Punch, Brothers, Punch – de favoriete nummers van onze redactie

door Thomas Konings

Mark Twain had af en toe last van een oorwurm. Eén daarvan was zo hardnekkig dat hij er zijn kortverhaal ‘Punch, Brothers, Punch!’ over schreef. Pas nadat hij iemand anders met de melodie aanstak, kon hij zich terug toeleggen op zijn literaire carrière.

Ook Indiestyle deelt weleens de zorgen van Twain. Elke week laten we je kennismaken met nieuwe songs uit onze virtuele platenbakken die onze concentratie wegrukten van de soep op het vuur en die lonkende deadline. Hoog tijd dus om andere muziekliefhebbers met de last van deze vliegensvlug besmettelijke deuntjes op te zadelen.

Small Wonder – Until I Open My Wings

Small Wonder is het nieuwe project van Henry Crawford, een man uit Brooklyn die al samenwerkte met Mutual Benefit en Real Estate. Hij bracht net zijn debuutalbum uit en het prachtige ‘Until I Open My Wings’ is daar ongetwijfeld de uitschieter van. Dat komt door z’n breekbare slaapkamerklanken en de fragiele finale waarin Crawfords stem en die van een onschuldig meisje mekaar kruisen. Wees gewaarschuwd: zakdoeken kunnen van pas komen. (TK)

Glass Animals – Gooey

Het Britse viertal Glass Animals weet ons keer op keer te verbazen. Dit keer doen ze het met ‘Gooey’, een verrassend verslavend indiepopliedje dat enerzijds vrij simpel klinkt, maar anderzijds toch ook bijzonder arty is. Beschouw het als een paringsdans – de jongens hebben overigens iets met de natuur – van Alt-J en Animal Collective, gebracht met de verleidelijkheid van menig r&b-ster. Maandag opent het kwartet voor St. Vincent in de AB; zie dat je op tijd in Brussel bent. (TK)

Death – North St. 

Met ‘Searching for Sugar Man’ en ‘A Band Called Death’ werden we de laatste jaren verwend qua muziekdocumentaires. Death probeerde in de jaren 70 tussen al het Motown- en discogeweld tevergeefs op te vallen met zwarte protopunk. De drie broers bleven tot het overlijden van de gitarist in 2000 wel sporadisch muziek maken. Vijf jaar geleden werd hun voorheen onuitgebrachte album ‘…For the Whole World to See’ onverwachts een hit en sindsdien wilt iedereen meer horen. ‘North St.’ werd opgenomen in 1980, klinkt alsof Hendrix garagerock speelt en staat op een in april te verschijnen derde plaat. (JVL)

 Woods – Moving To The Left

Wij raakten helemaal in de ban van deze single van freakfolkband Woods. ‘Moving To The Left’ drijft op een hypnotiserende bas en combineert dat met een falsetmelodie die van elke festivalweide één groot kampvuur maakt. Ook het obligate “oeh”-moment is aanwezig, maar wordt door de groep zelf gesaboteerd in een psychedelische break waarin percussie en gitaar nonchalant hun gangen gaan. Folk met een ruig hoekje en een klein hartje, daar lusten wij wel meer van. (JVL)

SOHN – Artifice

Een van de meest veelbelovende artiesten die ons vorig jaar ter ore kwamen, brengt op 7 april zijn debuutplaat ‘Tremors’ uit. Deze aankondiging ging gepaard met een nieuwe single, ‘Artifice’. Deze laat een iets minder intieme en meer uitbundige kant van SOHN horen, maar weeral slaagt hij erin ons te betoveren met zijn hoge stemgeluid en gelaagde elektronica. Noteer die releasedatum alvast in je agenda. (AB)

The Acid – Basic Instinct

Ze zijn lang onder de radar gebleven, maar nu geraakt The Acid stilaan toch meer in de spotlight. Dat komt onder meer door de release van de video van ‘Basic Instinct’, die als aankondiging voor een debuut-ep geldt. Bovendien werd bekend gemaakt dat folkzanger Ry X één van de bandleden is. Het is maar terecht dat hun wondermooie muziek een breder publiek bereikt. ‘Basic Instinct’ is een prachtnummer, beheerst door subtiel gitaarwerk en uitspattende noisy elektronica, dat al enkele dagen bovenaan onze playlist prijkt. (AB)

Oscar Key Sung – Holograms

Nog meer van die alomtegenwoordige fijne r&b komt van de Australiër Oscar Key Sung. Het is een nummer voor alle solitaire feestgangers op de dansvloer die die avond alleen naar huis gaan, dat laatste in tegenstelling tot zijn vorige single ‘All I Could Do’. Het is als sensueel versus verleidelijk, waarbij de voorkeur hier zonder veel twijfel uitgaat naar het eerste. (SH)

Majical Cloudz – Love Soul

Na hun passage in de Botanique klinkt alles van Majical Cloudz hier nog meer als goud in de oren. Dit verandert niet in ‘Love Soul’, dat net zo kaal en puur is als de nummers op ‘Impersonator’. Repetitieve geluiden en een sterke nadruk op de zang van Devon Welsh doen je wegdromen naar een wereld vol met van die magische wolken. Een klein, koud, zwart hart moet je hebben als de mooie woorden van Welsh je niet diep raken. (SH)

Echotape – We Should Feel Like We Are In Love

Het aantal indiebands dat met pure gitaarrock een grote doorbraak weten te forceren is beperkt, omdat zowat alles al gedaan is in het genre. Uitzonderingen als The Vaccines bewijzen dat je er met steengoede songs wel nog in kunt slagen een breed publiek te bereiken. Echotape is een beginnende groep die op basis van deze single misschien ook geen onbekende zal blijven, dit is een lied dat blijft hangen vanaf de eerste luisterbeurt. (BS)

MØ – Say You’ll Be There

Zijn er nog fans van The Spice Girls? MØ is er alvast niet vies van, we weten niet of ze dit zal afdoen als een guilty pleasure, of dat ze werkelijk een aanhangster is van de girl power-beweging. In ieder geval heeft de Deense wel haar eigen versie gebracht van één van de bekendste nummers van Posh, Ginger, Baby, Scary en Sporty. (BS)