Première: Amazumi strooit positieve vibes doorheen haar soulvolle hiphop op ‘MOODS’

door Gilles Dierickx

Onze nationale female forces in hiphop Coely en Blu Samu krijgen er met Amazumi een metgezellin bij. De van oorsprong Brits-Nepalese zangeres-rapster trok uiteraard al eerder de aandacht met haar finaleplek in de Nieuwe Lichting vorig jaar en met enkele pittige singles, maar dit nieuwe ‘MOODS’ bestendigt haar status als revelatie in de frisse urban scene nu écht.

Amazumi spendeerde een groot deel van haar leven in Hongkong, woonde even in Londen, maar vertoefde tot voor kort ook lange tijd in Gent, waar haar artistieke wortels zich in het label Mellow Minds begonnen vast te zetten – zie ook Kunde, Ndugu, Ninjato en Big Whoop. Ze had echter de verplichting om zich weer aan de Engelse kust te gaan vestigen; daarover hieronder meer. De muzikante maakt van haar ‘ballingschap’ dan maar meteen iets artistieks, onder ‘Amazumi in exile’.

De vervreemding die gepaard gaat met leven op een nieuwe plek, weg van alles wat je kent, leidde haar tot diepere vragen over het leven. Een dubbel gevoel, waarbij opwinding en neerslachtigheid elkaar vaak afwisselen. Vandaar dat Amazumi met dit project een A- en B-kant etaleert: dopamine rush en summer sadness versus de donkere wrevel die een existentieel dipje meebrengt. Met ‘MOODS’ kiest ze nog voor die prettige zomertoon: Amazumi’s klaterende vocals spelen met snelle rhymes en melodieuze refreinen, waar de catchiness gewoon vanaf druipt. Soulvolle beats en glijdende synths zijn daarbij kleurrijke toppings, waardoor ze zich zo naast Sampa The Great en Little Simz kan zetten.

Check ‘MOODS’ hieronder. En omdat dit zo’n speciaal gegeven is, waar eigenlijk nog gerust wat meer over gezegd kan worden, vertelt Amazumi zelf gewoon de rest over dat nieuwe project, boeiende visies en enkele recente invloeden.

Vorig jaar haalde je de finale van De Nieuwe Lichting en je hebt met Mellow Minds een Gents management. Je hebt dus ongetwijfeld een positief beeld over de Belgische muziekscene.   

Het is inderdaad één bloeiende scene. Als beginnend artiest heb je hier toegang tot belangrijke platformen en mensen die je bijvoorbeeld in de UK nooit zou kunnen bereiken. Dankzij De Nieuwe Lichting kreeg ik zo meteen airplay en belandde mijn single ‘V for venom’ in allerlei Spotify-playlists. Ook de tientallen blogs zijn heel relevante bronnen, terwijl je ook een enorme festivalcultuur hebt, waar iedereen die hungry is naar verse muziek makkelijk wordt gevoed.

Daarbij komt dat iedereen elkaar keihard steunt, zelfs als is het zo’n kleine scene. TheColorGrey, Darrell Cole, Coely, Blu Samu, Le77, Blackwave, Dvtch Norris, Shaka Shams en zoveel meer – it’s one big family in a small country. 

En toch moest je terug naar Engeland.

Het was geen keuze, maar echt een verantwoordelijkheid tegenover mijn ouders. Ze hadden me nodig voor zeker een jaar of langer, en daarom moest ik Gent weer verlaten. Ik moést dit doen, zelfs al betekende dat het momentum loslaten dat ik intussen met mijn muziek aan het opbouwen was. Het doet nog steeds pijn, maar ik geraak er stilaan over.

Hoe beïnvloed(d)en de verschillende plekken en steden waar je opgroeide en leefde (Nepal, Hongkong, Londen, Gent) je muziek?

Dat merk ik vooral in mijn muzikale benadering. Ik sta erg open tegenover progression and experimentation. In Nepal en Hongkong was het al punk, grunge en metal waar ik terechtkwam. Gent leerde me de gezellige sferen van hiphop, funk en jazz kennen, dankzij de Big Whoop XL family. Elk nummer dat ik al uitbracht bracht een een nieuwe sound met zich mee. En ik denk dat ik nog niet aan het topje van de ijsberg ben ik gekomen van wat ik kan creëren. Mijn evolutie moet ik echt nog tentoonspreiden.

Zo heb ik ooit beats gemaakt met tribal chants uit Nepal. Als ik terugkeer naar mijn roots, om er behalve het land ook de hele soundscape-cultuur te gaan ontdekken, wil ik daar iets mee gaan doen. Inheemse ritmes en klanken uit Nepal zijn echt intrigerend. Ze sleuren je mee in onderbewuste poëtische verhalen.

Denk je dat het moeilijker is voor een vrouw om haar stem te laten horen en gelden in de huidige hiphopscene?

Het is stilaan aan het veranderen, dankzij de vrouwelijke hiphoppers die succes oogsten en zelfs met prijzen gaan lopen. Zo is er Rapsody, die genomineerd werd voor een Grammy dit jaar. Haar plaat is een heus masterpiece vol lyrische finesse en meeslepende soundscapes. Ik ben ook gewoon blij dat de sector eindelijk lof heeft voor de brede female artistry die er is. Namen als Lady Leshurr, Steflon Don, Princess Nokia, Noname worden steeds bekender, wat aantoont dat er heel wat leeft. Maar er mist nog steeds een accurate vertegenwoordiging van het hele plaatje: er zijn nog teveel vrouwelijke artiesten die top notch music maken en niet de juiste erkenning krijgen. Sampa the Great, Ill Camille, Isatta Sheriff, Boog Brown: the world needs to taste more of this female greatness.

Wie zijn jouw ‘rolmodellen’ of inspiratiebronnen binnen de scene?

Ik kijk heel hard op naar Rapsody en Oddisee. Zij hebben de weg geplaveid voor onafhankelijke artiesten als mezelf, door op hun eigen tempo en via eigen wegen doelen te bereiken. Hun artistieke groei is altijd steady, consistent en phenomenal gebleven. Ze creëerden een muzikale erfenis die altijd zal blijven bestaan. Net daar wil ik me bij kunnen aansluiten.

Welke recente plaat heeft je echt compleet van je sokken geblazen?  

‘Yesterday’s gone’ van Loyle Carner. Het was lang geleden dat een album zo aan mij bleef ‘plakken’. Letterlijk elk elementje erop is magisch. De akoestische sample van zijn vaders stem, de titelkeuzes, zijn nonchalante aanpak en de Tom Misch-feature on ‘Damsfly’, ik kan zo blijven doorgaan. Dit album is regen én zon: het miezert zachtjes tot je door, dan maakt het je drijfnat en zal je toch steeds weer opwarmen met zóveel gevoel.

Herinner je je de eerste plaat die je ooit kocht?

De eerste die ik ooit in mijn handen had waren alleszins ‘3 Years, 5 months and 2 days in the Llfe of…’ van Arrested Development, en ‘Dookie’ van Green Day, uit mijn vader z’n collectie. Ik denk dat de eerste die ik zelf kocht ‘Conspiracy of one’ moet geweest zijn, van The Offspring.

Ter afronding: met welke artiest – letterlijk eender wie – zou je absoluut ooit eens willen samenwerken?

Kendrick raakte altijd recht in mijn ziel. Ik zou graag hetzelfde doen bij hem, en vervolgens samen een album maken.