Het is nu al een dikke twaalf jaar geleden dat de crimineel ondergewaardeerde band Bright Eyes, onder leiding van Conor Oberst, in een bui van creatieve razernij besloot om twee platen uit te brengen op één dag. Dat is op zich al een vrij indrukwekkende prestatie, die nog danig imposanter wordt door het feit dat de helft ervan het magistrale ‘I’m wide awake, it’s morning’ was. Dat onvervalste meesterwerk doet nog steeds menig muziekfan smachtend terugverlangen naar een tijd waarin ‘Desperate Housewives’ als frisse vernieuwende TV aanvoelde, en het leven gewoon simpeler was.
Het onverwachte succes van die meesterworp bleek zowel een vloek als een zegen voor Oberst, aangezien het als maatstaf gold voor al zijn toekomstige ondernemingen. Of het aan de onrealistisch hoge verwachtingen lag, of de betwijfelbare kwaliteit van de muziek zelf laten we in het midden, maar feit is dat Conor Oberst de afgelopen jaren er zelden in geslaagd is om de middelmatigheid te overstijgen.
Toen we het nieuws kregen dat Oberst een herbewerking zou uitbrengen van zijn overigens verrassend goede plaat ‘Ruminations’, stonden we dan ook niet meteen te juichen van extase. Rook dit niet sterk naar platte commerce en ronduit klinkklare luiheid? De sterkte van ‘Ruminations’ bestond net uit de tastbare eenzaamheid en rauwe emotie die doorklonk in de nummers. Hoe zou jij het vinden mocht Bon Iver een pimped-out, chromed-out versie van ‘For Emma, forever ago’ uitbrengen?
Tussen het herwerkte materiaal staan enkele fraaie versies. De opgewarmde versie van ‘Till St. Dymphna kicks us out’ is een degelijke herwerking die de occasionele hardcore Conor-fan wel kan aanspreken. ‘Tachycardia’ klinkt fris en is eigenlijk het enige nummer dat de competitie kan aangaan met het origineel. Vaker slaat Oberst de plank echter pijnlijk mis. ‘You all loved him once’ klonk als pure wanhoop toen het alleen door Conor gebracht werd. Het idee om hier een tweederangs caféband over te laten heen denderen is het equivalent van een dikke kwak ketchup op je bord oesters te mikken.
Het is op de zeven nieuwe nummers dat Oberst zichzelf ietwat herpakt. Op opener ‘Too late to fixate’ bezingt hij met enig succes de perikelen van gehuwd Amerika: “No, I don’t mind the money / It beats betting on sports / And though it might get expensive / It’s cheaper than divorce.” Op ‘Napalm’ laat Oberst merken dat zijn caféband best tot degelijke dingen in staat is wanneer hij niet te druk bezig is met zijn eigen repertoire de dieperik in te werken.
Wanneer er een scherp contrast is tussen coöperatie in de studio, en de isolatie waarin de muziek zelf tot stand kwam, laat ‘Ruminations’ interessante evoluties zien van de muziek die we kennen en koesteren. Helaas vervalt Oberst al te vaak in een slechte persiflage van zichzelf dat maar weinig heel laat van het origineel.
Voor de ene verdwaalde ziel onder de Indiestylel-ezers die ‘Ruminations’ nog niet gehoord heeft, kan ‘Salutations’ als een lyrische triomf aanvoelen. Dat is echter compleet te wijten aan de kwaliteit van het origineel. Het is dan ook onze oprechte mening dat je deze nieuwe Conor Oberst even links laat liggen, en verdrinkt in de authentieke weemoed van ‘Ruminations’.