De zoetigheid en cayennepeper in ‘Hello from the gutter’ van Rhinos Are People Too

door Tom Peeters

Wie ooit vier dagen lang door een Indonesische jungle hoste op zoek naar een Javaanse neushoorn, weet dat die beesten zich onwaarschijnlijk goed kunnen verstoppen.

Het is bijgevolg geen verrassing dat de band Rhinos Are People Too zich zo lang schuilhield. Vier jaar verstreek er sinds de band uit Peer in 2013 een bescheiden doorbraak forceerde in De Nieuwe Lichting van Studio Brussel. Ja, er bereikte ons vanuit Peer, bekend van Salem Seghers en de skipiste, wel eens een single of een ep’tje, maar op een plaat van Rhinos Are People Too was het lang wachten. Ook in Limburg kennen ze blijkbaar die ene eeuwenoude wijsheid over haast en spoed. ‘Hello from the gutters’ is het wachten gelukkig meer dan waard.

Eén seconde, zo lang duurt het voordat we mee zijn. Meer dan een zwoele ademstoot van zangeres Loes Caels hebben we niet nodig.  “Ariel, Ariel / dancing in the moonlight / smiling to the stars”, zingt ze herhaaldelijk in ‘Ariel’. We wisten niet dat we verliefd konden worden op een personage uit een lied. Die begeestering laat ons pas 38 minuten later weer los, wanneer de zon ondergaat op de Limburgse prairies tijdens ‘Under the desert sun’.

Tussendoor serveert Rhinos Are People Too ons het beste uit de onderwereld. ‘L.A. confidential’ ken je al van Studio Brussel. In ‘Hear the night (calling)’ belanden we in achterbuurten waar we ons zelfs niet zouden wagen met Jean-Claude Van Damme in onze entourage. Tegendraadse gitaren krassen en zorgen voor een onheilspellend sfeertje. ‘Dead birds’ trapt dan wel af met speelgoedgeluidjes, maar tegen het einde sjezen er gitaren voorbij die van Millionaire hadden kunnen zijn. Er zit een zekere dynamiek in de muziek van Rhinos Are People Too, die de popliedjes – want dat zijn het – naar een hoge niveau tillen. Je weet nooit wat er gaat gebeuren, elk nummer wringt zich een andere kant uit dan degene je zou verwachten.

Zangeres/zuchtmeisje Loes Caels heeft de hele filmografie van Hugh Grant ingeslikt, zo mierzoet klinkt ze. Maar het is niet enkel de sacharine die het ‘m doet, er zit genoeg cayennepeper in ‘Hello from the gutters’ om een neushoorn om te leggen. In ‘Hear the night (calling)’ gaat Caels in samenzang met zichzelf en de lage, brommende bas van Pieter-Jan Decraene. Ook elders spatten de vonken van die combinatie. Muzikaal doolt Rhinos Are People Too rond in dezelfde biotoop als Blonde Redhead en The Flaming Lips.

‘Under the desert sun’ is de geluidsband bij een stomme spaghettiwestern, waarin de dreigende sfeer hint naar een op til staand pistoolduel. Tijdens het lange instrumentale stuk dat leidt naar de finale, houden we ons paraat om weg te duiken achter de tapkast in een saloon. Ja, er vloeit behoorlijk wat bloed op ‘Hello from the gutters’. De tien nummers refereren niet voor niets allen naar films – van ‘Donnie darko’ tot ‘No country for old men’. Je hoeft echter geen van vitamine D ontdane cinefiel zijn om deze band te smaken.

De vijf neushoorns zijn niet enkel muziek- en filmfans maar ook, om het met een marketingcliché uit de Aldi te zeggen, verhalenvertellers. Hun muziek gaat over schurken, schelmen en hoeren, waar je desondanks sympathie voor voelt. Zo ook in ‘Last dance’, met z’n zes minuten veruit het langste nummer en drie versnellingen langzamer gespeeld dan de rest. Daar klinkt het: “She wants love or death and cigarettes.” Willen we dat niet allemaal? Dat, en een druk op de repeatknop.

Rhinos Are People Too spelen 30 maart in de Charlatan (Gent), 1 april in Café Den Trap (Kortrijk), 8 april op het uitverkochte Little Waves Festival (Genk) en 11 mei in Café Café (Hasselt).