DIIV klinkt op ‘Deceiver’ eens te meer te weinig geïnspireerd

door Kevin Bruggeman

In de zomer van 2012 groeide DIIV uit tot het snoepje van indie-muziekrecensenten overal ter wereld. Het puike debuut ‘Oshin’ voorzag de immer warmer wordende zomers van een frisse, frivole soundtrack. Het genre werd chillwave gedoopt en DIIV onttroonde Real Estate en Washed Out als keizers van het genre.

Vier jaar later werd er op de opvolger ‘Is the is are’ – wiens titel we nog steeds niet begrijpen – meer postpunk aan toegevoegd om een iets donkerder geluid te creëren. De 63 moeizame minuten waren echter wat van het goede te veel en we misten ook een uitschieter zoals het tijdloze ‘Doused’ dat was op de debuutplaat. Onze recensent moest dan ook besluiten met een dwingende ‘herpak je, Zachary’.

Of dat gelukt is met ‘Deceiver’ is nog maar de vraag. In ieder geval beperken Zachary Cole Smith en zijn drie bandgenoten (een bassist verliet de groep) de tijdsduur tot een goede 44 minuten. Dat helpt alvast om de plaat te doorstaan. Inwisselbaarheid van de nummers is altijd de bands grootste euvel geweest. Deze keer gingen ze in zee met producer Sonny Diperri, die in het verleden zijn strepen verdiende bij Nine Inch Nails, Protomartyr en My Bloody valentine. Vooral de invloed van die laatste band wordt niet weggestoken op ‘Deceiver’. Al van bij opener ‘Horsehead’ horen we – vooral in het refrein – de kenmerkende mix van gruizig gitaarspel en lieflijk stemgeluid. We geven toe: het nummer blijft even in ons hoofd hangen.

De beste nummers van de plaat worden tot het einde bewaard. ‘Blankenship’ is een poging om met zijn hoger tempo en prima zanglijn ‘Doused’ te reïncarneren. De kopie raakt niet aan het origineel, maar we zijn al lang blij dat we een verandering horen. In afsluiter ‘Acheron’ gaat het tempo omlaag en krijgen de breed waaierende gitaarpartijen wat meer karakter.

Daartussen gebeurt al bij al weinig spannends. De jengelende, licht Cure-achtige gitaren die we verder in ‘Taker’ ontwaren, zijn fijn maar niet legendarisch. ‘The spark’ is niet slecht, maar wel gedoemd om te verdrinken in het opbod van betere gitaarnummers dit jaar. ‘Lorelei’ biedt wat meer distortion als tegengewicht voor het teveel aan luchtige gitaren, maar het had van ons gerust nog veel stouter gemogen. Ze kunnen het nochtans, zo weten we van het debuut ‘Oshin’.

DIIV is duidelijk My Bloody Valentine-fan van het eerste uur en bands die zich daar laten inspireren juichen we toe. Op ‘Deceiver’ gaat de groep echter consequent een stap te ver in de richting van goedkoop afkijken. Dan zetten we liever gewoon nog eens ‘Loveless’ op. Het is jammer dat een band die zo beloftevol uit de startblokken schoot minder dan tien jaar later enkel nog voer is voor de echte liefhebbers en zichzelf heeft beroofd van iedere relevantie. Slecht is het allemaal niet, maar van een coureur die zijn carrière start met een wereldtitel verwacht je nu eenmaal wat meer.