Bazart schreeuwt om hulp op ‘2’

door Pieter D'Hooghe

Ik had de keuze tussen een avond met Gazelle Twin en Amnesia Scanner in de Gentse Vooruit of de nieuwe plaat van Bazart. Ik koos plichtsbewust voor het tweede. Was dat een foute keuze? Behoorlijk, achteraf gezien. De nieuwe van Bazart blijkt – zelfs na meer dan twintig luisterbeurten op verschillende momenten – niet meer dan een grote schreeuw om hulp, spartelend in het ijle.

Ik draag het drietal Mathieu Terryn, Simon Nuytten en Oliver Symons echt wel een warm hart toe. Ik weet nog altijd niet goed of ik hun ritmesectie – Daan Schepers op bas en Robbe Vekeman op drum – nu credits moet geven voor de songs die hierna besproken worden of niet, maar sowieso draag ik de harde kern echt een warm hart toe. Het zijn goede kerels die halsoverkop in een onvoorstelbaar avontuur zijn gesmeten. Mathieu liet dan ook in veel interviews ter promotie van het nieuwe album optekenen dat hij zijn angsten en twijfels rondom bekendheid enkel maar gecommuniceerd kreeg in zijn teksten. Hou dat even in het achterhoofd tijdens het vervolg van deze lap tekst.

“We hebben voor het eerste een albumalbum gemaakt” en “dit album leunt veel meer aan bij wat we echt willen doen” zijn maar twee quotes uit zo’n interview. Jammer genoeg kunnen we na het veelvuldig beluisteren van ‘2’ niet anders vaststellen dat de heren van Bazart dan nog steeds niet echt weten wat ze willen. Een ‘albumalbum’ is het al zeker niet geworden. Hun vorige album bestempelden ze nog als ‘de hitjes en aanvullingen’ maar deze ‘2’ bestaat bijna enkel uit aanvullingen. Vooruitgeschoven single ‘Grip (Omarm me)’ is een B-side van het eerste album en op-en-top Bazart. Er zit ergens een hook, er is catchy elektronica en de nietszeggende zinnen die Terryn scandeert, zijn simpel en makkelijk na te zingen. Pas op, geen slecht nummer hé. Mijn lief en ik hebben “hou me bij tot ik niet meer ben wie ik ooit was” al verschillende keren in elkaars gezicht staan roepen, al deden we dat louter om ons jonger te voelen dan we zijn. Het is een sentiment dat elders op de plaat nog terug komt. In ‘Onder ons’ – een duet met de Nederlandse Eefje De Visser – krijgt het woord ‘veel’ heel wat betekenissen maar komt ook de zin “jij hebt wat ik kwijt ben geraakt”. Eerlijk; toen ik 16 jaar was zou ik dit los op mijn pennenzak vereeuwigd hebben na de zoveelste liefdesbreuk. Helaas heb ik nu geen pennenzak meer.

Moet ik deze plaat dan bekijken uit het perspectief van hun publiek? Tieners die naar het Sportpaleis afzakken met mama en/of papa? Tja, misschien wel. De hoeveelheid nutteloze hersenspinsels die Terryn in zijn teksten steekt, lijken alvast echt gestaafd op die niche. In ‘Niet te dichtbij/Cote à cote’ – een samenwerking met de Waalse muzikant Baloji – zingt hij “het is sowieso voorbij als ik hier niet blijf” en in het pastorale ‘Zonde’ preekt hij “soms zie ik dingen die er niet zijn zonder dat ik het door heb, daarna besef ik dat ook wel”. Echt, tapping into the vein van onzeker tieners – jongens en meisjes all the same, Terryn.

Die onzekerheid is echter niet zo gespeeld als het lijkt. Ik geloof dat de groep zich onzeker voelt over hun verworven statuut en dat ze – of vooral Mathieu – moeite heeft met de bekendheid. Als je de plaat vanuit dat standpunt gaat bekijken zitten er ook heel wat hulpkreten in. In (slechte) afsluiter ‘Nodig’ is Terryn heel duidelijk en vraagt hij letterlijk of er dan niemand is die nog helpen kan. In ‘Niets is zeker’ – een flauw afkooksel van Frank Ocean-invloeden – klaagt hij over hoe niemand hem aankijkt als ze met hem praten en niemand hem nog vraagt hoe het met hem gaat. Tja, een selfie nemen wordt na een tijd helaas belangrijker dan vragen uw gevoelens. Begrijp me niet verkeerd; ik heb begrip voor de gevoelens die Terryn in zijn teksten uit. Anderzijds is het ergens ook wel de weg die ze gekozen hebben. Hoewel hun bekendheid heel snel van ‘niche’ naar ‘Sportpaleis’ is gegaan, hadden ze het wel degelijk anders kunnen doen. En ja, dat brengt verregaande gevolgen met zich mee.

Bazart wil met dit tweede album loskomen van wat ze bereikt hebben met hun eerste album. Ze willen nu bewijzen dat ze meer zijn dan de hype. Daar slagen ze jammer genoeg helemaal niet in. Het beste nummer van de plaat – ‘Grip (Omarm me)’  – is veruit het meest typerend. Alle andere nummer schipperen tussen heel middelmatig muzikaal  – ‘Ademnood’, ‘Niets is zeker’, ‘Het doet me toch iets’ – en/of heel karikaturaal qua teksten – ‘Nodig’, ‘Zonde’, ‘Intro’. Nooit overstijgen ze hun eerste plaat en aangezien dat het vooropgestelde doel was, is ‘2’ een gefaald experiment. Ik had grote verwachtingen van deze tweede plaat want eerlijk; ik ging wel goed op die eerste plaat. En ik ben nochtans geen tienermeisje. Maar de teksten op ‘2’ vallen iets te mager en hopeloos uit, de muziek te dun en te ongeïnspireerd. Het is schipperen tussen het ‘toch een beetje een Sportpaleis willen vullen’ en ‘toch alternatiever dan dat willen zijn’. De weg is echter gekozen, niet door hen maar door het management. “De vraag is of ik dit wel overleef” zingt Terryn in ‘Intro’. Wij hopen ten stelligste van wel, al hopen we ook dat ze eens goed op hun bek gaan en op hun derde plaat VOLUIT hun eigen ding doen, zonder een Sportpaleis in zicht. Het zou zomaar eens een goeie plaat kunnen worden, en een meer geïnspireerde titel hebben ze bij deze ook.

Bazart staat 20 oktober in het Sportpaleis (info & tickets).