Bombast en onvervulde ambities op ‘The much much how how and i’ van Cosmo Sheldrake

door Sigi Willems

Toegegeven, als je naam ‘Cosmo Sheldrake’ luidt, dan moét je wel muziek gaan maken en een debuutalbum uitbrengen met de naam ‘The much much how how and i’. Al vanaf z’n vierde verzamelt de jonge Cosmo de meest uiteenlopende instrumenten: van een doorsnee vleugelpiano tot de nyckelharpa, je kan het zo gek niet bedenken of Cosmo krijgt er wel een toonladder van voor tot eind uit gezwierd. Dan is het enkel nog zaak om die grenzeloze muzikale kundigheid om te zetten in beklijvende songs, en daar wringt het schoentje toch een beetje op z’n debuutplaat met de lange, repetitieve naam.

De titel is niet alleen lang en repetitief, maar doet ons daarnaast ook denken aan het subject dat geconfronteerd wordt met de chaos van de werkelijkheid en alle verwarring die daarmee gepaard gaat. Een ambitieuze titel voor een ambitieuze plaat. De openingstonen van ‘Linger longer’ klinken inderdaad mysterieus en etnisch, als een soort ‘Alice in Wonderland’- soundtrack. De zang van Cosmo daarentegen doet ontzettend hard aan Joe Newman denken; alsof alt-J op trektocht is door Midden-Aarde. Dat blijkt echter een plek te zijn waar een dergelijk stemgeluid niet echt tot zijn recht komt.

De eerste vijf of wat songs zit er over het algemeen heel weinig variatie en dynamiek in de plaat: Cosmo stelt weliswaar zijn muzikale kunsten tentoon met exotische arrangementen, maar het klinkt allemaal wat te bombastisch en afgelijnd om ook maar ergens oprechte emotie in te kunnen bespeuren. Zakelijk, technisch en oerdegelijk, en tegelijkertijd o zo saai.

Op ‘Mind of rocks’ komt daar dan toch eindelijk die langverwachte afwisseling naar de oppervlakte gedreven, in de vorm van een vrouwelijk koor en een Oaktree-achtige chillwave-beat. We zitten dan ongeveer in de helft van de plaat en vanaf dit punt wordt de beluistering plots beduidend interessanter. ‘Pilocene’ is met z’n combo tussen etnische fluittonen, water-gesplats en houterige XXYYXX-beats misschien wel de beste song op de plaat. Ook het voorlaatste nummer ‘Beetroot kvass’ teert verder op dat elan, weliswaar met een minder elektronische toets.

Als Cosmo voor elk instrument dat hij in zijn bezit heeft één goed nummer had kunnen schrijven, zou zijn debuutplaat ongetwijfeld een schot in de roos geweest zijn. Helaas mist de eerste helft van Sheldrakes album de nodige dynamiek en is ook de combinatie tussen de sprookjesachtige arrangementen en zijn kenmerkende stemgeluid geen geslaagde combinatie. Nergens worden we warm van de bombastische sound die ‘The much much how how and i’ kenmerkt, nergens overvalt ons dat gevoel van huivering, zoals wanneer we geconfronteerd worden met de onbevattelijkheid van de werkelijkheid. En laat dat laatste nu net het opzet geweest zijn van de hele plaat, niet dan, gediplomeerd antropoloog Cosmo?

Op 27 april speelt Cosmo Sheldrake in de AB in Brussel. Tickets en info daarover vind je op de website van de zaal.