100 Gecs bewijst meer dan een gimmick te zijn op ’10.000 Gecs’

door Tobias Cobbaert

Het meest polariserende album van 2019? Dat moet ‘1000 Gecs’ zijn, het debuut van hyperpopduo 100 Gecs. Tegenstanders ergerden zich blauw aan de hyperkinetische muziek van Dylan Brady en Laura les. Blijkbaar is een mengeling van opgefokte bassen, buitensporige autotune, vage internethumor en muzikale invloeden die reiken van Skrillex tot Soulja Boy niet voor iedereen weggelegd. De voorstanders hoorden echter een revolutionair album dat popmuziek tot nieuwe, experimentele hoogtes tilde, zonder ‘moeilijk’ te worden: ‘1000 Gecs’ was vooral belachelijk dikke fun.

Daarnaast leek de plaat, tot spijt van wie het benijdt, in zekere zin ‘genredefiniërend’ te zijn. In de nasleep van ‘1000 Gecs’ werd hyperpop plots een bescheiden hype op het internet – al dan niet dankzij een duwtje van een gecureerde Spotifyplaylist met dezelfde titel. Artiesten als Dorian Electra, Food House en Charli XCX stonden plots op de radar van elke muziekliefhebber met vooruitstrevende, opgefokte popproducties, en elke week werd er wel in een of andere muziekpublicatie verkondigd dat hyperpop de toekomst van de muziekindustrie was.

Ondertussen lijkt die hype weer min of meer uitgedoofd te zijn. Charli XCX draaide hyperpop opzichtig de rug toe op haar conventionelere album ‘Crash’, en rond de meeste andere opperhoofden van het nichegenre is het al een tijdje relatief stil. Hyperpop heeft enkele voortreffelijke, creatieve en extreem plezante platen voortgebracht, maar de volle doorbraak in de mainstream hebben we niet gekregen.

En de Gecs? Die hebben dit hele circus min of meer in stilte uitgezeten. Na de hype rond ‘1000 Gecs’ hadden ze makkelijk kunnen kapitaliseren door snel een nieuwe plaat uit te brengen, maar op wat losse singles en een mini-ep’tje eind vorig jaar na, krijgen we pas ná de grote hyperpopgolf een vervolg in de vorm van ’10.000 Gecs’.

En dat bleek een slimme zet te zijn. ’10.000 Gecs’ heeft lange tijd kunnen marineren, en het resultaat is voortreffelijk. Dezelfde waanzinnige energie vanop ‘1000 Gecs’ is een klein beetje teruggeschroefd – er staat iets minder teringherrie als de outro van ‘745 sticky’ op – maar nog steeds in volle teugen aanwezig. De vorm is echter anders geworden: 100 Gecs tapt ditmaal uit enkele andere vaatjes.

Niet dat de fans van de ‘oude’ Gecs-sound volledig in de steek gelaten worden. De bibberende melodieën vanop de oorwurm ‘757’ zijn bijvoorbeeld vintage Gecs. Maar verder staan er op de plaat opvallend veel gitaren. Die worden meteen ingeluid met de openingstrack ‘Dumbest girl alive’, een knaller waarop rockende riffs en dubby baslijntjes hand in hand gaan. ‘Hollywood baby’ klinkt dan weer als een blink182-track die door de productionele gehaktmolen is gedraaid. En we dagen je uit om een aanstekelijker nummer te vinden dan de skapunk van ‘Doritos & fritos’.

Over ska gesproken: daar zijn de Gecs nooit vies van geweest. Op ‘1000 Gecs’ kregen we bijvoorbeeld het ondertussen iconische ‘Stupid horse’ te horen. Waar het genre dat nummer echter nog een hyperpop-makeover kreeg, met dreunende bassen en liters autotune, laten Les en Brady op ’10.000 Gecs’ het genre op een veel puurdere manier bestaan. Bij ‘I got my tooth removed’ komen opvallend weinig autotune en electronica kijken, vooral extreem aanstekelijke gitaartjes en een springerige energie. Ook ‘Frog on the floor’ is hoofdzakelijk akoestisch, maar door de vreemde/grappige tekst over (je raadt het nooit) een kikker op de vloer blijft de handtekening van de Gecs aanwezig. Dat dit nummer, dat even goed een klassiek kinderliedje had kunnen zijn, zo naadloos op de plaat past, zegt veel over het kleurrijke universum van het duo.

Nog een genre dat door 100 Gecs opgerakeld en opgewaardeerd wordt: nu-metal. ‘Billy knows Jamie’ knipoogt heel opzichtig naar Limp Bizkit, maar slaagt erin om het genre cool in plaats van cringe te maken. Enfin, volgens de voorstanders van de Gecs. Ook het bizarre geluidscollage ‘One million dollars’ klinkt trouwens verrassend metal. En om het lijstje met genres op ’10.000 gecs’ volledig af te ronden: ‘The most wanted person in the United States’ is een verrassend ingetogen hiphoptrack waar de gecs het eens niet van de herrie, maar net van een gluiperig baslijntje moeten hebben.

‘Mememe’, het nummer dat ondertussen al anderhalf jaar geleden als lead single verscheen’, rondt het album in schoonheid af. Hierin komen namelijk bijna alle genres samen: de strofes zijn ska, het refrein bestaat uit grootse punk- en metalgitaren, en de autotune en gekheid van de twee Gecs vouwen er een mooie strik rond.

Of de plaat ergens over gaat, vraag je? Ja: over kikkers op de vloer, over een miljoen dollars, over auto’s stelen en de prak in rijden, over je tand laten trekken,… Maatschappijkritische boodschappen hoef je niet te verwachten, maar verwacht je dat echt op een plaat als deze? 100 Gecs referen naar een tijd van zo’n 15 jaar geleden, toen het internet nog onschuldig en plezant was. De quirky, speelse humor uit die periode vormt de fundering voor de wereld van de Gecs. Verwar dat trouwens niet met ironie: alle plezier die de Gecs beleven en serveren is 100% oprecht. Net als de knipogen naar Limp Bizkit en Blink182. En net die eerlijkheid maakt van 100 Gecs zo’n ultra-aanstekelijke act.

We hebben er lang op moeten wachten, en het is bijna een mirakel dat ’10.000 Gecs’ niet teleurstelt. Laura Les en Dylan Brady zijn er echt in geslaagd om te bewijzen dat ze het niet (enkel) van de gimmicks moeten hebben, maar dat ze slimme popschrijvers zijn die vele genres de baas kunnen. En doordat de songs iets gefocuster klinken, zouden ze misschien zelfs enkele haters in lovers kunnen omzetten.