Première + mini-interview: Ndugu giet de akoestische grooves van ‘Got it so’ in een clip en kondigt debuutalbum aan

door Gilles Dierickx

Dat typerende baswerk bij onder meer Coely, PAARD. en Big Whoop laat er al weinig twijfel over bestaan, maar ook met z’n eigenste Ndugu  toont Owen Perry Weston graag aan dat er héél wat grooviness door z’n aderen stroomt. De vijfkoppige band rond de Gentenaar neemt akoestische hiphop als leidraad en kruidt die uitgepuurde sound fijntjes af met afrobeat, Mali blues en meer aan global lekkers. Op hun eerste ep ‘Brother’ ontrolde Ndugu dat unieke geluid vorig jaar al uit in vijf broeierige tracks; komend voorjaar verschijnt hun eerste full album.

Om het wachten tot mei nog even te verzachten, lost de band vandaag nog een nieuwe clip bij ‘Got it so’ uit ‘Brother’. Meer dan enkele tropische gitaartokkels, een funky palet percussie en één goed gemikte baslijn behoeft de groep niet als fundament voor die heerlijk ronddobberende samenzang en het catchy rapstukje van bandlid Kunde. Voor de gelegenheid vertelde Owen ons ook nog één en ander over de band, z’n creatieproces en de aanstormende plaat – te lezen onder de clip. Maar dus eerst: luister en geniet!

“Ndugu is Swahili for brother, family, kinsman, for us it means togetherness”, opent de bandbio. Naast de fijne filosofie die eraan vast hangt, klinkt het woord tegelijk ook cool en passend bij jullie sound. Wat is het verhaal erachter? 

De band begon als mijn afstudeerproject aan de PXL-Music in Hasselt, in functie daarvan was ik dus op zoek naar een naam. Mijn moeder heeft een deel van haar jeugd in Kenia gewoond en zij en mijn ooms hebben daar wat Swahili opgepikt. Bij het zoeken van een naam popte ‘Ndugu’ opeens op. Mijn ooms noemen elkaar zo, het klinkt goed, ziet er goed uit en meest van al: de betekenis is echt van toepassing. We leven in een tijd waar het gevoel van familie en samenhorigheid, zowel in de grote als in de kleine zin van het woord, belangrijker is dan ooit. Dat gaat van het gevoel dat we krijgen door samen op het podium te staan of in de studio te zitten, tot de energie die je kan opbouwen met het publiek tijdens een optreden. Het sterke aan muziek is dat het alles kan overstijgen en ons kan samenbrengen.

Die togetherness sluimert ook op muzikaal vlak snel door: het voelt immers bijna alsof elk bandlid z’n eigen invloed meebrengt, en die smeltkroes aan stijlen zo jullie unieke sound creëert. Hoe zou je je belangrijkste invloeden zelf omschrijven? Merk je zelf een rode draad op in die mix aan genres? 

Op onze ep zijn naast hiphop vooral afrobeat en Mali blues hele grote invloeden geweest. Vooral Fela Kuti en Ali Farka Toure. Op ons debuutalbum, dat we releasen in mei 2020, is dit veel breder en komen ieders persoonlijkheid en persoonlijke invloeden nog sterker uit. De invloed van hiphop en verschillende Afrikaanse grooves blijft heel aanwezig maar hier verkennen we het bredere bereik van het akoestisch spectrum veel meer dan op de EP.

Word je ook beïnvloed door de steeds diverser wordende, groeiende Gentse scene?

Onbewust gebeurt dit zeker. We gaan naar optredens, luisteren naar nieuwe releases en spelen met andere mensen van die scene samen. Dit alles vloeit zeker door in het creatieproces, maar van een directe invloed is er volgens mij niet onmiddellijk sprake.

Die hiphop-vibes en soulvolle rhymes worden bij Ndugu steevast begeleid door pure, akoestische klanken, net in een tijdperk waarin hiphop als genre eigenlijk nooit meer ‘digitaal’ en ‘geproducet’ leek. Blijven jullie bewust kiezen voor die ‘intiemere’ manier van schrijven en musiceren, zonder teveel franjes en extra’s, of gaat dat eerder vanzelf?

De band is ontstaan rond een aantal nummers die ik maakte met een akoestisch gitaartje en voorwerpen in mijn kamer. Toen we met die nummers een ep gingen maken was het vanzelfsprekend dat we die intieme akoestische sfeer moesten behouden. In onze volgende release gaan we met momenten iets verder weg van dat pure akoestische maar die intimiteit blijft belangrijk. Veel van die nieuwere hiphop en de stijl van de producties die daarbij horen spreken mij wel aan. Ik vind het dan ook interessant om te kijken hoe we bepaalde invloeden kunnen vertolken naar de akoestische setting van Ndugu.

Hoe reflecteert zich dat in het werkproces rond een song? Wordt er vooral samen gejamd from scratch, of komt iemand met een meer uitgewerkt idee af? 

Een groot deel van de nummers ontstaan uit ideeën die ik heb uitgewerkt. Deze dienen als basis voor de uiteindelijke song. De rest van de nummers ontstaan uit jams op repetities op basis van riffs of grooves. Door die manier van werken komen we tot een gevarieerde samensmelting van onze vijf persoonlijkheden.

Bij het maken van de EP “Brother” was het zo dat er meer ‘in the box’ werd gewerkt en vertaald naar de live bezetting. Voor ons debuutalbum, dat in mei wordt gereleased, kwamen de basisideeën van mij maar merk je dat we als ‘unit’ veel verder staan en voel je de diverse invloeden van de verschillende persoonlijkheden ook heel sterk.

Genoeg extra redenen om dus reikhalzend uit te kijken naar de release!