Crumb stuurt je op innerlijke ruimtereis met dromerig debuut ‘Jinx’

door Nina van den Broek

Genoeg jonge bands die het proberen maken zonder manager, label of boeker; in het Spotify-tijdperk is dankzij toegewijde fans veel mogelijk. Het aantal bands wiens populairste nummer op die manier 12 miljoen (!) streams haalt en vervolgens hun debuutalbum ook helemaal onder eigen beheer uitbrengt, ligt echter een pak lager. Enter Crumb, het geesteskind van zangeres en gitariste Lila Ramani, die jarenlang een hele lading nummers in de kast had liggen en uiteindelijk toch een groep zocht om ze samen met haar uit te voeren. Met succes: een bassist, drummer, toetsenist en twee succesvolle ep’s later brengt het in Brooklyn gevestigde viertal uit Boston nu hun debuut uit.

En wat voor één. Waren Crumbs eerdere ep’s met hun jazzy arrangementen, psychedelische riffjes en bedwelmende synths een testritje in de simulator op de astronautentraining, dan is met ‘Jinx’ de raket richting de kosmos gelanceerd. Die kosmos bevindt zich wel in de abstractie van je diepe innerlijke gedachten in plaats van rond de reële aarde; ‘Jinx’ is een plaat om alleen te beluisteren, wegdromend en mijmerend, achteruit in de zetel, drankje nonchalant in de hand. Het album als achtergrondmuziek in groep luisteren zou ook zonde zijn, het zijn immers de fijntjes tussen de spacey synths geweven details die Crumbs muziek verheffen uit de ‘chill’-categorie. Neem het aflopend metallofoon-melodietje ongeveer halverwege de smooth jazz-single ‘Nina’, de dramatische basdrum tijdens het woestijnrifje van ‘M.R.’ of de lome baslijn van het zweverige ‘Faces’: het zijn die finesses die ervoor zorgen dat de repeat-knop ingedrukt blijft.

Co-piloot op Crumbs transkosmische reis zijn Ramani’s donkere en angstige teksten, die ze door het zorgvuldige gebruik van haar stem nog extra kracht bijzet. In de eerste strofe van ‘Ghostride’ bezingt ze met een verveelde en lage stem de lange, saaie autoritten die deel uitmaken van het tourleven en op ‘And it never ends’, een song met een bedwelmende cadans over zich gespannen voelen in een drukke stad, klinkt haar stem hees en uit evenwicht. Ergens tegen het einde van ‘M.R.’ – het absoluut pareltje van het album, dat een muzikaal shot heroïne seconde per seconde door je aders pompt – gaat Lila dan weer bijna smekend de hoogte in wanneer ze toegeeft dat ze gewoon iéts leuk wil voelen.

Al die tekstuele angst, sleur, spanning en muzikale loomheid zorgen er echter niet voor dat ‘Jinx’ verwordt tot een depressieve brij; ook uptempo nummers zoals ‘Nina’ en het ongecompliceerde ‘Fall down’ – niet verrassend allebei singles – kennen hun plaats. Verder dragen de jazzy drums en tempowisselingen meer dan hun meteorietje bij om de plaat een klein halfuurtje lang entertainend te houden. Geen nummer te veel of te weinig op ‘Jinx’, na het laatste trippy akkoord is de tijd mooi gekomen om terug naar aarde te vliegen.

Met dit debuutalbum heeft Crumb definitief een uniform geluid gevonden, dat soms opgewekt, soms somber, maar altijd dromerig klinkt. Het is het soort band dat zeker en vast het label van verborgen Spotify-parel verdient, en waarover je met trots verkondigt hen ontdekt te hebben voor het grote publiek dat deed. En nu, hup, astronautenpak aan en met kruissnelheid naar de (digitale) platenwinkel.