Iceages pure punkgeluid smelt verder weg op het ijzersterke ‘Beyondless’

door Stan Pannier

Ah, Denemarken, dat vredige zuid-Scandinavische land dat voor de ene helft draait op groene energie en voor de andere helft op hygge. Wie had ooit kunnen denken dat daar een band als Iceage het levenslicht zou zien, een band wiens postpunk door het verbranden van turf voortgedreven lijkt en kaarsen noch fleecedekens in z’n buurt duldt? Toch is het zo: al tien jaar lang maakt het Kopenhaagse viertal het continent onveilig. Niet met drakars zoals hun voorvaderen, maar met drie uitstekende platen.

‘New brigade’ (2011) en ‘You’re nothing’ (2013) waren nog punk van de rauwste soort, voorzien van tomeloze energie en gitaarspel waarover staatssecretaris Theo Francken “#opkuisen” zou tweeten. De ambitie van de Denen reikte echter verder dan één genre. Met ‘Plowing into the field of love’ (2014) trachtte Iceage daarom zijn muziek te verrijken, wat met onder andere ‘The lord’s favorite’ of ‘Simony’ oerdegelijke resultaten opleverde. IJstijd vier heet ‘Beyondless’, en gaat voort op de ingeslagen weg.

Op ‘Plowing’ kwam de vernieuwing van een ergens tijdens de opnames buitgemaakte fanfare, en die blijkt nog steeds niet opgehaald te zijn door de rechtmatige eigenaars. Goed nieuws: Iceage heeft de vier jaar pauze niet aangegrepen om zelf lessen te nemen; het bevel voor de muzikanten is nog steeds “Pak wat er leuk uitziet en doe er iets mee”. Dat levert in ijzersterke single ‘Painkiller’ een rammelende tv-showintro op (Rocky?), en in het zwalpende ‘Showtime’ klinkt voorwaar een streepje jazz. Helemaal nieuw zijn de weidse, naar shoegaze lonkende gitaren en strijkers die in ‘Take it all’ de hoofdrol opeisen. Het levert naar Iceage-normen een bijzonder gevoelig resultaat op, én een dijk van een nummer.

De muziek mag dan wel wat weelderiger klinken, weinig is er veranderd aan zanger Elias Bender Rønnenfelt, die nog steeds klinkt alsof hij na twee nachten stevig doorzakken de Mont Ventoux heeft beklommen met een step. Puffend, hijgend en rochelend spuwt hij zijn teksten uit met een urgentie alsof elk woord het verschil kan maken tussen leven en dood. Ook zo veel intensiteit ging echter op de vorige plaat soms vervelen, en dus krijgt Rønnenfelt in ‘Painkiller’ het gezelschap van de Amerikaanse zangeres Sky Ferreira. Hoewel Ferreira in de titel uitgebreid bedankt wordt met een featuring, beperkt ze zich veelal tot backing vocals. Een bijdrage zonder meer, maar hier had misschien meer in gezeten.

Nog andere hoogtepunten? Jazeker: opener ‘Hurrah’ valt heerlijk woest met de deur in huis en beschikt over een refrein – “No, we can’t stop killing/ and we’ll never stop killing/ and we shouldn’t stop killing, hurrah!” – dat er op het congres van de Belgische vleeslobby dit jaar misschien toch nog de sfeer in kan krijgen. Het uitstekende ‘Thieves like us’ kraakt uit al z’n voegen, maar zet er desondanks flink de beuk in. Onze favoriet ‘Catch it’ is een zich tergend traag voortslepende gletsjer die op het eind met een mammoet van een riff in gruzelementen uiteenvalt. Naar goeie Iceage-traditie mag het titelnummer de achterhoede bewaken, en dat doet ‘Beyondless’ met een imposante uit graniet, glasscherven en prikkeldraad opgetrokken muur van geluid.

Iceage levert met ‘Beyondless’ opnieuw een beresterk album af. Stevig uithalen kunnen de Denen nog steeds als de beste, maar hun pure punkgeluid smelt op hun vierde plaat verder weg, met een fris beekje van muzikale invloeden als resultaat. Pootjebaden is de boodschap!

Iceage staat dit jaar op de affiche van Les Nuits Botanique. De groep speelt op zondag 06.05 in de Orangerie met The Body en het Belgische It It Anita als voorprogramma. Vrijdag 14 september staat de band op Leffingeleuren (info & tickets).