Blood Orange wisselt het politieke in voor het persoonlijke op ‘Negro swan’

door Liam Giraerts

Hoewel Devonté Hynes al een hele tijd meedraait zowel als muzikant in eigen bands (Test Icicles) als producer voor anderen (Solange, Sky Ferreira), kunnen we de meeste van zijn projecten pre-Blood Orange stilaan gaan beschouwen als juvenilia. Het was op ‘Cupid deluxe’ dat de r&b-prins pas definitief zijn eigen stem vindt. Het was op ‘Freetown sound’ dat hij bewijst dat hij daarmee ook daadwerkelijk iets te vertellen heeft. De gekende synthfunk en -popjams worden nu gedurende maar liefst een uur afgewisseld met samples over en rond black en/of LGBT pride. Prekerig of niet, het werkt. ‘Freetown sound’ is moeilijk te negeren en – spannender nog – moeilijk te overtreffen.

 Afgaande op de titel en albumhoes, belooft ‘Negro swan’ alvast meer van hetzelfde. Dat klopt tot op zekere hoogte. Zo krijgen we inderdaad weer gesproken interludia, zij het van een iets intiemer soort. Niet alleen is er ditmaal slechts één stem te horen – die van transgenderactiviste Janet Mock – maar ook de toon van de monologen past beter bij een inspirerend theekransje dan bij een oproep tot actie op straat. Ondanks de eclectische invloeden klinkt het nieuwe album evenzeer muzikaal meer ingetogen dan zijn voorganger. De typische Memphis rap van ‘Chewing gum’ mondt uiteindelijk uit in de gospeltrack ‘Holy will.’ Van afsluiter ‘Smoke’ kunnen we zonder overdrijven zeggen dat het lijkt op iets van Elliott Smith. Toch hangt er een dromerige, soms bijna ambient pop-achtige sfeer overheen de hele plaat. Wat we lijken te horen is iemand voor wie muziek ooit een vlucht- of rustoord was, en die net dat aspect ervan nu stilistisch in zijn eigen songs verwerkt. Tekstueel behandelt Hynes zijn (jeugd)problemen soms vastberaden (‘Charcoal baby’), soms met zware melancholie (‘Dagenam dream’).

Overduidelijke bangers vind je dan ook niet terug op ‘Negro swan.’ Eerder zal het voorkomen dat een bepaald nummer je bij het luisteren gewoon voorbijgaat, om een uur of twee later alsnog in je hoofd te kruipen—waarop het natuurlijk weer zoeken is naar die ene chorus of hook. Een kleine tip mocht dat gebeuren: begin eens bij ‘Saint,’ ‘Take your time,’ of ‘Nappy wonder.’ Dat het album dus minder direct en “indrukwekkend” is dan vroeger werk van Blood Orange, is een ongeluk noch een nadeel. Over ‘Chewing gum’ zegt Dev Hynes bijvoorbeeld dat het gaat over “the feeling of being tired of being outraged, and tired of being angry, and tired of fighting.” Dat gevoel strekt zich uit ver buiten het nummer. ‘Negro swan’ is niet apolitiek, maar het schuift toch even het collectieve opzij voor de meest individuele ervaring. Zalvend, optimistisch en ongehaast is dit introverte pareltje even relevant als wat dan ook.