Header image

“Ik wil verwonderd blijven”: Charlotte Adigéry over nieuwste ep ‘Zandoli’

door Milena Maenhaut

Op vrijdag 8 februari brengt Charlotte Adigéry ‘Zandoli’ uit op DEEWEE. ‘Zandoli’ is niet de eerste ep van de Gentse artieste, maar brengt wel de eerste persdag: “Ik word al wat lichter in mijn hoofd door constant over mijzelf te babbelen. De man voor u had gelezen dat ik bandlid Boris via Tinder leerde kennen en dat hij ook uit Martinique komt. Ik moest lachen, Boris is duidelijk iemand van Chinese origine. De journalist was niet blij met het grapje uit de bio. Het is interessant. Dus als ik een beetje begin te brabbelen, weet je waarom.”

In werkelijkheid leerde Adigéry Boris Pupul (Hong Kong Dong, The Germans) kennen via Stephen en David Dewaele (Soulwax, DEEWEE). Ze ontmoette de broertjes Dewaele tijdens de opnames van ‘Belgica’, waarna ze haar vroegen iets uit te brengen op DEEWEE. Zo ontstond de eerste ep van het duo, ‘DEEWEE 0.21’. Twee jaar later is er nu ‘Zandoli’. “Zandoli paténipat” (Creools voor “de gekko heeft geen poten”) is een ezelbruggetje om het Antilliaanse ritme gwo ka te onthouden.” Geen voorliefde voor hagedissen, dus. “Nee, maar ze zijn wel schattig. Het zijn de duiven van Martinique: ze zijn overal. Ze lopen rond in huis en dat is cute.”

Voor wie tussen Wwwater en Charlotte Adigéry de weg kwijt is: Charlotte Adigéry bestaat uit Charlotte en Boris, het soloproject Wwwater komt live op het podium met Boris en Steve Slingeneyer. “Het verschil zit in de klank, de intentie en het verhaal. Na te zorgen voor backing vocals bij verschillende bands, wilde ik zelf muziek maken en ontstond Wwwater. Live kwam Steven erbij na eens samen te carpoolen naar een optreden. Ondertussen kreeg ik de vraag om in ‘Belgica’ te zingen en heb ik Stephen en David leren kennen.” Het resultaat daarvan las je hierboven al.

‘Screen’, de nieuwste single van Wwwater, ontsprong een paar watervallen verder dan die waar ‘La Falaise’ de naam haalt: “Na ‘La Falaise’ wou ik meer rauwe emoties in mijn muziek. Ik ging uit van een mindset uit de punk: geen compromissen sluiten en eigenzinnig blijven. Met Steve en Boris hebben we dat rauwe geëxploreerd. Steve is een heel rauwe force of nature, hij kan superkwaad worden op het podium.”

Waar Wwwater kolkt van rauwe emoties, bekijkt Charlotte Adigéry de wereld vanuit de hoogte: “Beide projecten zijn complementair. Bij Charlotte Adigéry kan ik een observerende positie innemen. ‘1.618’, een nummer uit de eerste ep, gaat over hoe een vrouw meteen wordt gezien als promiscue wanneer ze geen bh draagt. Alsof dat groen licht geeft voor domme opmerkingen. Op ‘Zandoli’ heb ik het in ‘High lights’ over mijn haar. Ik hoorde vaak dat ik te veel van kapsel verander en geen eigen stijl heb. Ik werd superonzeker van die kritiek en was zelfs bijna gestopt toen ik besefte: wacht een keer, nee, ik vind dat wijs en er zijn miljoenen andere zwarte vrouwen die dat ook de max vinden. Het is zelfzorg en zelfexpressie. Het zijn rituelen. Het is iets superkrachtig, iemand anders zijn maar daarom jezelf niet ontkennen. Ik hou van mij afro maar ik hou er ook van om van haar te veranderen. ‘High lights’ knipoogt naar wie dat ook doet.”

Onzekerheid en identiteit doorkruisen de nummers van Charlotte Adigéry en Wwwater. “Onzekerheid is de mentale ziekte van onze generatie. Bij Wwwater schreeuw ik het uit: godverdomme, ik volsta wel. Je hebt niet pas recht op geluk als je keihard werkt aan jezelf. Je mag trots zijn op wie je bent zonder te passen in het schoonheidsideaal. Door sociale media gaat onze generatie constant op zoek naar erkenning en moeten we de hele tijd beantwoorden aan de verwachtingen van onze samenleving, van anderen, en van onszelf.”

Direct messages zijn voor mij de hel. Ik heb Instagram verwijderd, op Facebook heb ik tien vrienden onder een pseudoniem om te communiceren met de band. Ik wil niet meer constant bevestiging verwachten en geven. Ik had vierduizend vrienden op Facebook en dat was te veel. Ik kreeg er een heel drukkend gevoel van. Ik voelde mij geconsumeerd en moe door een scherm, door sociale media. Direct messages zijn voor mij de hel. Niet omdat ik niet apprecieer wat de mensen zeggen, maar omdat ze je helemaal in het toestel zuigen, waardoor je niet meer bezig bent met je eigen lijf.”

“Ik herinner mij nog de opkomst van de like button. Ik dacht, what the fuck is da’. Ondertussen is heel onze cultuur gebouwd op hoeveel likes iemand heeft. De gevoelens van de mens worden gereduceerd tot vijf verschillende emoties by the click of a button. Dat is zo absurd. ‘Black mirror’ ligt er niet ver van.”

Niet alleen ‘Black mirror’, en de nieuwe Canvasserie “Facebook en ik”, stelt het netwerk aan de kaak. “De basis van de menselijke connectie en de kracht van sociale media zijn hetzelfde: de mens heeft nood aan verbinding. Het is veiliger en gemakkelijker vanachter een scherm. Maar de verbinding is veel minder diep, het gaat over instant feedback. Die self-broadcasting à la ‘“hey” *story* “ik ben nu een cakeje aan het eten””, nobody cares. Mensen zijn er zo schaamteloos.”

“Intussen is de wereld klein geworden, we willen en verwachten dezelfde dingen. Maar wat in de zwarte cultuur aangemoedigd wordt, vaak via dans, muziek of cultuur, is zelfexpressie en eigenliefde. “Dans”, zeggen ze er tegen kindjes, “zing eens liedje voor ons”. Vrouwen hebben er minder complexen. Een zwarte vrouw heeft vaak iets majestueus over zich, alsof ze denkt “of ik nu rond ben of niet, of ik nu een dikke poep heb of niet, ik ben schoon”.”

“Ik ben hier opgegroeid dus heb beide mee. Van jongs af aan wou ik niet te veel opvallen. Vooral in Vlaanderen willen mensen heel discreet blijven en zeker niet in conflict komen. Ik kan er mij dood aan ergeren. In Martinique zeg je “hallo” als je iemand voorbijloopt op straat. Hier doen mensen dat niet, niet uit onbeleefdheid maar eerder vanuit een “herkent die mij wel en is dat niet awkward”. Mijn lief heeft dat ook soms en dan ik denk “gast, zeg ne keer “hallo”, wat is da’ met u”.”

Onder de video van ‘Paténipat’ lees je “be your naked and uncompromising self”. Ook al is ze “niet zo militant”, de boodschap komt over: “Na shows vertellen vrouwen me “ik heb gedanst en het kwam uit het diepste van mijzelf. Je geeft mij de bevestiging dat het oke is, dat het niet uitmaakt wie ik ben”. Ik heb daar vroeger ook mee geworsteld. Ik voelde mij altijd het buitenbeentje. Was het niet om mijn kleur, dan was het omdat ik een grote mond had. Ik voelde mij nooit echt mooi. Nu heb ik gemerkt dat het leven te kort is om daarmee bezig te zijn. Ik wil gewoon houden van wie ik ben en heb geen zin meer om compromissen te sluiten. Ik denk dat dat voor veel mensen speelt.”

Ook LYZZA schept een inclusief en empowered vrouwbeeld. Adigéry zette haar in december op het podium van de Vooruit. “Het voelde heel juist om samen op te treden. Ze is Braziliaans en groeide op in Amsterdam, we hebben hetzelfde profiel. Er is een hele stroom zwarte artiesten die hun roots combineren met ideeën uit de indie. Het resultaat is iets superinteressants. FKA Twigs was een eye opener en inspiratiebron voor velen. Ook Dean Blunt, die hiphop met indie combineert, vind ik heel interessant. Of Yves Tumor. En de persoonlijkheid van Serpentwithfeet.”

Adigéry’s mama komt vaak kijken, ook in de Vooruit was ze erbij. “Ze zingt altijd mee bij “masturbate on my selfie”.” (lacht) “Ze is super open-minded. Toen ik vertelde dat ik ‘Screen’ schreef nadat een man zei dat hij masturbeerde op mijn foto, zei ze “dat is toch een compliment?!” als mop. Dat beschrijft hoe ze naar die dingen kijkt.” Ze hebben samen een band, Chris & Charlie, en traden in september op op Deep In The Woods.

Die avond in de Vooruit gaf Adigéry met rubberen laarzen je zelfvertrouwen, of op z’n minst je ritmegevoel, een schop. De schoenen zelf belandden al snel in een hoekje van het podium. “Ik liep als kind altijd op blote voeten. Dat is gemakkelijker. Schoenen zitten in de weg om goed te kunnen dansen en om echt te kunnen aarden. Die gummilaarzen van in de Vooruit waren drie maten te groot. Ik doe het al minder want ik heb gehoord dat je geëlektrocuteerd kunt worden.” (lacht) “Je kan zelfs snokken krijgen als je met je lippen tegen de micro botst. Misschien is het een urban legend, maar er zijn al mensen geëlektrocuteerd op een podium.” En gestorven? “Uhu.”

Het ironische ‘Okashi’, het laatste nummer van ‘Zandoli’, verkoopt een drug dat de kinderlijke perceptie zou teruggeven. “Mijn lief heeft twee kinderen, waardoor ik terugkeer naar hoe kinderen de wereld beleven. Op den duur weet je te veel, overschaduwt je kennis de verbeelding en zorgen je ervaringen ervoor dat de verwondering verdwijnt. Ik wil verwonderd blijven. Maar ik kan niet meer spelen zoals zij spelen. Als je toen je klein was een doos kreeg, ging je erin zitten en werd het een ruimteschip. Ik wil het spel weer toelaten.”

Volgens Freud wordt de drang naar het spel bij volwassenen geuit in creativiteit. Of in seks. “De driften, dat heel intuïtieve en het stoppen met nadenken, kan je er helemaal uiten.” Het intuïtieve van seks komt terug in ‘Cursed and cussed’, het tweede nummer van ‘Zandoli’. “Boris liet me een beat horen en ik zag direct gespierde, naakte, knappe, queer mannen voor mij. En die heb ik beschreven. Ik vind het mooi om associaties te maken, zoals “latex singing songs of sin”. Misschien word ik beschuldigd van appropriation, maar ‘Cursed en cussed’ is vooral een erkenning en knipoog naar de queer-cultuur.”

Politieke correctheid heeft haar niet helemaal mee. “De genderrevolutie is heel snel gegaan en mag inclusiever. Ik begrijp het wel want ik ben ook een minderheid, maar bij mij gaat het om elkaar kennen, openstaan en luisteren naar elkaar. Die blinde politieke correctheid, het bepalen van hoe je iets moet noemen en wat kwetsend is, is de keerzijde. Het idee van “we mogen het niet zeggen” maar ergens denk je het wel. Gendertoiletten hoeven voor mij echt niet. Maak één toilet, dan heb je wel de pee stains van de mannen maar dat maakt niet uit. Het is een fucking wc. Het is zoals zeggen dat je geen black jokes meer mag maken. Jawel, maak ze. Maar maak ze als je weet wie we zijn.”

Ook al toerde ze al in Australië, de dag dat Adigéry op Down The Rabbit Hole speelde, noemt ze nog steeds “een van de mooiste dagen van mijn leven.” Na het optreden bleef ze nog even hangen op het festival: “Ik ben naar David Byrne gaan kijken. Super. Ik heb met David Byrne gebabbeld. Awkward. Ik ben echt geen vlotte. Ik was met een gitarist aan het babbelen toen hij plots “I work with that guy” zei. Ik keek om en daar stond David Byrne. Ik dacht shit ja ik moet iets zeggen. “Hey I’m a big fan!

Charlotte Adigéry speelt vrijdag op de openingsdag van We Are Open in Trix (info & tickets).