Blawan levert een coherent visitekaartje af met ‘Wet will always dry’

door Daan Leber

Blawan is ondertussen al even bezig in de technowereld, en zoals dat hoort heeft hij een hele schare ep’s uitgebracht op onder andere R&S en Hessle Audio. Zijn modulaire techno weet telkens weer te verrassen, niet in het minst als Karenn, waarbij hij samen met Pariah tekent voor live geïmproviseerde hardware only sets. Een volledig album kon dan ook niet lang op zich laten wachten.

Een album is altijd een kans om breder en dieper te gaan dan op losse ep’s, en die kans grijpt Blawan vanaf de eerste seconde. Opener ‘Klade’ begint meteen met een gekraak en geruis dat meer op noise lijkt dan techno, maar na anderhalve minuut komt toch een 4/4-beat piepen. Die industriële klanken in combinatie met “standaardbeats” zijn een constante op ‘Wet will always dry’. Toch wil dat niet zeggen dat de tracks inwisselbaar zijn. ‘Vented’ is een voorbeeld van een nummer met langere opbouw, maar heeft dankzij de geluidseffecten een diepgang en duisternis die soms durft te ontbreken bij minder begenadigde producers.

Elders wordt meer geëxperimenteerd. Op ‘Selfless’ gebruikt Blawan zijn eigen stem om de stevig krakende industrial te counteren, vooraf geloste single ‘North’ doet dan weer denken aan illegale acid raves. Afsluiter ‘Nims’ valt op omdat meer “lichte” elementen gebruikt worden, in tegenstelling tot de rest van het album. Voor het eerst piept er een straaltje licht door de donkere wereld van ‘Wet will always dry’.

In een scene waar de laatste tijd harder synoniem staat voor beter, begrijpt Blawan perfect wat goede industriële techno nodig heeft. In plaats van nummers vol te proppen of voor te overmatige clichés te kiezen, laat hij zijn muziek afwisselend op de juiste momenten ademen, of juist volle gas geven. Tegelijk valt op hoe coherent ‘Wet will always dry’ is. Over de gehele tijdspanne van de plaat zijn de typische modulaire synths nadrukkelijk aanwezig, maar in plaats van ze te oversturen, zet Blawan ze volledig naar zijn hand om een gevarieerde dynamiek neer te zetten. Dankzij het juiste spel van tempo, energie en (relatieve) rustmomenten is ‘Wet will always dry’ een schoolvoorbeeld van hoe techno wel degelijk een albumgenre kan zijn.