Verslag + foto’s Pukkelpop dag 2, vrijdag 15 augustus 2014

door Damon De Backer

De groene graszoden die elk jaar te buigen hebben onder een overvloed aan zonneschijn zijn op dag 2 van Pukkelpop 2014 vervangen door bruine grashompjes. Modderpoelen moesten we voorlopig nog niet ontwijken.

Verslag door Tiffany Devos, foto’s van Damon De Backer.

We bereikten dus met een stevige tred om 11.20 u lekker vroeg de Club voor de gitaarrock van The Bohicas die om slaperige oogjes te openen wel kan tellen. Het Britse kwartet deelt haar label met Arctic Monkeys en Franz Ferdinand. Hun songs – een beetje sleazy garagy, een beetje hitgevoelig – zijn nog niet op het niveau van voornoemde labelgenoten, maar heel lang kan en mag dat niet meer duren. De podiumprésence van Alex Turner – gestes, leren jasje en keurig gekamd haar – had de frontman van de veelbelovende band wel al geërfd.

Met opgeladen batterijen staken we vervolgens het grasplein over richting Main Stage voor de indierock van Young Buffalo. Het Amerikaanse vijftal beloofde ons op voorhand een sound waarbij we vaker wel dan niet een dertien-in-een-dozijn-gevoel krijgen. Niettemin kon Young Buffalo een schaars publiek van hun potentieel overtuigen met een handvol innemende nummers en samenzangetjes à la Fleet Foxes, hoewel de opener van de Main het minder folky en meer spicy serveerde.

We zouden durven zweren dat Jess Wolfe en Holly Laessig van Lucius uit dezelfde baarmoeder komen, mochten hun achternamen het tegendeel niet verraden. Zó goed blenden de stemmen van de twee samen. Bovendien zijn ze op het podium moeilijk uit elkaar te halen: elk in een doorschijnende gele regenjas, blonde bobcutpruik (hopen we toch), en een Willy Wonka-bril. Hun in samenzang verpakte liedjes werden begeleid door drie muzikanten – strak in het pak – en een overdaad aan percussie. We hoorden hits, en op présence hadden we ook niks aan te merken.

Om de Pukkelpop-vrijdagochtend helemaal wakker te schudden, werd de grunge van Drenge op het hoofdpodium geprogrammeerd. Het duo deelde een wilde, harde mokerslag uit. Alleen jammer dat het bij een stuk of twee goeie songs bleef. De rest klonk rommelig en eentonig. Bovendien stonden de twee verveeld – een act? – op het podium. We waren er niet rouwig om dat een regenbui ons aanspoorde drogere oorden op te zoeken.

Kiezen is niet makkelijk voor wie het allemaal wil gezien hebben op Pukkelpop. Vroeg op de dag deden de dilemma’s zich al voor. Drenge of XXYYXX? Actress of Boy & Bear? De gitaren leken het in beide gevallen te winnen van de beats. Gespeten heeft ons dat niet. Een zootje vriendelijke Australische jongens bracht een toegankelijke Local Natives light inclusief samenzang én goeie gitaarpartijen. Bovendien heerste er een leuke vibe op het podium en leken de Australiërs oprecht blij om op Pukkelpop te mogen spelen. Onze sympathie hebben ze al gewonnen, en binnenkort misschien ook heel wat meer plays in ons iTunes.

Ietsje makkelijker was de keuze voor Sharon Van Etten in plaats van Other Lives – hoewel we die ook graag in de armen gesloten hadden – en we konden bovendien gewoon blijven staan in de Club na Boy & Bear zodat we een felbegeerd plaatsje op de eerste rij veroverden. Van Etten weet naar eigen zeggen nog niet zo goed hoe ze grote festivaltenten moet aanpakken. Desalniettemin bracht de Amerikaanse een aangepaste festivalset waarin ze de nochtans schone pianoballads aan de kant schoof en koos voor songs waarin ze de omnichord of haar gitaar dichtbij kon houden. Vrolijk zal een Sharon Van Etten-set nooit worden, zeker niet wanneer het hoogtepunt een depressiebom van een ‘Your Love Is Killing Me’ is, maar de New Yorkse hield het licht door te suggereren of we enkel de tent binnenstruikelden door de regen.

Vervolgens stond in de Dance Hall niet Kiesza, maar Chloë Howl geprogrammeerd, al leek niet iedereen daar op de hoogte van te zijn. Het Britse popprinsesje is volgens de BBC één van de geluiden van 2014, en wie zijn wij om dat tegen te spreken? We hoorden en zagen voornamelijk gladde synths en een uitstekend bij stem en kortgerokt rostje dat op het héle grote podium heen en weer huppelde of schreed. Intiemere omstandigheden en meer variatie in de songs zouden ons misschien dichter bij Chloë-fandom brengen.

Tijd voor een goed geoliede machine in de Club. Wild Beasts speelde een strakke set vol artpoppy, intelligente songs begeleid door het contrast tussen de falset van Hayden Thorpe en de lagere tonen van Tom Fleming, maar vulde onze torenhoge verwachtingen niet in tot vlak voor het einde van de set. Pas wanneer ‘Wanderlust’ ingezet werd, sleepte de groep ons mee tot we de “Don’t confuse me with someone who gives a fuck”’s echt voelden. Daarna volgde een al even sterk ‘All the king’s men’, en hun gebrek aan interactie was hen onmiddellijk en graag vergeven.

Dat de beste Belgische band tegenwoordig Balthazar is, hoef je ons niet te vertellen. De Kortrijkzanen speelden superstrak as always en sprokkelden ondertussen heel wat hits bijeen. Hoewel we een optreden op automatische piloot vermoedden, hoorden we toch twee nieuwe songs en is de band op het punt gekomen dat ze zelfs onbeschaamd confettikanonnen kunnen inzetten.

Of je bij Kurt Vile & The Violators in de band mag, wordt vast bepaald door het aantal centimeter er op je hoofd groeit. Al zal je misschien best ook geen vreemde zijn voor americana en psychedelica ondergedompeld in lagen en lagen gitaar. Vile neuzelde heerlijk oude en nieuwe songs door zijn microfoon terwijl z’n buddy Adam Granduciel van The War On Drugs het gitaargeluid uitklaarde. Beide jongens hebben namelijk een gezamenlijk verleden: Vile speelde in The War On Drugs, Granduciel was ooit een Violator. Opmerkelijk genoeg oogsten ze allebei succes nadat ze uit elkaar gingen, maar klinken ze op hun best als ze samen spelen. Het verschil met het livegeluid ten tijde van ‘Smoke ring for my halo’ was groot, al doen de nieuwe versies wel teruggrijpen naar één van onze favorieten uit 2011.

Tussen een plensbui en modderpoelen ontwijkend begaven we ons vervolgens haastig naar de Castello alwaar de Zweedse Neneh Cherry met electronicaduo RocketNumberNine was neergestreken. De minimalistische beats van op ‘Blank project’ werden live omgezet in zware bassen die de tent en zijn ondergrond deden daveren. We waren net tijd voor een indrukwekkende versie van ‘Everything’ waarmee we ons eerste aangezet meezingmoment van de dag beleefden. Cherry had ook een verrassing in petto. Voor single ‘Out of the black’ haalde ze niemand minder dan Robyn uit de coulissen om het voor de eerste keer ooit samen live te brengen. De Zweedse vriendinnen maakten van het muzikaal minder moment een waar dansfeest waarbij het spelplezier van de twee ervan afspatte. Cherry bewees nog even soepel te bewegen als collega-zangeressen van 24 en minstens even goed te kunnen zingen. Daarbovenop kwam nog een hedendaagse versie van klassieker ‘Buffalo stance’ die ons hielp om de laatste restjes vermoeidheid weg te dansen.

Om in de beats te blijven, hingen we vervolgens nog wat rond in de Castello voor James Holden. De producer deed het voor echt met een drummer en een saxofonist, terwijl hij zichzelf over een analoge modulaire synthesizer boog. De visuals in samenspel met de experimentele geluidsmuur misten hun hypnotiserend effect niet.
Op de Main Stage ging vervolgens de set van The National van start. Berninger en co. zijn na jaren van sterke cd’s produceren een vaste waarde tussen de hoogste spots op menig Belgisch festival. Dit eindeloze toeren eist echter ook z’n tol op een band en z’n publiek. Waar we eens een passage van The National als een groots moment aanzagen, heerste er niet alleen bij het publiek een ‘been there, done that’-gevoel. Bij The National hoeft dat natuurlijk niet slecht te zijn. Voor het vijftal uit Brooklyn betekent ‘been there’ minstens voortreffelijk.

Voor velen bleek een goed plaatsje scoren voor The War On Drugs belangrijker dan blijven hangen bij The National. Hun voorbeeld volgende, wurmden we ons naar voor tot we tevreden waren van de afstand die voor het volgende uur tussen ons en Adam Granduciel zou heersen. Kurt Vile draaide de rollen om en kwam deze keer The War On Drugs bijstaan in hun breed uitgesponnen, druggy (ironisch genoeg) gitaarsolo’s. Het volle en stevige gitaargeluid werd aangevuld met de zieltjes zalvende stem van Granduciel die het moeilijk maakt om niet aan Dylan denken. Nadat de lichten aangingen en de behangmuziek al opstond, volgde toch nog een encore. Dat zegt genoeg.

Pukkelpop gaat vandaag zijn laatste dag in. Je kan er bands zien als Portishead en St. Vincent. Check de website van het festival om de sfeer op te snuiven.