Foto’s + verslag Heartbeats Festival dag 1 en 2, vrijdag 5 en zaterdag 6 juni 2015

door Xavier Marquis

De Kortrijkse concertzaal De Kreun en drie Franse partners, het Parijse Super!, L’Aéronef in Lille en Le Grand Mix in Tourcoing, staken de koppen samen en kwamen boven een festival in Halluin op de grens tussen Frankrijk en België. De eerste editie van het spiksplinternieuwe festival Heartbeats programmeerde de eerste act net nadat het gedonder, gebliksem en de regen vrijdagavond erop zaten.

Op 5 en 6 juni 2015 speelden onder andere CaribouMetronomyMagnus, Years & Years en Ibeyi in Heartbeats Festival. Xavier Marquis ging op pad om foto’s te maken. Het verslag is van Tiffany Devos.

Het onweer voorspelde niet veel goeds, maar de Frans-Cubaanse tweeling Ibeyi bracht het event al snel weer op tropische temperaturen. Met hun tweetjes openden ze het grote podium. De stem-piano-beat-combinatie kwam echter niet helemaal van de grond. De zusjes zitten voornamelijk en neer wat voor weinig voeling met het publiek zorgde en ook aan het songarsenaal moet nog gewerkt worden om te kunnen blijven boeien. Het gevarieerde gebruik van percussie (kan niet anders als dochters van Anga Díaz) en de stukjes a capella waarbij het opvalt hoe goed de stemmen van de twee wel bij elkaar passen, konden ons wel bekoren. En al kwamen de zussen even van hun stoeltjes af voor de stemstukjes, ze verpestten het weer door het publiek te verplichten tot geforceerde meedoemomentjes. De tent druppelde vol tijdens de set waarop Ibeyi op het einde besloot om hun hit ‘Rivers’ voor een tweede keer te spelen.

Vervolgens trad de BBC Sound of 2015 aan. Als wat we te horen kregen van Years & Years echter een referentie is voor het geluid van dit jaar, dan kruipen we graag terug onder een steen. De broekventjes wisten wel de eerste rijen moeiteloos te vullen met bakvissen die in zwijm gaan voor de dansende, kleine zanger, wat ons er aan herinnerde dat wij eigenlijk niet de doelgroep zijn. Het Britse viertal beschikt ook over vrij catchy synthpoppy materiaal, maar het viel toch op dat hun hit ‘King’ er met kop en schouders bovenuit steekt. De overige beats klonken veel minder interessant, laat staan de pianoballads. Bovendien komt nog dat de zanger zijn stem zodanig forceert dat we ons afvroegen hoe lang het nog zo verder kan. Daar bovenop gebruikt de frontman een soort irritante geitvibrato die ze er bij een eerste zangles al uit zouden kloppen.

De eerste Belgische act was Magnus. Het danceproject van Tom Barman en CJ Bolland met Tim Vanhamel op gitaar bracht de tent voor het eerst echt aan het dansen. De muziek van Magnus klinkt echter te chaotisch om hoge toppen te scheren. De melodieën zijn moeilijk te bespeuren door de parlando van Tom Barman en herhalende beats. Bovendien lijkt het alsof de band te veel ideeën in één song willen steken. Qua entertainment kan het vijftal echter wel tellen. Het project verzamelde een bende uitstekende muzikanten die samen zorgen voor een degelijke en muzikaal kwaliteitsvolle set.

Er is geen enkele andere band als Metronomy. Het vijftal heeft sinds het succes van ‘The English Riviera’, dat de groep in 2011 een Mercury Prize-nominatie opleverde, een steile opmars gemaakt naar indiesterrendom. Ook in Frankrijk wordt de band fel gesmaakt, te zien aan het enthousiast onthaalde ‘Love letters’. De muzikale aandacht van het publiek verloor Metronomy geen seconde, ook al is er een indrukwekkende setup om je af te leiden van de muziek. Naast de overweldigende lichtshow stonden ook twee muzikanten elk aan weerszijden van het podium aan een discobar waar hun knopjes en synths in verscholen zaten. Later in de set, wanneer ‘Reservoir’ passeerde, verzamelde de groep zich er zelfs per twee achter om de backings te zingen en ingestudeerde dansjes uit te voeren. Je hoort het al. Echt alles bij Metronomy zat goed. Met de bassist hadden ze zelfs een echte publieksopzweper in huis, die de tent kon meesleuren in de set. De ondertussen ontelbare hits van Metronomy werden gegoten in een vlotte set die ook niet bang was van afwisseling. Dan gingen ze eens volledig instrumentaal, een andere keer brengt de frontman z’n songs alleen. En toch bleef het steeds dansbaar. Graag tot een volgende, Metronomy.

Must-see-act Caribou vergaart in stijgende lijn fans met elke release. De Ontariër (ondertussen geland in Londen) is al gewend aan grote podia sinds de release van ‘Swim’ (2010) en vulde met zijn elektronische muziek en nieuwste worp de headlinerspot op Heartbeats met gemak. Zijn laatste grote succes ‘Our love’ opende al onmiddellijk de set, al was dat wat vals gezongen. Maar we konden voor de rest niet klagen, de set van Caribou vloeide vlot en dansbaar voort. Man van de avond Dan Snaith werd dicht op elkaar vergezeld door drie muzikanten, elk in het wit gekleed, die met hun live-percussie een echte meerwaarde betekende ter ondersteuning van de zware beats. Het Leie-eiland werd even een nachtclub. Zeker wanneer in de bis een ellenlange tripversie van ‘Sun’ ingezet werd. Een voldane Caribou zwaaide en lachte na tien minuten het publiek een laatste keer toe.

– – – –

Terwijl we vrijdag nog geteisterd werden door regenvlagen, konden de weergoden op zaterdag geen weg met hun vreugde en schonken ze ons een prachtige, zonnige, tweede dag van Heartbeats festival.

Sommige festivalgangers zitten op zo’n moment eigenlijk nog liever op een terrasje of even verder in het gras met een pintje, maar Rocky, die op het label van goed gezelschap Woodkid en The Shoes zit, zette wel een goeie toon. De groovy soulsynthpop van het Franse vijftal was een leuke binnenkomer. De bandleden en frontvrouw waren zichtbaar op hun gemak. En net zoals hun muziek licht verteerbaar was, waren ook de technische problemen makkelijk weg te lachen. Als mama en papa komen kijken, hebben ze altijd problemen, grapte de gitarist. Met een lichtjes dansend publiek baande Rocky zich zichtbaar gelukkig naar het einde van hun set. Deze eerste band was geen topper, maar wel een erg fijne opener.

Al snelde volgde Hælos, een zestal dat een beetje op hetzelfde synhpopélan verder ging, zij het dat ze mikten op een iets gevoeligere snaar. De ongeïnteresseerde uitdrukking van de frontvrouw en –man, die naast zingen enkel wat tamboerijn bespeelden, gooiden echter roet in het eten. Ze stonden op het podium alsof ze daar zelf liever niet zijn en geen woord geloven van wat ze aan het zingen waren. Dan wij ook niet. Dit soort dromerige synthpop heeft ook geen twee zangers en twee drummers nodig. Soms is less toch more.

Het Canadese trio BADBADNOTGOOD verkende jazzy horizonten op klavier, bas en drums. Hun sunny grooves, laidback maar steeds opwindend, waren de perfecte soundtrack voor het warme weer. De uiterst sympathieke drummer voerde het woord en haalde er al snel een gastsaxofonist bij. Samen leken ze gewoon heel erg veel fun op het podium te hebben. Jazz voor de massa? Ja, maar wel goeie jazz.

De Britse Anna Calvi kwam met het haar strak achteruit, rood gestifte lippen en haar indringende blauwe ogen nors het podium op. De boze uitdrukking op haar gezicht zou niet weggaan tot aan het applaus achteraf. Calvi neemt haar muziek serieus en doet al eens graag aan guitarshredding en keelgat open zetten. Als een furie raasde ze door nummers als ‘Desire’, ‘Eliza’ en het deels in het Franse ‘Jezebel’ die als afsluiter/cover perfect in haar set paste. Ze liet zich omringen door drie muzikanten die, omdat ze zodanig veel verschillende dingen (die xylofoon!) deden, heel boeiend waren om naar te kijken.

Hoe zeer Anna Calvi kon boeien, zo weinig overtuigden José González en zijn vier muzikanten. Zijn akoestische gitaarpop verdronk in al het gepraat. Dat ligt wel een beetje aan de man zelf, zijn luisterpop komt het best tot recht in kleine zaaltjes of op cd. Zeker wanneer The Knife-cover ‘Heartbeats’ die door de naam van het festival een hoogtepunt moest worden maar een flauwe interpretatie van de studioversie bleek, zakte de set naar een dieptepunt. José was de verkeerde man op de verkeerde plaats.

dEUS stond dan wel weer op de juiste plek. De vijf muzikanten schoten ‘Constant now’, ‘The architect’ en ‘Instant street’ al af in het openingssalvo. En als je dacht dat ze daarna wel even zouden bedaren, dan was je eraan voor de moeite: aan het aantal hits kwam geen einde. De band rond Tom Barman leverde song na song kwaliteit af, deden dat vol overgave en konden spreken van een set met Greatest Hits-allures.

Om een tent te doen leeglopen moet je tegenwoordig Roísín Murphy heten. De Ierse begon er met strakke beats nochtans veelbelovend aan en kreeg heel wat mensen aan het dansen. Naarmate het publiek echter besefte dat ze geen hits zouden krijgen, druppelden ze traag maar gestaag de tent uit richting bedje. De show van Murphy was namelijk eerder een gimmick dan een blij weerzien met bekend materiaal. De zangeres goochelde tijdens nummers met accessoires, ze zet eens een hoed, een bril of een masker op, en verdwijnt om de haverklap in de coulissen voor een nieuwe outfit. Tijdens ‘House of glass’ droeg ze iets wat we enkel kunnen omschrijven als een vagina en in ‘Jealousy’ droeg ze een masker zodat ze drie hoofden had. Goed bij stem was de voormalige Moloko-zangeres wel en de vijf muzikanten rond haar creëerden een fijne groove. Bovendien hebben we vrij veel respect voor de manier waarop de zangeres zich heruitvindt. Het nieuwe materiaal bleek echter een beetje te ontoegankelijk voor het grote publiek. Jammer voor Roísín.