Verslag Flipper en Bruce in JC De Klinker op 12 april – allesbehalve routineus

door Pieter Malliet

Eind jaren ’70 begin jaren ’80 van de vorige eeuw speelde Flipper een intrigerende rol in de Californische D.I.Y. scene. Ze waren één van de eersten om de zware loomheid van Black Sabbath te incorporeren in punk. Dit lokte binnen het milieu zowel weerstand als bewondering uit. Hoewel ze een schare trouwe fans verwierven die zich tot ver buiten thuisbasis San Francisco uitbreidde, bleef het allemaal underground. Hun ‘Generic Album’, waarmee ze in 1982 debuteerden, staat tot op de dag van vandaag bekend als een cult klassieker. Enkele jaren geleden nam het Amerikaanse Blender magazine de plaat nog op in hun ultieme indierock top honderd.

Daar bleef het echter niet bij. Geheel onverwachts veroverden ze in de jaren ’90, toen de groep op sterven na dood was, een bescheiden plaats in de annalen van de populaire muziek. Om te beginnen was er Moby die uit het niets begon te verkondigen dat hij ooit op een blauwe maandag zanger was bij Flipper. Tot op heden blijft de band zelf dit ten stelligste ontkennen. Voor een grotere impact zorgde de factor Nirvana. Op het toppunt van hun succes ondernam Kurt Cobain een wanhopige poging zijn status als boegbeeld van een generatie te verzoenen met zijn punkethiek. Zijn eerste schuldgevoel kocht hij af door het promoten van collega grungegroepen als Mudhoney en The Melvins. Cobain ging hier echter steeds verder in. Hij begon een haast op voorhand verloren persoonlijk guerilla-oorlogje met de media en de allesverterende muziekindustrie. Bij zijn fans prees hij een resem artistiek waardevolle, maar volledig a-commerciële bands aan waaronder de Britse huisvrouwen van The Raincoats, de gespacete hillbillies van Meat Puppets, de lagere schoolkinderen van Stinky Puffs, en dus ook het extreem anti-autoritaire Flipper. Vanaf 1992, toen zowat de halve wereld aan zijn lippen hing, verscheen Kurt Cobain veelvuldig in het openbaar met een zelfgemaakt Flipper t-shirt. Dit miste zijn effect niet. Het bezorgde Flipper een nieuw elan, en een tweede leven dat tot op de dag van vandaag doorgaat. Het regende indertijd al snel heruitgaven van vooral ‘Generic’, ze kregen de kans om nieuw werk uit te brengen, en toerden weer lustig rond. Enigszins ontmoedigd verzuchtte Cobain enige tijd later dat hij hen niet bepaald aan een nieuw platencontract had willen helpen, maar dat het daarentegen eerder zijn bedoeling was dat mensen het vroegere werk van Flipper zouden gaan ontdekken. Hoe het ook zij, we maken ons sterk dat zonder Nirvana Flipper niet meer zou bestaan, en nu niet in het Aarschotse jeugdcentrum De Klinker zou spelen.

Eerst is het echter tijd voor Bruce, een lokaal drietal dat sterk beïnvloed is door de Australische punkrock van onder meer The Cosmic Psychos. In een dik half uur jagen ze er een tiental uptempo pre-grunge nummers door. Helemaal in de geest van de avond besluiten ze hun set met The Wipers’ ‘D7’.

De bezetting van Flipper is zo origineel als mogelijk is. Enkel overleden groepslid Will Shatter is vervangen door bassiste Rachel Thoele. Al snel wordt duidelijk dat ze de juiste vrouw op de juiste plaats is. Terwijl noisegitarist Ted Falconi op een eiland elk gaatje opvult met zijn kenmerkende scherpgerande geluidsgolven, legt ze feilloos de meeslepende distorted groove neer, waar de meeste songs aan zijn opgehangen. De toch wel aanwezige vrees voor een rommelige set wordt onmiddellijk teniet gedaan. Niet in het minst door het gevoelsvolle en tevens strakke drumwerk van Steve DePace. Samen met frontman Bruce Loose, die nog niets van zijn gedrevenheid verloor, is Thoele verantwoordelijk voor de interactie met het publiek. Daarbij gaan ze tamelijk theatraal te werk, en gedraagt de zanger zich als een kruising tussen Mike Patton en American Psycho’s Patrick Bateman. Hij spuit zijn misantropische, gezagshekelende teksten met eenzelfde geloofwaardigheid als 25 jaar geleden.

Gezien hun lange bestaansgeschiedenis klinkt Flipper verrassend fris. Oude nummers worden in een nieuw jasje gestoken, en klinken haast beter dan op cd. Ze handelen het optreden allesbehalve routineus af, en scheppen duidelijk nog plezier in het spelen. Als ze bissend afsluiten met ‘Sex Bomb’, besef je wel dat het optreden nagenoeg volledig uit nummers van ‘Generic’ bestond, en ze hun nieuwer werk links hebben laten liggen. Het voelt wat aan als een underground versie van de AB’s ‘Rewind’-concerten, waardoor ze eigenlijk aangeven dat hun relevantie vooral in het verleden te vinden is.

Niettemin brachten ze een gepassioneerde, opzwepende set, die de aandacht geen moment liet verslappen. Naar aloude punktraditie bemant de band nauwelijks enkele minuten na hun live prestatie zelf de promostand, en zijn ze beschikbaar voor het publiek.

JC De Klinker zet binnenkort onder meer Willow (04.05) op het podium. Klik hier voor tickets, de volledige kalender en verdere info.

Flipper live zien kan in april ook nog in Leiden (LVC, 26.04, info & tickets).

Flipper website