De concertzaal Botanique lijkt zich dit seizoen wel heel sterk te profileren als vroege ontdekkers van groot talent. Zo passeerden Girl Band en Alex G deze maand al de revue. Gisteren stond het Schotse collectief Young Fathers te popelen om hun kunnen te tonen.
Het openingssalvo/opwarmertje werd verzorgd door DJ Seans. Een aardige poging tot iets reggae-achtig met hiphopinvloeden bleek het, maar verder was dit toch vooral een ode aan de middelmatigheid. Iets wat het nog niet talrijk opgekomen publiek blijkbaar op voorhand al in de smiezen leek te hebben en op die manier vooral uitblonk in afwezigheid.
Op 23 oktober speelden Young Fathers en DJ Seans in de Botanique. Arnout Coppieters en Imke van Steenkiste waren ter plaatse voor respectievelijk woord- en beeldverslag.
Nee, dan was de hoofdschotel een stuk beter. Young Fathers, vorig jaar nog enigszins verrassend winnaar van de Mercury Prize voor hun eerste lp ‘DEAD’, pakte de zaal meteen mee op hun esoterische trip richting de kruising van hiphop, pop en meer experimentele geluiden. Van bij opener ‘No way’ werd er gedanst op de (te?) luide muziek die de band produceerde. De niet zo toegankelijke muziek van de Schotten bleek een schot in de roos in de kleine Orangerie van de Botanique. De geluidsmix zat snor, de overgave van Alloysius, Kayus en G werkte duidelijk in op de hele zaal en ook het publiek zette haar beste beentje voor en toonde haar gevoel voor ritme. De vlam sloeg helemaal in de pan toen Young Fathers na ongeveer een kwart van de set het duo ‘War’ en ‘Get up’ op de menigte losliet. Later volgden nog de uitstekende singles ‘Shame’ en ‘Rain or shine’ van het dit jaar verschenen ‘White men are black men too’. Afsluiten werd er gedaan met een a capella-harmonie gezongen door de drie protagonisten.
Het bleek ook nog maar eens dat vooral hiphop de kar trekt als het gaat om maatschappelijke bewustwording in de muziek. Geen rockband die tijdens zijn optreden zou vragen of iedereen die de vluchtelingen welkom wil heten, in zijn handen wil klappen. Young Fathers stelde die vraag wel. De mensen die dat niet deden kregen een welgemeende “fuck off” voor de voeten geworpen. Tot tweemaal toe werd de set ‘onderbroken’ door de slagzin “We are all migrants!” Of dit per se hoefde tijdens een optreden, is misschien niet helemaal duidelijk, maar dat muzikanten met nog andere dingen bezig zijn dan enkel met zichzelf, valt enkel maar toe te juichen.
Onder meer Speedy Ortiz, Bully en Swim Deep spelen de komende dagen in de Botanique. Check hun website voor de volledige concertkalender, info en tickets.