‘CARNAGE’ overstijgt zijn intenties dankzij de bedwelmende symbiose tussen Nick Cave en Warren Ellis

door Sarah Van der Straeten

Aangekondigd als “a brutal but very beautiful record nested in a communal catastrophe” overstijgt ‘CARNAGE’ zijn intenties, als de plaat die de essentie van Nick Cave en Warren Ellis bevat. Het album raapt alle snijdende schoonheid te vinden in rampspoed samen en toont ontwapenend hoe ragfijn het evenwicht tussen verdriet en troost kan zijn.

Een blik over de schouder geeft de ontembare begindagen van Nick Cave bij The Birthday Party nog slechts weer als miniaturen. Vergezeld door de Bad Seeds trok hij zijn inmiddels weidse discografie steeds verder weg van de overdaad, richting weloverwogen soberheid. Het recentste luik in die krimpende evolutie ziet ook z’n bijdragers slinken: voor ‘CARNAGE’ rekende Cave enkel op bondgenoot Warren Ellis.

Na enkele soundtracks levert het vervlochten duo hun eerste album af, in een samenwerking zo vanzelfsprekend dat de ene glansrol amper van de ander te onderscheiden valt. Nick Caves timbre laat de langspeler praten en etaleert vloeiend zijn begenadigde vertelkunsten. Poëtische teksten verkennen net zoals op ‘Ghosteen’ of ‘Skeleton tree’ verder het opslorpende en verwarrende thema van verlies, met omzwervingen langs schoonheid en liefde.

Ook impactvolle gebeurtenissen uit het afgelopen jaar schrijden langs, met een knik naar de Black Lives Matter-betogingen  in ‘White elephant’ en een zowaar dromerige voorstelling van de lockdown waarin het album werd opgenomen tijdens ‘Albuquerque’ (“We won’t get to anywhere, darling / Anytime this year / We won’t get to anywhere, darling / Unless I dream you there”). Steeds ingehouden en doelbewust volgt ‘CARNAGE’ voorbeeldig het uitgekiende verloop, waardoor de euforische uitbarsting halverwege die het slot van ‘White elephant’ siert,  aanvoelt als de bevrijding.

De symbiose tussen Cave en Ellis kent nauwelijks verval en bedwingt vastberaden het voornemen om enigmatisch te bedwelmen en te sussen. Hoe zeer de ontroerende teksten van Nick Cave als vanzelf voorop komen te staan, ze hebben niks te verbloemen aan het aandeel van Warren Ellis. Dat de naadloos begeleidende instrumentatie bijwijlen geruisloos naar de achtergrond glijdt is veeleer een prestatie dan een tekortkoming.

‘CARNAGE’ is geen Nick Cave of Warren Ellis die rond stuitert in het experiment of grenzen mijlenver verlegd, maar wel een krachtig concentraat van hun muzikale identiteit: grauwe en meeslepende dreiging (‘White elephant’) die plotsklaps omslaat in zoete verwondering en genegenheid (‘Balcony man’). De voortreffelijke titeltrack klinkt zo ‘Nick Caves’ dat het verbaast nieuw werk te zijn, elke keer Caves bijna brekende stem het refrein in zet. “And it’s only love with a little bit of rain / And I hope to see you again” is de gedroomde synopsis van waar Nick Cave tekstueel nu al gedurende verschillende albums door waadt. Die indringende opmerkzaamheid is nog de grootste verdienste van ‘CARNAGE’, een griezelig herkenbare maar beklijvende plaat vol vertoning van het meesterschap van zowel Nick Cave als Warren Ellis.