Algiers verzet de bakens op ‘Shook’

door Jonas Van Laere

Wanneer je iets opnieuw kan omarmen nadat je de voeling ermee was kwijtgeraakt, ontstaat er vaak iets krachtiger dan wat er voorheen was. Na het touren met ‘There is no year’ was Algiers uitgeput. De drive was weg, de onderlinge relaties stonden onder spanning en ermee ophouden was één van de opties die overwogen werd. Ondertussen had ook hun verwantschap met hometown Atlanta betere tijden gekend. De band hervond gelukkig zijn focus en een hernieuwde betrokkenheid op elkaar én hun stad. Met als resultaat een plaat die uiterst veelzijdig is, en hier en daar zelf hoopvol klinkt. 

Algiers is nooit een band geweest die kiest voor de weg van de minste weerstand. Als uithangbord van de counter culture heeft Franklin James Fisher zijn vuist (en stem) altijd gebald om actief standpunt in te nemen tegen sociale en politieke onrechtvaardigheid. Wat Algiers doet en uitdraagt heeft nooit het etiket vrijblijvend of lichtzinnig met zich meegedragen. ‘Shook’ is niet verrassend een opeenvolging van vurige pleidooien voor protest, toch valt er tussen al die grauwheid steeds meer strijdvaardige hoop te bespeuren. Of zoals Leonard Cohen het zei “There is a crack, a crack in everything. That’s how the light gets in”. 

Luister naar hun vorige platen dan hoor je telkens een chaotische furie waarbij gospel, (post-)punk, r&b, jazz, hip-hop, blues en spoken word tot een uniek muzikaal spektakel werden gecombineerd en geherdefinieerd. Op ‘Shook’ resulteert dit voor het eerst in een plaat waarbij Algiers in en tussen de nummers die mengelmoes aan invloeden heel bewust laat stuiteren en botsen. Alsof ze na turbulente jaren dachten: “Laat het maar goed clashen, zolang het resultaat maar boven de strijd verheven blijft.” 

De eerste helft van de plaat laakt nadrukkelijk de dominante cultuur, waarbij de sfeer vaak onheilspellend is. “Time is over” zingt Franklin bij de start van ‘Irreversible damage’ en die urgentie wordt niet enkel door de guest vocals van Zach De La Rocha onderstreept. De pulserende drums en dreigende elektronica maken dat het nummer aanvoelt als opgejaagd wild. Tot Algiers, niet voor het laatst, een nieuwe impuls voorziet waarbij melancholische synths de overgang vormen naar Midden Oosters tribaal strijdgewoel. ‘Something wrong’ speelt evenzeer in op de verrassing en vervelt van een loom experiment tot een driftig strijdanthem. 

Op ‘As it resounds’ speelt spoken word de hoofdrol, en samen met het soulvolle ‘Bite back’ vormt het één militant geheel waarbij zowel de woorden van Big Rube, als de verontwaardiging van Backxwash (die ons doet qua sound en venijn doet denken aan Eminem in zijn hoogdagen) en Billy woods, oproept om ons te verenigen in de strijd voor vrijheid. En wat kan er gezegd worden van het dwingende ‘73%’. Een nummer dat drijft op dansbare drums, gierende gitaren en laveert tussen folk, gospel en een fanatieke mix van rock en punk. De geest van Bloc Party (de ex-band van drummer van Matt Tong) uit de begindagen schemert zowaar lichtjes door het nummer heen. 

Met hun vierde plaat heeft Algiers zichzelf naar een hoger niveau getild. Daarvoor verruimde het zelf zijn blik waardoor nummers als ‘Cleanse your guilt here’ (een duistere introverte old skool hip-hop ballad die klinkt als Willis Earl Beal) en ‘Out of style tragedy’ (Poëzie in de geest van Gill Scott Heron) kunnen verwonderen. Daarnaast lieten ze zich ook bijstaan door gelijkgezinden die de lat mee omhoog dreven. Wanneer de Egyptische Nadah El Shazly haar meeslepende gezangen boven een experimenteel klankspel drapeert tijdens ‘Cold world’ wordt er een impressionante sfeer gecreëerd. Samen met de spoken word van Latoya Kent op ‘Born’, vormen deze een baken van licht die de duisternis opnieuw wat kleur geeft naarmate de plaat zijn einde nadert. Waarbij het mee de shift maakt van protest naar wederopstanding.

Gedreven door de woorden van Victor Hugo’s ‘Fantômes’ ontstaat er op ‘Green Iris’ een speelveld waar jazz, folk en blues zich tot een moderne spiritual vormen, tot de sfeer omslaat en de vurige synopsis van de plaat letterlijk vorm krijgt: “If you paid attention by now you should know the story. It’s the reclaiming of power in glory”. Die schoonheid komt in cadeauverpakking terug in ‘An echophonic soul’ waarin DeForrest Brown Jr (auteur van het boek Assembling a Black Counter Culture) en saxofonist Patrick Shirioshi er een doorleefde doch introverte eindsprint van maken. 

‘Shook’ is een eclectische splinterbom van maatschappelijk protest, humaan engagement en een disharmonieus en tegelijk coherent muzikaal schouwspel. Wat ons betreft blijft Algiers een onderschatte en vooral ook ondergewaardeerde band die op elke plaat de bakens echt weet te verleggen.