Ondanks een moeizame start veel moois op de eerste dag van Down The Rabbit Hole

door Mattias Goossens

Het was drummen om Alice naar wonderland te volgen aan de ingang van Down The Rabbit Hole. Het slechte weer had de parkeerplaatsen (lees: enkele akkers) onbereikbaar gemaakt, en ook de camping was pas sinds gisteren open (in plaats van donderdag). Geen spreiding van de massa dus, en bijgevolg lange rijen aan de campingingang. Dat de organisatie hier niet op had geanticipeerd was jammer, want ook dagjesmensen met een kleine rugzak moesten aanschuiven tussen de zwaar bepakte weekendgangers. De ingang van het festival ligt namelijk aan de camping, waardoor iedereen door dezelfde poortjes moet. Dat waren er overigens maar vier, waardoor we pas na drie kwartier echt doorheen het konijnenhol raakten en het optreden van Oscar aan ons voorbij zagen gaan.

Maar wat een hol! Terwijl de camping alvast het koosnaampje ‘het modderige veldje’ had gekregen (naar analogie met het vuige veld, het vurige veld en het idyllische veld waar allerlei randanimatie doorging), was het festivalterrein zelf met veel zorg ingekleed. Plankenvloeren en metalen loopplaten zorgden ervoor dat je niet al te vaak door de zompige grasvelden hoefde te struinen, en voldoende zitplaatsen maakten dat je altijd wel ergens droog kon zitten om eten van de talrijke eetstandjes te verorberen. Verder waren er onder andere een discotheek in een botsautokraam, een plek aan het meer waar je vlotten kon bouwen en een fontein die je door op een trampoline te springen als een geiser kon laten spuiten. Eenmaal op het terrein vergaten we dus meteen al het gedoe om er te geraken, en waren we helemaal mee met het verhaal dat de organisatie wou vertellen. Komt daar nog eens bij dat de muziek ook om van te snoepen was.

Onze fotografe werd in de kleine Fuzzy Lop tent wel meteen buiten dienst gesteld door de stewards: Mark Kozalek van Sun Kil Moon heeft het niet zo voor fotografen, en dus bleef de fotopit leeg. Van rumoer is hij evenmin fan, al was dat iets moeilijker om te weren. Enkele “shhhhhhs” ten spijt bleven de toestromende festivalgangers gezellig verder keuvelen en hun planning voor de dag bespreken. Zo misten ze waarschijnlijk het knullig getitelde nieuwe nummer ‘Me we’ (over het Amerikaanse ground control beleid). Sun Kill Moon bleek een iets te pretentieuze festivalact om DTRH te openen, en sinds wij deze schitterende parodie hoorden kunnen we ons nog moeilijk serieus houden bij the real deal.

michaelkiwanuka-

Michael Kiwanuka nam z’n tijd in de grote Hotot-tent. Een haast Pink Floydiaanse intro trok het optreden op gang terwijl de rest van z’n muzikanten plaatsnam. Twee drummers zorgden voor genoeg slagkracht bij z’n warme soulstem, en ‘One more night’ kreeg de meisjes vlot aan het dansen. Het iets oudere ‘Tell me a tale’ klonk vertrouwd in oren, en werd door de band herwerkt tot een lang uitgesponnen jam. We waren ondertussen twintig minuten ver in de set: moest Kiwanuka tijd rekken om z’n uur te vullen? ‘Black man in a white world’ gaf aan van niet: het werd jachtig gebracht terwijl Kiwanuka iedereen aanspoorde om mee te klappen – wat ook gebeurde, al stond het ritmegevoel op deze eerste festivaldag duidelijk nog niet op punt. Tijd om naar Parquet Courts te trekken.

parquetcourts--2

We zagen de Amerikanen eerder deze week een strak optreden geven in Antwerpen, en in Beuningen kregen we ongeveer hetzelfde voorgeschoteld. Dat smaakte nog altijd, en doordat de volgorde van de setlist enigszins was aangepast om een festivalpubliek mee in te pakken, zagen we nu al van bij het openingsduo ‘Master of my craft’ en ‘Borrowed time’ een bescheiden moshpit ontstaan. De presentatrice van dienst gaf ons op voorhand mee dat Parquet Courts de eerste band is die voor de tweede keer speelt op Down The Rabbit Hole, en dat ze vorige keer tot hun teleurstelling overlapten met The Black Keys en zo hun tent zagen leegstromen. Daar hadden ze gisteren allesbehalve last van: het publiek bleef trouw op post en wurmde zich een weg naar voren tijdens knallers als ‘Black and white’ en ‘Light up gold II’. Ze stonden scherp, en wij zagen de eerste zweetdruppels van het tentzeil naar beneden rollen.

courtneybarnett--3

Elke generatie krijgt de Courtney die ze verdient, en wij zijn maar wat blij dat we het met Courtney Barnett mogen doen. We uitten ons eerder al fan van deze Australische die over meer bandshirts beschikt dan onze festivalreporter – dat kan tellen. Schrijven doet ze in ieder geval ook beter, al moesten haar spitsvondigheden gisteren het onderspit delven tegenover haar enthousiaste drummer die al beukend op z’n trommels de eerste rijen opzweepte. Ze maakte deze keer gebruik van de schermen die zich achter haar bevonden, en zo kregen we tijdens ‘Dead fox’ het bijhorende tekenfilm-clipje te zien, terwijl tijdens de rest van de show schokkerige animaties en beelden van on the road de achtergrond inkleurden. Courtney heeft sinds het uitbrengen van haar debuutalbum al danig wat kilometers in de benen, en haar slokdarm heeft het waarschijnlijk ook al stevig te verduren gekregen. Tijdens ‘Small poppies’ schreeuwde ze zich schor, terwijl ze zichzelf goed corrigeerde in het nieuwe nummer ‘Three packs a day’. Onze favoriete girl at the rockshow pakte de Nederlanders moeiteloos in, en niks wijst er op dat ze dat kunstje op Werchter niet nog eens overdoet.

macdemarco-

De beste herinneringen van de eerste festivaldag hebben we aan Mac DeMarco. Het was de aftrap van z’n Europese tournee, en Mac en z’n boys oogden nog behoorlijk fris en fruitig. Zelfs de tourmanager zag alles nog zitten en kwam halverwege de show een nieuwe voorraad biertjes ronddelen. ‘The way you’d love her’, ‘Salad days’ en ‘No other heart’ zetten meteen de toon: de zomer begon dit jaar op 24 juni. Mac was z’n innemende, grappende zelf: ‘The stars keep on calling my name’ werd aangekondigd als ‘Shania Twain’, terwijl ‘Ode to Viceroy’ hernoemt werd naar ‘Ode to joppiesaus’. Verder werden er potplanten uit het publiek gehaald, werd aan crowdsurfers een voucher van honderd dollar beloofd en werden de gitaren in de nek gegooid tijdens de cover van Steely Dans ‘Reelin in the years’. Tijdens afsluiter ‘Chamber of reflection’ nog even in je kruis tasten en het podium afgaan met een mic drop: zo plezant kan een festivaloptreden dus zijn.

pjharvey--2

Met militair tromgeroffel kwam de band van PJ Harvey het podium op. Zij met een saxofoon aangebonden om ‘Chain of keys’ aan te blazen, haar band strak in het gareel houdend. Ze heeft zich, vooral dankzij haar recentste twee platen, ontpopt tot een maatschappijkritische indie-diva die strijdvaardiger klinkt dan ooit. Helaas blijft ze te moeilijk headlinermateriaal voor de gemiddelde gelegenheidsbezoeker, want het geroezemoes in de tent lijkt haar bij momenten te gaan overstemmen. Het is wachten op het onvermijdelijke moment wanneer ze zich uitlaat over de Brexit – je kan moeilijk anders wanneer je vorige plaat ‘Let England shake’ heet. Waar ze normaal gezien haar muziek voor zich laat spreken, kiest ze nu voor het gedicht ‘No man is an island’ van John Donne. Het is een pleister op een open wonde, eentje waar een dame als PJ Harvey waarschijnlijk veel artistieke inspiratie uit put. Was ze tijdens haar vorige tournee nog een magisch elfje, dan aanschouwden we op Down The Rabbit Hole een schildmaagd die klaar is om The Barn in Werchter te veroveren. Zorg dat je erbij bent.

Vandaag spelen o.a. Woods, Whitney en The National op DTRH. Onze voorbeschouwing kan je hier nog eens nalezen.

Alle foto’s door DOT.