Al cruisend door de nacht met ‘Slow air’ van Still Corners

door Martijn Bas

Door de muziekpers genegeerd worden, dat doet toch altijd een beetje pijn. Still Corners kan daarover meespreken, want er was geen haan die kraaide naar hun vorige release ‘Dead blue’. Nochtans kon de uitstekende plaat daarvoor, ‘Strange pleasures’, wel op de nodige belangstelling rekenen en was ‘Dead blue’ best een goede opvolger. Misschien kon het album niet opboksen tegen de belangrijke platen van het moment, of kwam het gewoon door slechte marketing? Greg Hughes en Tessa Murray hebben in ieder geval een nieuwe langspeler klaar, eentje waar de dreampop-liefhebber zeker voldoening zal uithalen.

Op ‘Slow air’ wanen we ons al cruisend op een verlaten snelweg, badend in het witte maanlicht – een setting die het Londense duo nu al enkele platen achtereenvolgens hanteert. Het verschil bij ‘Slow air’ zit echter in de meer gitaar-gerichte dreampop-sound, terwijl de twee vorige albums overwegend synthesizers voorop plaatsten. Uiteindelijk maakt het niet veel uit, want Still Corners klinkt nu eenmaal als Still Corners – in eender welke instrumentale context.

Elk nummer ademt een broeierige, relaxte vibe uit, met in het middelpunt de bezwerende vocalen van Murray, die grotendeels handelen over stukgelopen relaties. De sterke singles ‘Black lagoon’ en ‘The photograph’ kenden we al en horen bij de beste songs van de plaat. Vooral die laatstgenoemde is een succesvolle excursie in dromerige synthpop. Op ‘Dreamlands’ en ‘Fade out’ komt de band wat minder voorspelbaar uit de hoek, met eveneens fijne resultaten ten gevolge. Soms liggen de invloeden er wel iets te dik op, zoals in ‘The message’. Hoewel het geen mis nummer is en niet zou misstaan in Twin Peaks, wordt er iets te opzichtig gejat van de Chris Isaac-klassieker ‘Wicked game’.

‘Welcome to slow air’, een instrumental, weet de juiste stemming te creëren, maar de junglesamples en studiosnufjes kunnen het ontbreken van een goede melodie toch niet volledig verbergen. Tekstueel mankeert er af en toe ook wel wat, met ‘Sad movies’ als triest dieptepunt (“Sad movies make me cry, I don’t know why”). En net wanneer je denkt dat het niet erger kan, volgt het refrein (“They remind me of you, you, you, …”) . Soms ligt Murray haar treurnis er simpelweg wat te dik op en dat voelt aan als goedkoop sentiment.

Wie voorbij deze imperfecties kan zien, houdt gelukkig nog een genietbare dreampop-plaat over. ‘Slow air’ overtuigt dan ook hoofdzakelijk dankzij de onmiskenbare sfeer. Met album nummer vier hoort het duo ondertussen thuis in de lijst van betrouwbare dreampop-acts die steevast kwaliteit aanleveren, maar net dat beetje tekortschieten om in eerste klasse mee te spelen tussen de allergrootsten.