Bert Dockx haalt alles uit zijn trukendoos met Ottla

door Bert Scheemaker

Bert Dockx kan moeilijk stilzitten. Sinds 2010 is dit al zijn elfde studioalbum die hij uitbrengt, verdeeld over vier bands. Na Dans Dans, Flying Horseman en Strand heet zijn nieuwe band  Ottla, een naam die het album ook draagt. En wie vertrouwd is met het werkt van Dockx, weet ondertussen wat te verwachten: knappe gitaarlijnen, een jazzy en broeierige sfeer en heel wat mystieke invloeden. Met dat succesrecept heeft hij allerminst gebroken.

Het bloed bij Dockx kruipt dus écht waar het schijnbaar niet gaan kon. Het idee was om een iets meer jazzy getint album te maken, iets wat bij momenten zeker gelukt is. Van die pure jazz bleef in de praktijk echter bitter weinig over. Ottla, een zeskoppige band, is het product van zijn invloeden. Jazz, roots, blues en vleugjes psychedelica en mystiek. De klassieke ingrediënten dus. En dat maakt dat dit album wederom een typisch Dockx-album is.

Opener ‘Huisje tuintje’ zet ons wel nog even op het verkeerde been. Het is geen Dans Dans op speed, maar het tempo ligt wel aanmerkelijk hoger dan wat we normaal gewoon zijn. Ottla is wederom een compleet andere band dan zijn voorgaande, en in ‘Huisje tuintje’ gaat het meteen verschrikkelijk hard op het einde. ‘Spinrag’ gooit het over nog een andere boeg. De blues tiert hier welig en de opbouw is om duimen en vingers van af te likken. Rustig kabbelend bouwt het zich op totdat we de laatste drie minuten echt worden meegesleurd in hun wilde fantasieën.

Na de sterke start zakt het allerminst in. ‘Stofwolk’ start zeer atypisch, met hier en daar wat elektronische invloeden en in de verte horen we bijna Floating Points jaloers kreunen. Dockx en zijn kompanen zetten het nummer echter vrij snel naar hun hand. De ritmesectie draagt hier een spanningsboog die nooit lijkt te verslappen. De rest van de instrumenten kronkelt zich lustig rondom die ritmesectie, alsof ze in een oneindige paringsdans verstrengeld raken. Gloedvol danst het geheel zich naar het einde, waar enkel nog de gitaar in de nagloed van de passie blijft zinderen tot ook hij uitgeput uitdooft.

Niet alles is eigen werk. Onder de acht pareltjes die ‘Ottla’ telt zitten twee covers. ‘Epistrophy’, dat uit de koker van Thelonious Monk komt en ‘Lights on a satellite’, dat aan het genie van Sun Ra toebehoort. Beide nummers worden tot op het bot gestript en blijken een vruchtbare grond voor het zestal om hun ei in kwijt te kunnen. Lovenswaardige covers zijn dit, die het origineel tegelijkertijd eren als het ook een eigen, nieuw geluid weten mee te geven. Bovenal toont het nog eens aan hoe goed dit zestal is.

Tussen al dat relatieve geweld is ‘Je ne sens presque plus rien’ een baken van rust. Uiterst gemoedelijk trekt het nummer zich op gang en nooit komt het echt tot een volle explosie. Wel blijft die eeuwige, kenmerkende mystieke sfeer het nummer dragen tot aan zijn laatste noten. De subtiliteit, het spel met de stilte en de perfecte beheersing van het ‘less is more’ principe zijn hier de kernwoorden. Zelden slaagde Dockx er in om zo’n sfeervol nummer op plaat te pakken te krijgen.

Afzwaaien doen de band met het tweeluik ‘Etrange poursuite’ en ‘Vroeger beter’. ‘Etrange poursuite’ is een smaakvolle, schier perfecte mix van roots, folk en gloedvolle elektronica en de perfecte broedplaats voor de liefdesbaby van de saxen, ritmesectie en gitaren eens we de kaap van de vijf minuten ronden. Daarna valt alles plots weer stil en trekt smaakvolle jazz hun nummer in een mum van tijd weer recht. Van een sterk staaltje songwriting gesproken. Afsluiten doen ze in stijl. ‘Vroeger beter’ mag dan niet het prijsbeest van de plaat zijn, ze is wel het ideale sluitstuk van dit project. Rustig slingeren de gitaar, klarinet en sax zich naar het einde, echter niet zonder ons nog moeiteloos in hun greep te houden. Zachtjes en smaakvol doet de band ons uitgeleide en laat het ons voorzichtig los eens de laatste noot weerklinkt.

Kortom, ‘Ottla’ is een dijk van een album. Op zich van onversneden klasse, gloedvolle en originele composities (en twee meesterlijke covers), maar wie al lang vertrouwd is met de trucs van Dockx, die zal hier weinig nieuws op vinden. Die typische sfeer, die gitaren, alles schreeuwt Dans Dans of Flying Horseman. Alleen wordt het hier misschien nog net dat tikkeltje meer uitgepuurd, waardoor we misschien wel het beste album uit de koker van Dockx te horen krijgen met ‘Ottla’. En dat wilt wat zeggen.

Ottla speelt dit jaar nog in Brugge tijdens AMOK op 10.11 (info & tickets). In januari speelt de groep in Brussel (Botanique, 22.01), Gent (Handelsbeurs, 23.01), Antwerpen (De Roma, 01.02) en Brugge (Cactus, 07.02).