertraging opliep doordat het uurschema niet volgehouden werd (hij moest onmiddellijk daarna naar Polen), zinde hem niet en hij leek bijwijlen ook verveeld. Het publiek daagde hij uit met de glazen cognac die hij naar binnensloeg (“Wat willen jullie drinken? Jullie krijgen water…”) en zo was hij het muzikale equivalent van Jeremy Clarkson (Top Gear). Gelukkig kregen we mooie versies voorgeschoteld van ‘Francesca’s Party’, ‘Isabel’, ‘Cocaine Man’ en vooral ‘Picnic On The Edge’.

Op zaterdag waagden we ons aan een Parcours Secret, en reden met een bus mee naar een onbekende stemming. Het bleek een oud kerkje een eind buiten het stadje (vermoedelijk het 17e-eeuws kerkje van Berlaimont) en de groep die ons daar mocht verrassen, was Great Mountain Fire. Normaal spelen zij elektrisch (wat ze op zondag op het hoofdpodium ook deden), al moet gezegd dat de andere setting en opstelling hen deugd deed. Met allerlei instrumenten (orgels, banjo, mandoline, zelfs een kora) brachten ze ongekende subtiele toetsen aan in hun nummers, met een prachtig samen gezongen ‘Cinderella’, dansend publiek tijdens ‘Breakfast’, en straffe uitvoeringen van ‘Late Lights’ en ‘Crooked Head’ tot gevolg. Bijwijlen komen ze dicht in de buurt van Timber Timbre, The Low Anthem of Crosby, Stills, Nash & Young. In de bisronde spelen ze o.m. een verrassende cover van ‘The Model’ (Kraftwerk).

Op zondag zagen we hen in hun traditionele bezetting op het hoofdpodium, en hoewel energieker, bleken veel nummers nét aan kracht in te boeten. Overladen met synthesizers gingen de subtiliteiten verloren, en eigenlijk bleken enkel ‘Late Lights’ en ‘Crooked Head’ écht overeinde te blijven. Nochtans zijn dit de versies van de songs zoals ze bedoeld waren. De man achter de synthesizerknopen ontpopte zich evenwel tijdens dit concert veel meer tot de showsteler, en de groep bracht een schitterend explosieve finale.

We moesten bij de set van Donavon Frankenreiter enkele keren aan Ben Harper denken, maar de set van de Amerikaan, met nogal traditionele rock met blues- en soulinvloeden klonk allemaal net iets te glad om echt te beklijven. Gelukkig speelden Stephen Malkmus & The Jicks wel een set die groeide en waarin de lijn van Pavement verdergezet werd, zij het zonder echt uit het peloton wegsprintende songs. In een hoog tempo joeg de band er zijn fijne rommelige en toch melodieuze nummers door, met zichtbaar spelplezier. We herkenden geen Pavement-materiaal, wat jammer was, want één van die parels had het concert nog dat tikkeltje extra kunnen geven…

Headliner op het gratis hoofdpodium zaterdag was ons eigenste dEUS, dat ook in Frankrijk veel enthousiaste reacties leek op te wekken. Wie hen nog niet kende, werd wellicht overtuigd door een set waarin weliswaar een handvol nieuwere nummers uit de vorige albums ‘Keep You Close’ en ‘Following Sea’ waren gestrooid, maar die toch een greatest hits werd. Vanaf energieke opener ‘The Architect’ over ‘Constant Now’, ‘Little Arithmetics’, ‘Sister Dew’, ‘Fell Off The Floor Man’ tot een uit zijn dank gaand en met ‘Sabotage’ (Beastie Boys) gelardeerd ‘Suds & Soda’ liet de band het publiek niet meer los. dEUS speelde een erg strakke set, die heel goed opgebouwd was en Tom Barman genoot zichtbaar van de interactie met het uitbundige publiek.

In Le Jardin werd het festival afgesloten met soul en reggae. De 64-jarige Charles Bradley (met His Extraordinaries), bijgenaam ‘The Screaming Eagle Of Soul’ klonk dan wel hees tijdens de bindteksten, maar wanneer hij zong, klonk hij fenomenaal en zijn moves deden denken aan die van wijlen James Brown. Zijn optreden ging heen en weer tussen stomende en smekende soul, en nadien ging hij iedereen op de eerste rij persoonlijk handjes schudden, omhelzen en bedanken.
Een uitgebreide band bracht nadien reggae met drie ware legendes, die elk een deel van de show voor hun rekening namen. The Congos bleken ondanks hun gevorderde leeftijd nog steeds energiek en opzwepend, Max Romeo bewees over enkele écht gouden nummers te beschikken (diens ‘I Chase The Devil’ kent u ongetwijfeld uit Prodigy-hit ‘Out of Space’) en de excentrieke Lee Scratch Perry geldt als de peetvader van de dub en bleek inderdaad een opmerkelijke verschijning.

Officiële website les Nuits Secrètes