Black Lips verteert in recordtempo je winterblues met ‘Sing in a world that’s falling apart’

door Koenraad Stevens

Laten we meteen met de deur in huis vallen: ‘Sing in a world that’s falling apart’ is één lange optimistische trip van muziek die veel meer op gouwe ouwe country is gestoeld dan op psychedelische garagerock, zoals Black Lips steevast wordt gelabeld. Er wordt vakkundig komaf gemaakt met zwaarmoedigheid, onnodig pessimisme, overgeproduceerde walls of sound of eender welk ander ongewenst neveneffect van laatstgenoemd genre. En dat komt eerlijk gezegd als een verademing.

Wat dit album zo aanstekelijk maakt is allicht een combinatie van enerzijds onderhoudende – en soms ronduit humoristische – teksten en anderzijds folkachtige Americanamelodieën die je, met een beetje zin voor verbeelding, onmiddellijk in gedachten naar de saloon brengen, met een whiskey voor je neus en twee pistolen rond je gordel. Opener ‘Hooker Jon’, waarin het oudste beroep ter wereld wordt bezongen en zevenjarigen al aan de LSD zitten, is daar meteen een mooi voorbeeld van.

Vele thema’s passeren de revue: pech in de liefde (‘Chainsaw’), geluk in de liefde (‘Holding me holding you’), het streven naar een betere ik (‘Gentleman’) of het bezingen van de weg in de klassieke road song ‘Georgia’. Maar zelfs als het de slechte kant lijkt op te gaan, wordt er met een positieve noot besloten, en dat gebeurt vaak middels een gezellige singalong om met de maatjes, arm in arm, het samenhorigheidsgevoel te bevorderen. Gedeelde smart is halve smart, lijkt dan het credo, of nog: als we dan toch de dieperik in moeten, dan doen we het samen en met de nodige zin voor relativering. Een lovenswaardige houding voor een band die in 2002 zijn gitarist verloor in een tragisch verkeersongeval.

‘Rumbler’ en ‘Odelia’ geven heel snel de indruk reeds deel uit te maken van het collectief geheugen en vormen daarom een logische keuze om als single uit te brengen. ‘Angola rodeo’ brengt tijdig ademruimte door de country te laten plaatsmaken voor nog eens een door een goeie gitaarriff voortgetrokken rock-‘n’-rollsong, versterkt door een nerveus pianolijntje en een relativerende outro zoals hierboven omschreven.

‘Dishonest men’ en ‘Locust’ voegen weinig toe aan hetgeen reeds gepasseerd is, maar dat is met de geweldige afsluiter ‘Live fast die slow’ gauw vergeten. Die track vat mooi samen wat je het laatste halfuur hebt meegemaakt: een wals waarin op een bewust overdreven dramatische manier afscheid wordt genomen van de luisteraar met een gelaten “Live fast, die slow and painful. In a world that’s fallin’ apart. And never, ever live to tell”. Wij zien de humor er alvast van in.

De volgende keer wij ons om welke reden dan ook, al dan niet met een dipje, op een lange trip langs Route 66 bevinden, weten wij alvast welke muziek door de speakers zal knallen.

Black Lips speelt op Dour Festival op donderdag 16.07 (info & tickets).