The Avalanches leveren met ‘We will always love you’ een derde klassieker op een rij af

door Bert Scheemaker

Snelheid is relatief. De kans dat die drie woorden ergens in de studio van The Avalanches hangen is behoorlijk groot. In 2000 toverden ze met ‘Since I left you’ een meesterwerkje in het samplegebeuren tevoorschijn. Daarna duurde het zestien jaar en hoorden we talloze geruchten tot de opvolger er eindelijk was. ‘Wildflower’ kon, hoe goed het die ook was, niet onze onrealistische en ontzettend hoge verwachtingen niet inlossen. Vier jaar later is de opvolger daar al. ‘We will always love you’ kreeg het als naam mee en is weer vintage The Avalanches.

Het Australische duo is een meester in het scheppen van sfeer. De twee zetten meteen de toon met ‘Ghost story’ en ‘Song for Barbara Payton’. Beide nummers klokken af onder de twee minuten en hebben een lichtjes macabere tekst. De sfeervolle instrumentals sugarcoaten het geheel ietwat, waardoor het zelfs melancholisch wordt. Hetzelfde trucje gebruiken ze bij afsluiter (‘Weightless’), waarmee ze het geheel met morsecode nog een tikje verder in het ijle duwen.

Dat beide heren zingen noch rappen is al langer geweten. Bijgevolg maken ze gebruik van een hele rits gasten. Dat was op ‘Wildflower’ al het geval en die formule is betrekkelijk ongewijzigd gebleven. De rij gasten oogt hier wel nog indrukwekkender. Blood Orange mag de spits afbijten in de titeltrack  en doet dat met verve. Aan samples is er vanzelfsprekend geen gebrek. We gaan ze niet allemaal opsommen, enkel de nerds onder ons vinden dat boeiend. Wat je wel moet weten is dat hun neus voor geniale samples hen nog steeds niet in de steek laat. De grote wereldhits laten ze links liggen, de door de tijd bedolven parels stoffen ze des te meer af. Op ‘The divine chord’ mag MGMT zich meten met Johnny Marr, bekend van The Smiths. Dat het spacy is, is het minste wat we kunnen zeggen. Het moet eveneens de meest typerende MGMT-track zijn die er de laatste jaren verschenen is, want een ferme pluim op de hoed van onze helden uit Melbourne is.

Als curatoren hebben ze van weinig mensen nog lessen te krijgen. De heren verstaan de kunst om iedereen zijn momentje te geven zonder het te overheersend wordt. Je hebt nooit het gevoel dat je niet meer naar The Avalanches aan het luisteren bent. Of het nu Denzel Curry is die met Tricky en Sampa The Great ‘Take care in your dreaming’ naar een hoger niveau tilt, dan wel Leon Bridges die zijn soulvolle stem leent aan ‘Interstellar love’, iedereen staat ten dienste van The Avalanches.

Daar stopt het het niet. We staan bij momenten echt versteld van hoe goed ze hun gasten weten te integreren in hun muziek. Schijnbaar achteloos combineren ze de lijzige Kurt Vile met de immer zweverige Wayne Coyne van The Flaming Lips op ‘Gold sky’ en laten ze beiden knap in de pas lopen, zonder dat iemand de bovenhand neemt. Karen O van The Yeah Yeah Yeahs duikt voor het eerst sinds lang nog eens op in ‘Dial d for devotion’, dat een knap eerbetoon is aan David Berman, de intussen overleden frontman van Purple Mountains. Pink Siifu bewijst nogmaals dat hij een naam is om in de gaten te houden. Berman krijgt hier ook een bloemetje toegeworpen, door zijn band Silver Jews in de kijker te zetten.

Met de brulboei van een Perry Farrell (Jane’s Addiction) en Mick Jones van The Clash komen de nog levende legendes aan bod. ‘Oh the sunn!’ en ‘We go on’ zijn leuke nummers, al zijn het niet de absolute hoogtepunten. Wel een hoogtepuntje: de sample van Vashti Bunyan, de door (te) velen vergeten Britse zangeres. The Avalanches lijken dezelfde mening toegedaan, want ze duikt zowaar op als co-auteur van ‘Reflecting light’. En dat enkel voor de sample.

Het is wel niet allemaal rozengeur en maneschijn. Met dik een uur aan muziek sluipt er soms ietwat verveling in het album. De nummers zijn bewust erg kort gehouden, zo proppen ze er 25 in 71 minuten (oftewel een goeie tweeënhalf minuten per song), maar toch kunnen ze de spanningsboog niet doorheen het ganse album strak houden. ‘Born to lose’ en ‘Running red lights’ met Rivers Cuomo van Weezer zijn kleine stinkers. En hoewel we erg veel houden van Neneh Cherry, had ze misschien toch nog wat extra werk in haar teksten kunnen steken. De beats, die mee verzorgd worden door Jamie XX, zijn dan weer wel om duimen en vingers bij af te likken. Nu we toch bezig zijn met mierenneuken: Tricky had heus wat luider mogen fluisteren op ‘Until daylight comes’.

Het zijn echter kleine puntjes van kritiek. The Avalanches maakten met ‘We will always love you’ wederom een puike plaat. Drie op drie ondertussen, want missen deden ze nog niet. Net te laat voor onze eindejaarslijstjes, die we indienden op de dag van de release. Helaas, want met wat meer tijd om ‘We will always love you’ te laten groeien en bloeien, had ze zeker onze lijst kunnen halen. The Avalanches hebben altijd al een patent gehad op de betere soulvolle grooves en dat is hier niet anders. En met een gastenlijst die een A+ verdiend, kan de pret niet op. Wie geen vuurkorf heeft om met zijn gasten rond te staan op kerst(avond), kan altijd de platenspeler buiten zetten en verzamelen rond ‘We will always love you’, het muzikale equivalent van een knisperend, warm en gloedvol vuurtje.