De stinkende realiteit achter ‘Simulation theory’ van Muse

door Zeno Van Moerkerke

Als we de Griekse mythologie mogen geloven, zijn er exact negen muzen te vinden. Op achtste album ‘Simulation theory’ lijkt Muse dan ook aan een van zijn laatste incarnaties toe. Ze begonnen ooit beloftevol samen met Coldplay in het hokje van Radiohead-afgeleiden en braken vervolgens uit dat hokje met de bombastisch koevoet geheten ‘Origin of symmetry’, het brute maar effectieve rock-hoogstandje dat uitstekend oud geworden is. ‘Absolution’ was het eerste album dat ik met mijn verjaardagsgeld kocht in de tijden van basisschool ‘De verrekijker’. ‘Black holes and revelations’ leerde mij dan weer dat niet enkel gitaren cool zijn, en dat zelfs Muse in staat was tot popbagger als ‘Starlight’. Om maar te zeggen dat we way back gaan met de muze, ook al is fan zijn geen sinecure. Kijk maar naar de hoes van ‘Simulation theory’.

‘Kijk niet te ver, wij zijn gewone gozers met zonnebrillen en een voorliefde voor eighties sci-fi’, dat zei de albumcover ons toen we laatst bij hem op de thee gingen. Dat we het allemaal niet te serieus hoefden te nemen, dat geblabber over AI, zelfbesef en Westworld-aftreksels. De thee was echter flets, en de bittere nasmaak na de eerste luisterbeurt van ‘Simulation theory’ bleef nog een half dagje hangen. Het begint nochtans verrassend geïnspireerd met ‘Algorithm’, een groteske update van Jan Hammers ‘Crockett’s theme’ waarin Matt Bellamy net lang genoeg de tijd neemt voor de eerste aanzet. ‘The dark side’, op plaats twee, was zonder twijfel de beste van vijf vooruitgestuurde singles. Bellamy rifft rustig als een analoge synth, de immer aanwezige bombast krijgt de ruimte om de song niet in de weg te zitten en zo krijgt het openingsduo ons toch mee in een uitgekiende balans tussen pastiche en origineel. Alles gaat echter een eerste maal overboord bij ‘Pressure’: weg is het retro-gevoel, binnen komt de swingende één-riff-song die we intussen al zo vaak te verduren kregen van Muse. Het refrein bezwijkt net niet onder de druk van de slappe strofes, maar de schade is geleden. We hoorden Muse dit eerder én beter doen.

De verrassing komt echter binnen bij ‘Propaganda’ en ‘Break it to me’. Beide ongemeen groovy, kale tracks waarin de invloeden struinen tussen Prince en trap (hoe kan het ook anders in 2018). Het is ongeveer wat we van Timberlakes laatste album hoopten toen we ‘Filthy’ hoorden – Timbaland zat niet voor niets achter de knoppen bij ‘Propaganda’. De hoop op een verrassend sterk album wordt echter finaal de kop ingedrukt op helft twee. ‘Simulation theory’ lijkt op een studentenkot dat op een kwartiertje opgeruimd werd omdat de mama langs kwam op vrijdagavond. Eerst lijkt er niets aan de hand, maar wie eens onder het bed en op de kasten kijkt ontdekt sloten opgedroogde cara en achtergelaten chipszakjes van het huismerk. ‘Something human’ is de eerste walm stank die de schone schijn verraadt, de akkoorden uit de strofes zijn een rechtstreekse kopie van ‘Every breath you take’, het refrein klinkt minder menselijk dan een leger stofzuigerrobots. ‘Thought contagion’ noemden ze zelf het vervolg op de ‘Absolution’-outtake ‘Fury’, leg de twee naast elkaar en de schrikwekkende evolutie wordt inderdaad duidelijk.

Een nieuwe alinea dringt zich op om de schrikwekkende schimmelhoop geheten ‘Get up and fight’ geïsoleerd te houden. De spannende popprinses Tove Lo leende dan wel haar ‘ohs’ aan de powerpop ballade met hitproducer Shellac (van Taylor Swift, Britney Spears, Usher en meer). Het meebrulniveau wil richting ‘All the things she said’ van t.A.T.u. gaan, maar blijft ergens haperen alwaar het elk van onze nekharen doet rijzen als een muffin met een veel te klein papiertje. Wij geloven gerust dat de meningen van elkeen zullen verschillen over de zin en onzin van ‘Simulation theory’, en toch zouden wij onze laatste spaarcentjes erop inzetten dat Muse geen enkel nieuw zieltje zal winnen met dit nummer. Het lijkt ons veiliger dan beleggen in wapens.

In de staart hoeven we niets meer diep te haten, en toch is het vet van de soep. ‘Blockades’ is een matig aftreksel van de fletse bouillon ‘Map of the problematique’, ‘Dig down’ is de op massaradio georiënteerde versie van een chain gang song en ‘The void’ doet hetzelfde met een b-kantje van OMD. Zoals de laatste drie albums van Muse bevat ‘Simulation theory’ een puik aantal platgeproducete nummers die enkel werken in veel te grote stadia met matige akoestiek. Maar net zoals op die vorige albums flakkert het vuur af en toe weer op om de oude muze van de beginperiode even te laten oplichten (zie ook ‘Reapers’, ‘The handler’ of ‘Survival’). Ach ja, het is wat het is. Muse wil nog steeds de eerste spelende band in de ruimte worden, en misschien is dat geen al te slecht idee, want spelen in een vacuüm zou hen nu beter passen dan uitverkochte stadions.

Muse sluit zondag 30 juni Rock Werchter af. Tickets zijn te koop via de website van het festival.